Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
531089
Complexnummer
531085 - NHW-Betonnen werken Rijnauwen-Vecht
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82778/14
Kadastrale aanduiding
Bunnik D 84
Bunnik D 152
Bunnik B 937
Bunnik D 22
Bunnik C 256
Bunnik B 938
Vechten, tussen Rijnauwen en Vechten

Omschrijving

Cluster 41.

Inleiding

GIETSTALEN KOEPELKAZEMATTEN TYPE G zijn gewapend betonnen, gesloten mitrailleuropstelplaatsen, die gewoonlijk deel uitmaakten van gedeconcentreerde verdedigingswerken met loopgravenstelsels, groepsnesten, groepsschuilplaatsen, hindernissen en dergelijke. In 1936 is, als aanvulling op de gewapend betonnen kazemat, in Nederland de zogenoemde gietstalen koepelkazemat geïntroduceerd, die was gebaseerd op een al in 1917 in Frankrijk toegepast systeem. De gebruikte pantserkoepels waren gering van omvang (gunstig i.v.m. zichtbaarheid en trefkans), rond van vorm (gunstig i.v.m. afschampen treffers en sterkte), relatief eenvoudig in serie te produceren en ze hadden een 'externe' schietopening (gunstig i.v.m. gassen en geluid). Bovendien konden ze in Nederland worden vervaardigd, wat afhankelijkheid van het buitenland belangrijk verkleinde. Een eerste bestelling van 100 stuks in Nederland (bij DEMKA) werd gevolgd door een tweede van 50 stuks bij de Belgische Soc. Anonyme John Cockerill. In totaal moeten er in korte tijd ruim 700 zijn gegoten, maar hiervan zijn er slechts enkele overgebleven. De gietstalen koepels, met een doorsnede van 1,75 m en dikten van 10-14 centimeter, zijn geïnstalleerd in meerdere kazemattypen met weerstandsklassen W 12-15 en W 21-28. Kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn op verschillende plaatsen in de Nederlandse linies zogenoemde Koepelkazematten Type G tot stand gebracht, met name in de IJssellinie, de Maaslinie, de Grebbelinie (elk ca. 150) en de Nieuwe Hollandse Waterlinie (ca. 80 in een verzwaarde uitvoering van 14 centimeter dikte). De gebruikelijke constructie van gewapend beton met één of meer vaste schietgaten was hierbij verlaten ten gunste van een systeem dat een binnen variabele grenzen (tot 270 0) te projecteren schootsrichting, binnen een gietstalen cilinder met koepeldak bezat. De schietopening in de koepel vormde een afgeronde rechthoekige 'wenkbrauw' van omstreeks 10 cm dikte, die enige decimeters buiten de koepel stak en bescherming bood aan de erbinnen opgestelde mitrailleur. Het schietgat en de toegang tot de kazemat, die zich in een uitsparing achter de koepel bevond, konden van binnenuit 'gasvrij' worden afgesloten. De meeste koepels zijn geplaatst in Standaard Gietstalen Koepelkazematten Type G. Standaard Koepelkazematten in de NHW werden uitgerust met een zware mitrailleur als bewapening. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veruit de meeste koepels in het binnenland door de bezetter uit de kazematten gesloopt - ten dele door ze op te blazen - om ze om te gieten voor andere staalbehoeften. Aan de kust werden ze deels in de verdediging opgenomen, maar zijn ze na de oorlog meestal alsnog gesloopt. Hierdoor zijn complete koepelkazematten zeldzaam; ze komen onder meer nog voor op Fort Vechten. De betonnen sokkels van de koepelkazematten zijn minder zeldzaam. Zo liggen er meerdere betonnen resten van Gietstalen Koepelkazematten Type G in het complex 'Tussenstelling Rijnauwen-Vechten', waaronder ook een ten noorden van het Fort bij Rijnauwen, nabij een Groepsschuilplaats Type P.

Omschrijving

Resten van GIETSTALEN KOEPELKAZEMATTEN TYPE G zijn relatief lage, vrijwel vierkante, betonnen sokkels van ca. 7,00 x 6,50 x 3,00 m (b x d x h), met ter hoogte van de erin uitgespaarde gat voor de koepel een achterwaarts hellend oppervlak. De op de Houtense Vlakte als onderdeel van het 'complex Tussenstelling Rijnauwen-Vechten' aanwezige exemplaren zijn alle opgeblazen en vertonen als gevolg hiervan ernstige betonschade; de koepels zijn uitgenomen en omgesmolten. De kazematten zijn niet toegankelijk, doordat ze ter plaatse van de verdwenen koepel zijn volgestort met puin. De sokkels van kazematten liggen tamelijk goed zichtbaar in het terrein, doordat ze een vrij schootsveld dienden te hebben richting de locale (verkeers)infrastructuur en accessen. Eén ligt ten noorden van het Fort Rijnauwen en een tweede ligt als een van de meest oostelijke werken van het complex, aan de noordoever van de Kromme Rijn, iets zuidoostelijk van Fort Rijnauwen. Een derde ligt temidden van een aantal schuilplaatsen Typen 1918/I en 1918/II, iets ten zuiden van de boerderij 't Goed ten Rhijn, op de zuidoever van de Kromme Rijn. Twee andere liggen ter weerszijden van de gebundelde spoorweg en de huidige autoweg A12 en waren bedoeld ter bestrijking van respectievelijk de oude Provinciale Weg en de spoorlijn richting Utrecht. De huidige A12 was toentertijd (ca. 1940) ten dele gereed en was in dit gebied onder constructie, zodat deze rijksweg een te verdedigen acces dreigde te worden.

Waardering

De resten van de GIETSTALEN KOEPELKAZEMATTEN TYPE G in het complex Tussenstelling Rijnauwen-Vechten zijn van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende meer dan een eeuw is versterkt en verbeterd.

* Krijgshistorische waarden als onderdeel van een aaneengesloten militaire verdedigingslinie tussen de voormalige Zuiderzee en de Biesbosch. Deze bestond hoofdzakelijk uit een samenhangend systeem van inundatievelden en bijbehorende inundatiemiddelen en van schootsvelden. Dit systeem werd aangevuld met diverse, uit verschillende perioden daterende typen gebouwde of aangelegde (verdedigings)werken die dienden tot of bijdroegen aan afsluiting van niet te inunderen terreinen of andere accessen.

* Architectuurhistorische waarden, in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (19de en 20ste eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (20ste eeuw) c. het systeem van 'levende' veldversterking in de diepte (20ste eeuw)

Het betreft hier onderdelen uit de periode 1939-1940. Deze onderdelen zijn voorbeelden van gewapend betonnen koepelkazematten (Type G), thans zonder aarden dekking en zonder gietstalen koepel (later verwijderd).

* Ensemblewaarde en situationele waarden als onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang met de overige onderdelen van het complex.

* De onderdelen zijn representatief (karakteristiek) omdat ze duidelijk herkenbaar als onderdelen van een gedeconcentreerde verdedigingslijn zijn toegevoegd aan het bestaande fortificatiestelsel.

* De onderdelen zijn matig gaaf bewaard, als gevolg van moedwillige onttakeling door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ze laten zich als gebouwde objecten nog goed in het veld herkennen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 531085. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Kazemat (B) Kazemat (B10)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1939
1940
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing