Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
531626
Complexnummer
531624 - NHW-Fort Honswijk
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82641/159
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Houten I 2554
Houten, Fort Honswijk,

Omschrijving

Cluster 61. Toren (I).

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE Inleiding

Ronde, in zwaar metselwerk uitgevoerde TOREN (I), die de kern en het reduit van het Fort Honswijk was en die deel uitmaakte van de verdediging van het (rivier)acces van de Lek en de noordelijke Lekoever, alsmede van annexe waterwerken. Torens op forten zijn tot in de jaren '60 van de 19de eeuw gebouwd, te beginnen in de Napoleontische Tijd; in Nederland echter pas vanaf omstreeks 1840, waarbij de inzichten van militair ingenieur J.G.W. Merkes van Gendt sturend waren. Nederlandse torens op forten hebben gewoonlijk een ongeveer cirkelvormig grondplan met een diameter van enkele tientallen meters en ze waren omgeven door een natte gracht. Ze zijn twee, drie of meer verdiepingen hoog en bestaan uit zwaar - meters dik - metselwerk. Uitgangspunt was dat de ronde vorm goed bestendig was tegen inslagen van kanonvuur, terwijl de defensieve kracht naar alle richtingen min of meer gelijkwaardig kon zijn. Door opstelling van ver reikend geschut bovenop de torens - waar tevens de uitkijk was gevestigd - dacht men in gunstige verdedigende positie te verkeren. Voor de nabije(re) verdediging dienden (talrijke) schietgaten voor kanon- en geweervuur. Meerdere torens op forten waren voorzien van een aarden dekking, mede waardoor ze als 'bomvrij' werden beschouwd. Het bomvrij zijn was een relatief begrip, dat gekoppeld was aan de inslagkracht van het vuur ten tijde van de bouw. Met de komst van geschut met getrokken loop, was het echter afgelopen met de torens: ze bleken toch tamelijk kwetsbaar, waren relatief gemakkelijke doelwitten en ze verloren hun defensieve betekenis dus binnen weinige jaren. Als gevolg hiervan zijn verschillende torens van hun hoogste verdieping(en) ontdaan en voorzien van aarden beschermingswallen. Wat bleef was hun functie als onderkomen voor manschappen en materieel. Bekende torenforten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn die te Weesp (een vrijstaande toren), Fort Asperen (aangebouwde contrescarpgalerij met aarden bekleding), Fort Honswijk en Fort Everdingen (beide met vrijstaande, met aarde beklede contrescarpgalerij). De meeste torens maken deel uit van met aarden werken en (natte) grachten omgeven fortcomplexen, zoals ook Fort Honswijk.

Omschrijving

Centraal in het zuidoostelijke bastion van het complex Fort Honswijk op een ronde plattegrond gebouwde, bakstenen TOREN (I) - gebruikt als logies- en opslaggebouw - die de kern van de oudste aanleg vormt. Het ontwerp is van Ing. J. Muschart. De toren kwam tot stand in de jaren 1844-1848, nadat eerst aardwerken en een fundering waren gerealiseerd. Het metselwerk van de rond lopende gevel is asymmetrisch uitgevoerd: de wanden aan de oostzijde zijn dikker (ca. 3 m) dan die aan de westzijde (ca. 1 m). Er waren oorspronkelijk vier bouwlagen, inclusief het souterrain; bij de modernisering rond 1879 is de bovenste bouwlaag verwijderd, waardoor de toren nu nog drie bouwlagen kent, inclusief het souterrain. De tot ca. 1879 gekanteelde gevel eindigt sindsdien met een rollaag. Bovenop het bouwwerk bevindt zich tegenwoordig een metersdikke, min of meer vlakke, aarden dekking. De toren heeft een diameter van rond 45 m en is in tegenwoordig ca. 12,50 m hoog. Het is de grootste in Nederland in zijn soort. Rond de toren lag een ringvormige, natte gracht, waaruit de gevel direct oprees; bij de latere wijziging is deze gracht gedempt en is deze tussen toren en de toen gebouwde contrescarpgalerij vervangen door een ca. 4 m brede, halfrond lopende, open gang. Bij de bouw van de contrescarpgalerij zijn tussen de toren en de galerij ter versteviging enkele zware gietijzeren bogen als afstandshouders geplaatst. De gevel van de toren is rondom voorzien van een groot aantal gevelopeningen van verschillend type en formaat (voornamelijk getoogd). De toegang, met een verdiepte boog binnen een boogsegment of getoogde ontlastingsboog en met dubbele houten deuren, waarin een mandeur, bevindt zich aan de westzijde.

Een rondboogvormige doorgang komt uit op een in de westelijke helft van de toren gesitueerde, halve cirkelvormig gebogen binnenplaats (de binnengalerij, die in Nederland enig in zijn soort is), waarop meerdere ruimten uitkomen. In de gevels van de binnenplaats (rondboogvormige) deuren met en zonder rondboogvormige bovenlichten en rondboogvormige vensters. De binnenplaats wordt op twee niveaus overspannen door een aantal massieve, gemetselde luchtbogen. Hierin onderscheidt de halfrond gaande binnenplaats zich dus van de halfronde gang tussen toren en contrescarpgalerij; ook ligt de binnengalerij aan de minst kwetsbare westzijde van de toren en de contrescarpgalerij ten oosten ter bescherming van de toren. Een centrale, ronde ruimte in de toren beslaat de volle bouwhoogte en wordt door een aaneengesloten afdekking van ijzeren I-profielen afgesloten tegen invallende granaten. Deze ronde kern is omgeven door een brede gang, die leidt naar de overige ruimten, zoals kazematten annex slaapvertrekken, verblijfsruimten en privaten. In de muren van de gang bevinden zich toegangen tot deze ruimten, die zijn voorzien van rondboogvormige bovenlichten, waarin V-vormige roedeverdeling en van vensters met dubbele draairamen en vergelijkbare bovenlichten. Een ijzeren trap op de verdieping, die naar het dak leidt, is een latere toevoeging. Een waterpomp met hardstenen kroonlijst stamt uit de eerste bouwperiode (1844-1848). De wanden in het torenfort zijn wit gesausd en het bouwwerk is inwendig voorzien van een klinkerbestrating.

Waardering

De TOREN (I) van Fort Honswijk is van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende ongeveer 125 jaar is versterkt en verbeterd.

* Architectuurhistorische waarden, in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (19de eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (19de eeuw).

Het betreft hier een onderdeel uit de periode 1841-1864, namelijk een voorbeeld van een toren op een fort bij een rivieracces, gebouwd naar ontwerp van ing. J. Muschart en naar inzichten van militair ingenieur J.G.W. Merkes van Gendt.

* Ensemblewaarde en situationele waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang met de overige onderdelen van het complex en in het bijzonder met de contrescarpgalerij.

* Het onderdeel is relatief zeldzaam omdat het de grootste van een fort deel uitmakende toren in Nederland is en omdat er verder geen exemplaren met binnengalerij zijn gebouwd en het is representatief voor dit type torens omdat het een goed voorbeeld is van een exemplaar waarvan de bovenste bouwlaag om militair-tactische redenen is verwijderd en dat is voorzien van een beschermende contrescarpgalerij.

* Het onderdeel is goed bewaard omdat talrijke kenmerkende onderdelen in exterieur en interieur zijn behouden en naar vorm en functie herkenbaar zijn gebleven.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 531624. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Waarnemingspost (B)

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Waarnemingspost (B)

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing