Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
531713
Complexnummer
531712 - NHW-Verdedigingswerk aan het Spoel
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82973/67
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Culemborg L 477
Culemborg N 255
Culemborg N 4434
Culemborg N 4638
Culemborg N 93
Culemborg N 5307
Culemborg N 5344
Culemborg N 5343
Culemborg L 180
Culemborg L 167
Culemborg N 2055
Culemborg N 234
Culemborg N 3247
Culemborg L 298
Culemborg L 166
Culemborg N 2056
Culemborg N 2058
Culemborg N 2057
Culemborg N 2054
Culemborg N 3403
Culemborg L 162
Culemborg N 2053
Culemborg N 2467
Culemborg N 146
Culemborg L 152
Culemborg N 3531
Culemborg, Werk aan het Spoel

Omschrijving

Cluster 503.

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Inleiding

FORTAANLEG EN AARDWERKEN, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET INUNDATIEKANAAL, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN DOORSNIJDING EN MET DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE als basis van het Verdedigingswerk aan het Spoel. Forten werden gewoonlijk geconstrueerd op basis van vooraf aangebrachte aardlichamen die als een fundering fungeerden en wegzakken in (een natte en slappe) bodem moesten voorkomen. Bij de bouw van de forten is, behalve dit gewoonlijk al tactisch 'voorgevormde' aardlichaam - dat op zichzelf reeds een weerbare rol kon vervullen - ook nog een specifieke aanleg gerealiseerd die bedoeld was om de defensieve kracht te vergroten, de veiligheid van de bezetting te waarborgen en intern en extern transport en verkeer te vergemakkelijken. Zo ontstonden er onder meer aarden dekkingen voor verschillende bouwwerken, om ze minder kwetsbaar te maken voor inslagen van vijandelijk vuur, aarden wallen die de bebouwing en open terreinen dekten en de contouren bepaalden en bestrate paden en appelplaatsen. Forten werden gewoonlijk omgeven door een of meer natte of droge grachten om eventuele nadering van de omwalling of het fortterrein tot het laatst toe te belemmeren. De forten waren gewoonlijk slechts te bereiken via een of meerdere bruggen of via een smalle landengte. Waar om waterstaatkundige of andere redenen een permanente directe verbinding tussen binnen- en buitengebied bestond, was deze zodanig uitgevoerd dat hij niet of slechts met de grootste moeite te passeren was. Toepassing van zogenoemde ezelsruggen, monniken (vestingen) en / of hekwerken was hierbij gebruikelijk. Waterwerken en / of inundatiewerken konden deel uitmaken van de totaalaanleg. Langs de buitenzijde van de grachten lag vaak een weg of pad, hetgeen zowel in de vorm van een gedekte weg (glacis / enveloppe) kon zijn aangelegd, als ook wel gelijk met, of zelfs boven maaiveldniveau. Deze wegen of paden konden verschillende functies hebben, uiteenlopend van openbare weg tot onderhoudspad, en ook van militaire, gedekte weg tot exclusieve toegangsweg naar het fort. Buiten de natte gracht bevindt zich bovendien vaak een (van oudsher en nog ten dele) met grens- of limietpalen als zodanig aangemerkte zone waarover het Ministerie van Oorlog zeggenschap had. De aanleg van het Werk aan het Spoel wijkt niet principieel af van dit beeld. Onderscheidende elementen zijn en (waren) het langs de oost- en zuidzijde van het fort gelegen Inundatiekanaal, en de niet meer bestaande inundatie- en schutsluis. Het Inundatiekanaal strekt zich over een lengte van ongeveer 2150 m - en met enkele flauwe knikken - uit tot aan de huidige Rietveldseweg. Het noordelijk deel van het Inundatiekanaal, nabij de voormalige sluis, is ten dele versmald. De resten van een sluis in de Prijsseweg / Prijssedijk zijn afzonderlijk beschermd. Bij het werk zijn nog enkele tetraëders uit het laat-interbellum aanwezig.

Omschrijving

FORTAANLEG EN AARDWERKEN, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET INUNDATIEKANAAL, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN DOORSNIJDING EN MET DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE als basis en onderdelen van het Verdedigingswerk aan het Spoel. Het Fort Werk aan het Spoel bestaat thans in hoofdzaak uit een langgerekt, asymmetrisch aardwerk met verschillende niveaus, waarvan het buitentalud afgeronde vormen kent. De aardwerken, die zijn omgeven door een escarpe of enveloppe [= hoofdwal], omsluiten het fortterrein grotendeels, terwijl ook de beide nog bestaande bomvrije gebouwen door aardwerken zijn gedekt. Het fort is destijds dwars op de Lekdijk gebouwd, waardoor de weg over de dijk kon worden afgegrendeld, een relatief zeldzame constructie. Het omsloten terrein en het nog steeds als doorgaande weg in gebruik zijnde dijklichaam (de doorsnijding) zijn nog grotendeels in de toestand die op een plattegrond uit 1875 is getekend. Het door de weg in tweeën gedeelde fortterrein is ter weerszijden toegankelijk via een licht gebogen padenstelsel waarlangs de gebouwen en andere functies en onderdelen bereikbaar zijn. Bij de restauratie van he werk zijn meerdere delen van de aanleg, waaronder de aardwerken, hersteld en geaccentueerd. Het Werk aan het Spoel ligt oostelijk van Fort Everdingen en is behalve een soort voordekking van dit fort ook een specifiek extra verdedigingswerk vanwege de in 1870 in gebruik genomen spoorweg / spoorbrug tussen Utrecht en 's-Hertogenbosch. De gracht van het Werk aan het Spoel is nog vrijwel compleet aanwezig en vormt een ruime omkadering van de aanleg van het fort. De gracht staat aan de noordoostzijde van oudsher in verbinding met de Lek en via een sluiskom in het oosten ook met een in de 19de eeuw aangelegd of aangepast inundatiekanaal. Hierlangs konden de aangrenzende polders onder water gezet worden. De verbinding / overgang van de fortgracht naar het kanaal werd gevormd door een sluiskom ten oosten van het werk, die aan de zuidzijde was voorzien van een hoofd met puntdeuren en met aan de noordzijde zogenoemde waaierdeuren, die ook tegen hoog water in de rivier in geopend konden worden. De sluis en de deuren zijn echter in de jaren '70 van de 20ste eeuw dichtgestort en gesloopt. Resten of sporen ervan kunnen echter nog aanwezig zijn. Het Werk aan het Spoel was mede bestemd voor de verdediging van de schutsluis / inundatiesluis en het inundatiekanaal. Het noordelijkst deel van het kanaal - de inlaat ten noordoosten van het Werk aan het Spoel, tevens onderdeel van de fortgracht (ca. 200 m) en het noordelijk deel van het kanaal binnen de rivierdijk (ca. 80 m) maken deel uit van de aanleg. Het inundatiekanaal loopt in rechte lijn van de rivieroever tot voorbij de sluis in Prijsseweg op / Prijssedijk in de Polder Culemborg / Goilberdingsepolder. Van daaruit loopt het van oudsher met twee flauwe knikken door tot aan de (huidige) Rietveldseweg. De lengte vanaf de rivieroever bedroeg ca. 2500 m; het ononderbroken deel vanaf de fortgracht zuidwaarts meet ongeveer 2150 m, bij een breedte van ca. 15 m - behalve in het noordelijkst deel, dat slechts ca. 5.50 m meet. Van de buitenoevers van de fortgracht - met de omleidings- en onderhoudswegen - resteren nog karakteristieke delen en de weg is integraal begaanbaar. De oorspronkelijk met grens- of limietpalen als zodanig aangemerkte zone waarover het Ministerie van Oorlog zeggenschap had, de Militaire Landsgrond, is de bij dit document behorende kaart aangeduid; het Inundatiekanaal maakt hier deel van uit. Van verschillende (gebouwde) onderdelen en (aard)werken kunnen nog resten of sporen in de bodem aanwezig zijn, hoewel een deel van de aanleg en de wallen bij de restauratie en gedeeltelijke reconstructie en herinrichting op de schop zijn genomen.

Waardering

De FORTAANLEG EN AARDWERKEN, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET INUNDATIEKANAAL, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN DOORSNIJDING EN MET DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE van het Verdedigingswerk aan het Spoel is van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende meer dan 125 jaar is versterkt en verbeterd.

* Architectuurhistorische waarden in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (19de eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (19de eeuw).

Het onderdeel is een voorbeeld van een aarden aanleg met wegen- en padenstelsel, aarden dekking voor verschillende functies, gracht, inundatiekanaal, omleidingsweg, doorsnijding en door middel van grenspalen aangeduide militaire zone met vooral onderdelen uit het begin van de 19de eeuw en van omstreeks 1875-1880.

* Archeologische waarden vanwege de te verwachten in de bodem aanwezige sporen van sluiswerken, loopgraven, aardwerken en dergelijke.

* Ensemblewaarde en situationele waarden vanwege zijn ligging binnen het systeem van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in het algemeen en in het bijzonder in de vrijwel gave relatie met het schootsveld.

* Het onderdeel is relatief zeldzaam en representatief omdat het een voorbeeld is van een fort met een dwars over een acces / dijk aangelegd aardlichaam.

* Het onderdeel is tamelijk gaaf bewaard omdat de vorm van het aardlichaam en de dijk-, wegen-, water- en padenstructuur nog in hoofdzaak de toestand van de periode van aanleg weerspiegelen, wat mede te danken is aan de restauratie en gedeeltelijke reconstructie van kort na 2010.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 531712. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Fort, vesting en -onderdelen

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Fort, vesting en -onderdelen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing