Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
530859
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82976/49
Kadastrale aanduiding
Rotterdam AE 676
Slaak 34, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 36, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 38, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 KE, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 1, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 2, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 3, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 4, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 5, 3061 CS te Rotterdam
Slaak 34 6, 3061 CS te Rotterdam
Jacques Perkstraat 7 A, 3061 CN te Rotterdam
Jacques Perkstraat 7 B, 3061 CN te Rotterdam
Slaak 34 BG, 3061 CS te Rotterdam
Millem Kloosstraat 10, 3061 CD te Rotterdam
Emantspad 3, 3061 CE te Rotterdam
Emantspad 5, 3061 CE te Rotterdam

Omschrijving

Inleiding

KANTOOR- en BEDRIJFSGEBOUW met bijbehorende vrijstaande LUIFEL uit 1952-1954, gebouwd naar ontwerp van de architecten J.J.M. Vegter en P.A. Leupen in een voor de vroege wederopbouwperiode in Nederland kenmerkende bouwtrant waarin functionalistische uitgangspunten gecombineerd worden met een sterk decoratieve toepassing van materialen. Het pand werd in opdracht van uitgeverij De Arbeiderspers gebouwd voor de productie van het voormalige dagblad Het Vrije Volk en omvatte redactiekantoren, bedrijfshallen met een drukkerij en zetterij, een expeditiecentrum, personeelsruimten en twee dienstwoningen. De krant behoorde lange tijd tot de grootste landelijke dagbladen. In de publieksruimte van het kantoorgebouw waren ook de boekhandel van de Arbeiderspers en een aan de sociaal-democratische beweging gelieerd reisbureau ("De Nieuwe Wereld") gevestigd. Het pand verving de tijdens de Tweede Wereldoorlog deels verwoeste voorganger, het gebouw 'Voorwaarts' van architect H.P. Berlage (1907) op dezelfde plaats. Fundamenten van het oude gebouw werden uit praktisch oogpunt benut in de fundering van het expeditiegebouw. Het gebouw ligt aan de oostzijde van de Slaak en wordt verder begrensd door de Willem Kloosstraat in het noorden, Jacques Perkstraat in het oosten en het Emantspad in het zuiden. De bronzen sculptuur aan de voorgevel van beeldhouwer W. Couzijn (1959) stelt een "koerier in vliegende haast" voor, een gezamenlijke schenking van medewerkers van de krant en organisaties uit socialistische kringen. Het gebouw heeft in de jaren zeventig en tachtig wijzigingen ondergaan, onder andere in het interieur van het publieksgedeelte, de vm kantine en de dienstwoningen. De uitbreiding aan de zuidoostzijde (1960) is voor de monumentale waarden niet van belang.

Omschrijving

Het KANTOOR- en BEDRIJFSGEBOUW beslaat een nagenoeg rechthoekig bouwvlak en is een samenstel van individueel vormgegeven bouwvolumes met toegangen aan alle zijden van het complex, waarin uitdrukking wordt gegeven aan de verschillende functies en logistiek, verbonden aan het productieproces van de krant. Aan de Slaak bepaalt een vier verdiepingen hoog kantoorvolume het beeld. Hierin zijn redactiekantoren ondergebracht in vier bouwlagen boven een dubbelhoge begane grond met publieksfuncties. Aan de achterzijde sluit laagbouw aan met moderne, utilitair vormgegeven bedrijfsgebouwen. Voor de constructie van de volumes is gebruik gemaakt van in het werk gestorte gewapend betonconstructies die deels waarneembaar zijn in het exterieur. De gevels kenmerken zich verder door een grote diversiteit aan materialen van modern tot ambachtelijk, zoals de lichtrode handvorm baksteen (Enzelenzer tichelsteen) voor de zijgevels van het kantoorgebouw. Opvallend is ook de toepassing van natuursteenstrips voor de bekleding van gesloten gevelvlakken en kolommen op de begane grond van het kantoorgebouw. De voor- en achtergevel van het kantoorgebouw worden aan de bovenzijde afgesloten door een uitkragende, iets opgewipte daklijst. De gevels bestaan uit een raster van betonnen stijlen en banden waarin stalen kozijnen met houten tuimelramen op borstweringen van beton. Links in de vierde bouwlaag drie balkons voorzien van buismetalen balustrades, rechts in afwijking van het stramien een brede vensterpui die een vergaderkamer markeert. De kantoorverdiepingen worden middels een groot trappenhuis met aanpalende liftschacht ontsloten en verder bevindt zich nog een noodtrappenhuis in de zuidoosthoek. Deze opzet tekent zich in de achtergevel af door respectievelijk hoogopgaande glaspuien en baksteen invullingen. De zijgevels hebben aan de bovenzijde een inzwenkende vorm door de constructie van het dak dat uit twee naar binnen hellende dakvlakken bestaat. De zijgevelvlakken bestaan uit metselwerk in Enzelenzer baksteen waarin een sierpatroon is opgenomen. Om de centraal geplaatste hemelwaterafvoeren op te nemen, is het metselwerk hier teruggelegd. De plint van het gebouw aan de Slaak is uitnodigend vormgegeven, met transparante puien en enkele interessant vormgegeven elementen bedoeld om aandacht te trekken, zoals een vrijstaande betonnen LUIFEL ter accentuering van de publieksentree aan de zuidzijde en een opmerkelijk vormgegeven erker aan de noordzijde. Ongeveer centraal in de gevel een gesloten gevelvlak met een formele hoofdentree voorzien van een kunststeen omlijsting. Hierboven een bronzen gevelsculptuur (W.Couzijn). De grote erker links hiervan heeft een trapeziumvormig portaalspant dat aan de buitenzijde is geplaatst. Hieraan is het dak bevestigd, dat schuin naar boven uitkraagt als luifel. De oorspronkelijk met aluminium beklede borstwering was voorzien van een brede vitrinekast voor kranten. Rechts heeft de gevel een horizontale, uitspringende vitrine iets boven het straatniveau. Hierboven een bijzonder vormgegeven zonwering waarvan de kast door V-vormige spanten wordt gedragen. Op het troittoir de vrijstaande betonnen luifel, waarvan het platte cirkelvormige dak steunt op een zich naar onderen toe verjongende kolom, waardoor de luifel een karakteristieke paddenstoel- of parasolvorm heeft. De vm. drukkerij en zetterij beslaan vier parallel aan elkaar gelegen hallen achter het kantoorgebouw, waarvan de vorm bepaald wordt door de gebogen betonnen sheddakconstructie. De twee zuidelijke bedrijfshallen zijn korter en sluiten in de zuidoosthoek aan tegen het hogere volume van het vm. expeditiecentrum met bovenliggende personeelskantine en dienstwoningen. Aan de noordelijke flank van het gebouw is de transparante gevel van de drukpershallen typerend, met boven een uitspringende betonnen plint en tussen taps toelopende smalle spantbenen een dubbel stalen raamsysteem tegen geluidsoverlast voor de omwonenden en maximale daglichttoetreding en uitzicht voor werknemers. Ter plaatse van een technische ruimte links van deze puien, is de gevel voorzien van siermetselwerk in een geometrisch patroon van witte en zwarte steen. Aan de oostzijde wordt het complex met een garage afgesloten. De gevels zijn voorzien van doorlopende bovenlichten onder de dakrand en zijn verder ingevuld met garagedeuren aan de noordzijde en bakstenen muurvlakken aan de oostzijde. Het expeditiegebouw bestaat uit een twee bouwlagen hoge, oorspronkelijke transparant ingevulde, onderbouw. De betonnen spanten hebben een driedeling met een entree in de smallere middenpartij. De bovenbouw met vm. kantine en dienstwoningen heeft in witte verglaasde steen gemetselde gevels waaruit aan de oostzijde drie kleine balkons steken. Aan de zuidzijde drie rechthoekige volumes afgewisseld met terugliggende gevelpartijen waarvoor zich terrassen bevinden. De vooruitspringende gevelvlakken zijn ingevuld met stalen glaspuien tussen geribbelde boven- en onderpanelen van plaatstaal. Aan de westzijde van het expeditiegebouw een dwarsgeplaatst trappenhuis met een in rood metselwerk uitgevoerde smalle zuidgevel. Het volume heeft zeer transparante zijgevels waardoor de zichtbare betontrappen een decoratieve rol in het gevelbeeld spelen. In de bovenste delen van de rank gedetailleerde puien karakteristiek uitspringende houten middenramen. Tussen trappenhuis en kantoorgebouw wordt het gebouw met een transparant, langgerekt en platgedekt verbindingsvolume afgesloten. Het dak van dit bouwdeel is doorgetrokken als rechthoekige luifel over het entreegebied op de kop van het kantoorgebouw. Parallel aan dit verbindingslid een tweede, bijzonder vormgegeven corridor op de verdieping, die van kantoorgebouw naar kantine leidt en wordt afgesloten door een serie gekoppelde schaaldaken die worden opgevangen door een portaalconstructie in buisstaal.

Inwendig is in het kantoorgebouw het onderscheid tussen de bijzonder behandelde publieksruimte met zijn open opzet en de gestandaardiseerde kantoorverdiepingen typerend. In de publieksruimte bepaalt een entresol en een vrij in de ruimte geplaatste betontrap de hoofdopzet. Onderdelen van de oorspronkelijke afwerking zijn bewaard gebleven. De zorgvuldig gedetailleerde trappenhuizen hebben hun detaillering grotendeels behouden, zoals het schoon metselwerk in meerdere tinten in het hoofdtrappenhuis en het betonnen noodtrappenhuisje in de zuidoosthoek met expressief vormgegeven trapleuning. De lift heeft met marmer bekleedde fronten. In het interieur van de bedrijfshallen is de betonconstructie bepalend.

Waardering

Het KANTOOR- en BEDRIJFSGEBOUW van het Vrije Volk uit 1952-1955 met bijbehorende vrijstaande LUIFEL vertegenwoordigt algemeen belang als essentieel toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanaf 1940 vanwege:

- de architectuurhistorische waarde als kenmerkend voorbeeld van vroeg-naoorlogse 'shake-hands'- architectuur, waarin de door de architect nagestreefde synthese van functionaliteit, traditie en representativiteit herkenbaar is. Dit uit zich onder meer in de welgekozen afwisseling van materialen, kleurgebruik, toepassing van open en gesloten volumes en het contrast tussen het voorname kantoorvolume en de meer zakelijk vormgegeven bedrijfsruimtes met moderne kapconstructies in beton en glas. De architectuur bezit een uniek karakter door bewust opvallend vormgegeven elementen die ook getuigen van moderne opvattingen over communicatie met het publiek;

- de toegepaste vormentaal en de accentuering met opvallend vormgegeven elementen, waardoor het gebouw kenmerkend is voor het oeuvre van de latere rijksbouwmeester Jo Vegter;

- de sociaal- en cultuurhistorische waarden als herinnering aan het na de oorlog als Het Vrije Volk herrijzende dagblad en De Arbeiderspers en de vooroorlogse coöperatie-gedachte, hiervoor is ook de publieksruimte met aanvullende publieke functies zoals het reisbureau en de boekwinkel, illustratief;

- de beeldbepalende artistieke waarde door de aanwezigheid van een karakteristieke figuratieve sculptuur van W. Couzijn, waarmee het vroeg-naoorlogse ideaal van een samengaan der kunsten tot uitdrukking wordt gebracht;

- de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarde als directe exponent van vroeg-naoorlogse wederopbouw door de locatie, op de fundamenten van de verwoeste voorganger Voorwaarts, en het door het mei-bombardement van 1940 getroffen deel van Kralingen aan de Slaak en omgeving.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1951
1955
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Nijverheid Drukkerij en kantoor

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Vegter, J.J.M. ; Overijssel
architect / bouwkundige / constructeur