Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
532052
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82870/96
Kadastrale aanduiding
Wageningen K 772
Wageningen K 773
Wageningen K 774
Wageningen K 511
Haarweg 12, 6709 PJ te Wageningen
Haarweg 12 B, 6709 PJ te Wageningen
Haarweg 12 A, 6709 PJ te Wageningen
Haarweg 12 C, 6709 PJ te Wageningen

Omschrijving

Inleiding

Een in 1954 gebouwde PROEFBOERDERIJ met VOORHUIS en twee geschakelde SCHUREN, een vrijstaande SCHUUR en MESTPLAAT met GIERKELDER voor de toenmalige Afdeling Fysiologie der Dieren van de Landbouw Hogeschool (thans landbouwuniversiteit) Wageningen. De boerderij is ontworpen door de architecten P.H.N. Briët, J. Bleeker en A. Wijtzes in opdracht van de Rijksgebouwendienst ten behoeve van de vakgroep Dierfysiologie gebouwd om proeven/ experimenten met dieren te kunnen doen om zo de productie van melk en vlees te verbeteren. Dit werd onder andere bereikt door het welzijn van de dieren te optimaliseren (bijvoorbeeld goed verwarmde stallen en uitgebalanceerd voedsel). Er werd hierbij gekozen voor een praktisch boerderijtype, waarbij de experimenten zo goed mogelijk uitgevoerd konden worden. Daarnaast was de proefboerderij een onderwijsgebouw, waar de studenten van de landbouwuniversiteit onderwijs kregen. Het geheel is te beschouwen een onderwijsgebouw in 'boerderij-jasje'.

Het is gelegen in het gebied Kortenoord aan de westzijde van Wageningen, in het overgangsgebied van bebouwing naar het landelijk gebied. Momenteel is de relatie met de landelijke omgeving nog ongeschonden, maar er zijn plannen om een woonwijk te realiseren direct naast het complex.

Na de oorlog nam het aantal studenten aan de Rijkslandbouwhogeschool in Wageningen sterk toe. Mede als gevolg hiervan kwamen er meerdere nieuwe onderwijsgebouwen tot stand, zoals het van rijkswege beschermde Laboratorium voor Landmeetkunde (1954). Dat er steeds meer belang werd gehecht aan kwalitatief goed ontworpen gebouwen, blijkt uit het feit dat de Rijksgebouwendienst ook externe architecten aantrok. Deze gebouwen moesten vooral functioneel zijn en werden overwegend traditioneel en eenvoudig vormgegeven. Dit geldt ook voor de proefboerderij voor Dierfysiologie.

De proefboerderij is tot stand gekomen in samenhang met het in 1953 door J. Wiedijk ontworpen proefbedrijf voor Landbouwplantenteelt. De vakgroepen dierfysiologie en landbouwplantenteelt hadden een nauwe relatie met elkaar, omdat het vee in de proefboerderij de nodige mest leverde voor de proefvelden en de gewassen op deze velden zorgden voor de meest optimale voeding voor het vee.

In de grote stal direct achter het voorhuis was plaats voor het groot vee en in de kleinere stal ernaast waren het jongvee en de tasruimte waar de oogst werd opgeslagen, ondergebracht. In de vrijstaande schuur achter op het erf werden de machines gestald en de varkens gehuisvest.

Het exterieur van het complex is thans nog zeer gaaf. In het interieur van de proefboerderij hebben enkele wijzigingen plaatsgevonden, maar de oorspronkelijke indeling met woongedeelte en stallencomplex is nog intact. Aan de inrichting is nog af te lezen hoe er geëxperimenteerd is (bijvoorbeeld verwarmingselementen aan het plafond).

De proefboerderij is een van de vele proefboerderijen uit de wederopbouwperiode en is als goede representant te beschouwen. De proefboerderij aan de Haarweg is één van de weinige exemplaren die nog grotendeels ongeschonden is. De meeste proefboerderijen zijn in de loop der tijd aangepast en/ of hebben een andere functie gekregen.

De proefboerderij is niet meer als zodanig in gebruik.

Beschrijving

Alle bebouwing op het het complex is uitgevoerd in een traditionalistische, Delftse School stijl, waarbij het voorhuis en de achterliggende stallen zijn uitgevoerd als een gelede Friese kop-hals-romp-boerderij met een H-vormig plattegrond. De verschillende bouwdelen zijn met elkaar verbonden door middel van tussenleden. De bebouwing op het erf vertoont grote samenhang door de eenheid in bouwstijl, kleur- en materiaalgebruik.

Aan de noordzijde op het erf ligt de vrijstaande schuur met daarnaast, oostelijk gelegen, de mestplaat met gierkelder.

Exterieur:

Zowel de boerderij als de erachter gelegen vrijstaande schuur zijn opgetrokken in bakstenen gevels, voorzien van daken met rode Verbeterde Hollandse pannen en een rieten isolatielaag, betonnen (ventilatie)vensters en houten (deel)deuren. In het oostelijk dakvlak van de grote schuur is een hijsluik met een zadeldakje erboven aangebracht. De vrijstaande schuur is aan de rechter zijgevel voorzien van een zolderluik.

Het voorhuis is tevens voorzien van twee hoge schoorstenen boven de kopgevels en een eenvoudige dakkapel aan de voorzijde. De vensters en deuren zijn van hout.

De mestplaat met gierkelder is hoofdzakelijk uitgevoerd in beton.

Interieur:

Het interieur van het voorhuis is sober en eenvoudig uitgevoerd. De woning is symmetrisch opgedeeld in een middengang met aan weerszijden onder andere de woonkamer en een keuken. Een vaste trap leidt naar de verdieping waar een hal en drie kamers zijn gerealiseerd. Bijzonder in de woning is de toepassing van betonemail als lambrisering in de gang. Betonemail is vanaf circa 1939 tot 1965 toegepast als goedkoper alternatief voor wandtegels.

De indeling van de stallen achter het voorhuis en de vrijstaande schuur is nog nagenoeg ongewijzigd. Onder andere de voormalige stieren- en paardenstal, doucheruimte, een weegbrug, voedersilo's en in de deel de grup zijn nog aanwezig. Ook zijn er oorspronkelijke drinkbakken en verwarmingselementen te vinden.

De kap van de stal achter het voorhuis is voorzien van een kapconstructie met houten vakwerkspanten. Hierdoor was het mogelijk één grote open ongedeelde ruimte op de zolder te creëren.

Waardering

I Cultuurhistorische waarde: belang van het complex

1. als bijzondere uitdrukking van een cultuurhistorische ontwikkeling. Na de oorlog ontstonden er meerdere proefboerderijen die gericht waren op de verbetering en verhoging van productie. De landbouw- en veeteelt verwetenschappelijkte als het ware. Deze proefboerderij maakte deel uit van de Landbouwhogeschool en had zowel een wetenschappelijk als een onderwijskundige grondslag;

2. wegens bijzondere herinneringswaarde. Het herinnert aan het ontstaan van proefboerderijen gerelateerd aan de Landbouw Hogeschool na de oorlog.

\t

II Architectuur- en kunsthistorische waarde: (bijzonder) belang van het object/complex

1. wegens de esthetische kwaliteiten van het ontwerp. Hoewel het complex sober en functioneel van aard is, heeft het ontwerp wel degelijk esthetische kwaliteiten. De bebouwing op het erf vertoont grote samenhang door de eenheid in bouwstijl, kleur- en materiaalgebruik.

2. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Alle bebouwing is functioneel. Aan de buitenzijde is af te lezen wat de functie van de binnenruimte is.

III Situationele en ensemblewaarde

1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex. Alle bebouwing op het erf vertoont grote samenhang door de eenheid in bouwstijl, kleur- en materiaalgebruik. Daarnaast is er sprake van functionele en ruimtelijke samenhang.

2. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de nabij gelegen proefboerderij voor Landbouwplantenteelt.

IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex

1. wegens de architectonische gaafheid en herkenbaarheid van ex- en/of interieur;

2. wegens de materiële, technische en constructieve gaafheid;

3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke functie;

4. wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen

V Zeldzaamheid

1. belang van het object/complex wegens zeldzaamheid als één van de weinige ongeschonden boerderijen met een onderwijsfunctie.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1953
1953
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing