Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
530982
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82968/65
Kadastrale aanduiding
Sloten Noord-Holland O 66
Jacob Marisplein 20, 1058 JD te Amsterdam

Omschrijving

Inleiding

Het WOONHUIS is ontworpen door de Amsterdamse architect J.A. de Waal en gebouwd in 1908. De Waal was werkzaam als grondexploitant en projectontwikkelaar die onder andere de nog steeds bestaande woningbouw rond het Jacob Marisplein ontwikkelde. Het pand werd als eerste bewoond door F.M. Geels die een destilleerdij bezat. Hij liet het pand in 1911 verbouwen waarbij het huis een nieuwe voorgevel kreeg en de vestibule, de gang en de trap, de voorkamers op de begane grond en eerste verdieping een geheel nieuwe interieurafwerking kregen. Het pand bevindt zich aan de westzijde van het Jacob Marisplein en maakt deel uit van een aaneengesloten gevelwand. De overige panden hebben vergelijkbare gevelhoogtes en -breedtes en zijn op de rooilijn gesitueerd en elk net even iets anders vormgegeven. De op de Renaissance geïnspireerde vormentaal van nr. 20 zorgt dat dit pand in het rijtje sterk opvalt.

Omschrijving

De voorgevel is drie vensterassen breed en drie bouwlagen hoog en heeft een asymmetrische opbouw; de twee linker vensterassen worden beëindigd door een trapgevel, de rechter vensteras is recht afgedekt. Het metselwerk is uitgevoerd in machinaal vervaardigde rozebruine baksteen in kruisverband met knipvoegen. De plint en de speklagen zijn van zandsteen. Verder zijn er zandstenen hoek- en negblokken, langs de dagkanten van de gevelopeningen en langs de hoeken van gevel en risaliet. Het risaliet omvat de twee linker vensterassen. De begane grond bevat links van de toegang twee vensters met een bakstenen rondboog met zandstenen aanzet- en sluitstenen en een boogtrommel. De vensters zijn voorzien van een houten kruiskozijn met glas-in-lood in de bovenlichten. De benedenramen zijn voorzien van roodgeschilderde paneelluiken. Rechts in de gevel bevindt zich de rondboogingang met een zandstenen omlijsting en een pilaster aan weerszijden met consoles die een fronton met ongedecoreerd timpaan dragen. De ingang bevat een blankhouten, gedeelde strokendeur met onder meer deurklopper en kijkgat waarvoor een ijzeren hekje. Het bovenlicht (boven het fronton) heeft een glas-in-lood raam en volgt de contouren van het fronton. Het wordt ontlast door een rondboog met boogtrommel. Een zandstenen lijst markeert de overgang naar de tweede bouwlaag die drie vensters met houten kruiskozijnen bevat. Ze zijn vergelijkbaar met die op de begane grond, inclusief paneelluiken maar minder hoog. Bij deze vensters zijn ook de benedenramen voorzien van glas-in-lood. Een zandstenen lijst vormt de gevelbeëindiging en markeert ter hoogte van het risaliet de overgang naar een trapgevel met geprofileerde zandstenen deklijsten. De trapgevel is voorzien van een zoldervenster met een houten kruiskozijn, glas-in-lood en luiken. Een bakstenen strek met aanzetstenen en sluitsteen ontlast het venster en sluit aan op een bakstenen toppilaster. Aan weerszijden van het raam is een zandstenen cartouche aangebracht waarop resp. de aanduiding "ANNO" en "1911". Het pand wordt gedekt met een plat dak met één dakschild aan de voorzijde. Dit is gedekt met mastiekleien en bevat rechts van de trapgevel een houten dakkapel met een 9-ruits raampje en een luik. De achtergevel is een eenvoudige witgepleisterde lijstgevel met een moderne uitbouw op de begane grond, een balkon op de tweede bouwlaag en moderne draairamen met bovenlicht. Achter de hoofdingang bevindt zich een kleine vestibule die door een houten tochtpui van de achterliggende gang is gescheiden en waarin een overhoeks gelegde zwart-wit geblokte marmeren vloer ligt. De houten neo-renaissancistische tochtpui is in drieën gedeeld, met in het midden de deur en aan weerszijden twee smallere zijlichten. Tot op heuphoogte bestaat het geheel uit houten panelen met daarboven eenvoudige glas-in-lood panelen die aan de bovenzijde van een eenvoudige sierrand zijn voorzien. Het met glas gevulde deel van de wand wordt afgesloten door een houten kroonlijst met cannelures en consoles in de vorm van mensenkoppen. De betimmering erboven is in drieën verdeeld door eenvoudige consoles. In het middenveld is een ovaal bovenlicht met glas-in-lood aangebracht. De zijvelden zijn gevuld met staande panelen. Het plafond is voorzien van ogenschijnlijk massieve balken die echter decoratief zijn. In de lange smalle gang bevindt zich tegen de rechterwand de trap naar de verdieping. De trap is voorzien van een eenvoudige handleuning en rijk gesneden balusters met robbelijsten en inlegwerk van ebbenhout. De hoofdbaluster wordt bekroond door een wapenschild dragende leeuw met ingekleurde wapens. In de gang bevinden zich de deuren naar de voor- en achterkamer, de keuken en onder de trap, die naar het toilet en de kelder. Alle deuren zijn uitgevoerd als paneeldeuren met vierkant onderpaneel en twee staande smallere panelen erboven en voorzien van oorspronkelijke, messing gehengen en beslag. De deuren zijn beschilderd in houtimitatie in licht- en donkerbruin. De bossingen rondom de panelen zijn donkerder dan de panelen en de regels en stijlen van de deuren. De wand onder het moderne behang is beschilderd met imitatie zandsteenblokken; de schildering bestaat uit witte schijnvoegen op een okerkleurige ondergrond. Deze materiaalimitatie sluit goed aan bij de houtimitatie op de deuren. De kelder bestaat uit twee delen, gescheiden door een bakstenen muur en heeft een betonvloer. De voorkamer op de begane grond is geheel in neo-Lodewijk XV stijl uitgevoerd. De houten parketvloer heeft een rijk geblokt patroon van verschillende houtsoorten. De kamer heeft een blauwgrijs geschilderde lambrisering met panelen, die voorzien zijn van vergulde decoraties. De lange wanden zijn opgedeeld in twee grote velden met daartussenin, aan de linkerkant, de schoorsteenpartij met vergulde spiegel waarboven een grisaille van een putto met rozentak, gesigneerd Leo Vollers. Hiertegenover, aan de rechterkant bevindt zich een spiegel in dezelfde stijl, opgenomen in de betimmering met twee Ionische pilasters en een omlijst paneel met vergulde plastische ornamenten. De vensterdam bevat een penantspiegel met bijbehorende penanttafel in dezelfde stijl. Boven de vensters hangt een houten gordijnroede met gesneden afsluitdoppen in de vorm van een ananas, gevat in rijk gesneden houten consoles. De grote velden op de muren worden gekenmerkt door omlijstingen, voorzien van goudkleurige hoekrozetjes en een bordeauxrode zijden papierbehangsel. De omlijsting van de suite-schuifdeuren is aan beide kanten voorzien van een Ionisch pilaster met daartussen een golfpatroon, ook hier voorzien van vergulde decoraties. Aan weerszijden van de deuren zijn inbouwkasten aanwezig. De schouw is van grijs marmer waarin een drietal kleine allegorische reliëfs met putti van wit marmer zijn aangebracht. In de schouw staat een op maat aangepaste koperen Art Deco houtkachel. Het plafond is gedecoreerd met geprofileerde en geornamenteerde koof- en perklijsten (kraallijst, trigliefen, metopen en guirlandes) die vermoedelijk zijn uitgevoerd in papier-maché. Het plafond bevat tevens verschillende plafondschilderingen op doek. Op de centrale schildering is een vrouw afgebeeld met vier putti in een wolkenlucht. In de hoek medaillons zijn onder andere te zien: muziekinstrumenten, jachtgerei, vuur en pijlen en een kan omringd met druiven. Rondom het middenveld zijn banden opgenomen met geschilderde planten en bloemstukken. In de houtkleurige achterkamer bevindt zich een eenvoudige zwartmarmeren schouw met Nieuwe-Kunstmotieven en een beschilderd stucplafond met perklijsten, hoek- en middenornamenten. Op de perklijsten zijn sjabloonschilderingen aangebracht, bestaande uit gestileerde rozetten en zweepslagmotieven. Het plafond is uitgevoerd in een gedempt kleurenpalet van groen, oker en bruin. Ook aan deze zijde zijn de suitedeuren voorzien van een omlijsting met panelen en ingebouwde kasten. Tegen de wanden zijn hoge lambriseringen aangebracht, waarschijnlijk lincrustabehang met een houtimitatie . Stijlen en regels verdelen deze lambrisering in vakken die aan de bovenrand is voorzien van ovalen medaillons met fruitmanden. De gangdeur naar de keuken is voorzien van een glas-in-lood paneel met in het midden een antiek, ovaal ruitje met heraldisch wapenschild en het jaartal 1630. Hierboven een glas-in-lood venster. In de rechterhoek van de keuken bevindt zich de ingebouwde glazenkast met daarnaast de hangschouw. De gang op de eerste verdieping heeft eveneens deuren met houtimitatie. Op de wand bij de trap naar de zolderverdieping is dezelfde zandsteen-imitatie aangebracht als die in de gang op de begane grond. De voorkamer op de eerste verdieping is rondom geheel voorzien van een hoge, gedecoreerde eikenhouten lambrisering met accenten in ebbehout. Boven de lambrisering is een groen imitatie-goudleerbehang met een decoratie van gele takjes en bloemen aangebracht. De vloer is belegd met eiken parket en de zoldering is voorzien van balken op consoles en sleutelstukken. De vensters zijn geheel bezet met glas-in-lood panelen. De neo-renaissancistische lambrisering is rondom voorzien van kornispanelen in drie lagen met daartussen gecanneleerde pilasters en wordt aan de bovenzijde gedeeltelijk afgesloten door een gesneden fries die voor de schouw en vaste boekenkast omgetrokken is. Op de hoeken van de boekenkast zijn halfzuilen met gesneden basementen en Corinthische kapitelen geplaatst, terwijl het fries zelf met reliëfs van acanthusranken en gesneden koppen is voorzien. De schouw bevindt zich recht tegenover de boekenkast. Voor de marmeren schoorsteenwangen staan twee marmeren kolommen op marmeren voetstukken met daarboven consoles, eveneens van marmer, die de gesneden rookkap dragen. De schoorsteenwangen, voetstukken en consoles zijn uitgevoerd in wit marmer met een grijze adering; de kolommen van marmer met een paarse tint. De houten kroonlijst of rookkap van de boezem heeft eenzelfde ornamentering als de boekenkast en sluit qua vorm en hoogte geheel aan bij de betimmering. Onderaan deze kroonlijst zijn twee koperen grepen bevestigd. Ook de schoorsteenboezem is voorzien van groen imitatie-goudleerbehang. Tegen de rugwand van de schouw zijn antieke blauw-witte tegeltjes aangebracht met afbeeldingen van scheepjes, zeefiguren en fantasiebeesten ter weerzijde van de twee getorste mangaankleurige tegelkolommen met bloemen, druiven, vogels en putti. In het midden, voor de tegels staat een gietijzeren haardplaat met een Caritas voorstelling. Voor de schouw ligt op de vloer een vlak dat betegeld is met oranje en blauw geglazuurde tegeltjes in een ruitpatroon. De schijndeuren naar de achterkamer onderbreken de lambrisering. Evenals de boekenkast worden ze aan beide zijden geflankeerd door Corinthische halfzuilen op een voetstuk. Op de basementen van de halfzuilen zijn gesneden bijbelse voorstellingen aangebracht. Onder het behang dat aan de zijde van de achterkamer is aangebracht op de deuren staat een stempel: "Henri Janmart Ameubelementen Leidschestraat 82 Amsterdam". De balken die onder het oorspronkelijke plafond zijn aangebracht zijn decoratief en zijn, evenals de balken in de vestibule, hoogstwaarschijnlijk hol. Consoles die zijn voorzien van gesneden kaboutertjes en griffioenen "dragen" de balken. Tussen de balken en de consoles zijn gesneden sleutelstukken aangebracht. Een bijzonder element vormt de afgezaagde toegangsdeur vanuit de overloop naar dit vertrek. Dit afzagen was noodzakelijk om de lambrisering, die lager is dan de deur, niet te doorbreken. Aan de kamerzijde is de deur vrijwel onzichtbaar. Aan de gangzijde is de afgezaagde bovenzijde vastgezet aan het kozijn. In de achterkamer op de eerste verdieping bevindt zich een zwartmarmeren schouw. Rechts bevindt zich de deur naar de zijkamer die tot badkamer is verbouwd. Op de zolderverdieping bevinden zich een viertal kamers; oorspronkelijk de bediendenkamers en opslagruimte. In de kamer aan de voorzijde zijn nog enkele diepe inbouwkasten aanwezig. Hier staat ook de hout- of kolengestookte kachel. Rechts van het rookkanaal bevindt zich de branddeur naar het buurpand. De zijkamer aan de voorzijde is voorzien van oude behangsels op jute. Aan de achterzijde is de kamer op de borstwering onder de vensters en aan het plafond afgetimmerd met kraaldelen. Oorspronkelijk waren dit twee kamers. De wanden zijn in beide kamers voorzien van een identiek, gestreept behang met een smalle sierrand onder het plafond.

Waardering

Het woonhuis is van algemeen nationaal belang: -Vanwege de uitzonderlijke rijke interieurafwerking die aansluit op de traditie van het woonhuis voor de gegoede burgerij; -Vanwege de voor die tijd late, toepassing van de neo-renaissance stijl voor de gevel, de wisselwerking daarvan met het interieur en het karakteristieke gebruik van verschillende stijlen in het interieur; -Vanwege de op grote schaal toegepaste, hoogwaardige imitatie van kostbare materialen; -Vanwege de grote gaafheid van in- en exterieur van alle bouwlagen; -Vanwege de verwijzing naar de pre-stedelijke periode toen dit deel van Amsterdam nog tot de gemeente Sloten hoorde.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1908
1908
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing