Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
532347
Complexnummer
532346 - NHW-Bet.werken rond Fort Blauwkapel
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82775/72
Kadastrale aanduiding
Utrecht H 1623
Utrecht H 1618
Utrecht H 1616
Utrecht H 1622
Utrecht, Betonnen werken rond Fort Blauwkapel

Omschrijving

Cluster 34. Groepsschuilplaatsen Type P.

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Inleiding

GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P rond Fort Blauwkapel zijn in de mobilisatieperiode 1939-1940 aan de bestaande lineaire en accesverdediging met loopgravenstelsels en dergelijke toegevoegde, gewapend betonnen onderdelen. Op meerdere locaties op en rond Fort Blauwkapel bevinden zich groepsschuilplaatsen Type P. Groepsschuilplaatsen Type P zijn volgens min of meer uniform of standaardontwerp in de jaren 1939-1940 op meerdere plaatsen in Nederland gebouwd. Ze komen in ieder geval in groten getale voor aan het Zuidfront van de zogenoemde Vesting Holland (aan de Nieuwe Merwede en het Hollandsch Diep) en op diverse plaatsen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie - toen het Oostfront van de Vesting Holland genoemd (onder meer in het gebied tussen Fort Rijnauwen en Fort Vechten [de Houtense Vlakte], in het gebied tussen Fort de Klop en Fort Voordorp en op en bij Fort Everdingen). Het totaal aantal gebouwde exemplaren bedraagt circa 700, waarvan ongeveer 570 in de Nieuwe Hollandse Waterlinie; het merendeel (circa 400) hiervan bestaat nog. Het bouwprogramma van de groepsschuilplaatsen Type P was bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog niet afgerond en een aantal exemplaren is nooit voltooid. Type P (vanwege de markante vorm ook wel 'de piramide' genoemd) is vermoedelijk het meest bekende type betonnen verdedigingswerk in Nederland. Het type kwam voort uit het zogenoemde VIS 77 (Voorschrift Inrichten Stellingen no. 77), uit 1928, en had onder meer als bestemming deel uit te maken van de verdediging van een aantal (nieuwe) accessen, waaronder vooral (autosnel)wegen en geëlektrificeerde spoorwegen. De Groepsschuilplaats Type P kwam gewoonlijk tot stand in de directe nabijheid van reeds bestaande of in dezelfde tijd gerealiseerde kazematten, geschutsopstellingen, versterkingen of loopgraven. Een deel is ook gebouwd op bestaande forten. Doordat de loopgraven en andere (aard)werken later vrijwel overal zijn geëffend of gesloopt, liggen de betonnen schuilplaatsen tegenwoordig nogal eens voor een deel beneden het maaiveld of juist - onbedoeld - markant in het zicht. De van oudsher geheel gesloten voorzijde of frontzijde van de Groepsschuilplaatsen Type P was in veel gevallen gedekt door aardwerken die deel konden uitmaken van een glacis ter bescherming van de loopgraaf of van een gedekte weg. Deze aardwerken zijn thans meestal niet meer aanwezig of nog slechts met moeite herkenbaar, maar met name op forten of in anderszins geaccidenteerd terrein zijn ze soms nog wel aanwezig. Er zijn talrijke exemplaren van het Type P gebouwd in inundeerbare gebieden, waarbij in een aantal gevallen een later zichtbaar geworden paalfundering is toegepast; bij andere is een rondom uitstekende funderingsplaat of ook wel een trog tegen inundatiewater zichtbaar. De exemplaren rond Fort Blauwkapel liggen verspreid, met een zwaartepunt aan de oostzijde. Nabij een van de exemplaren aan de oostzijde ligt ook de betonnen gevechtsloopgraaf.

Omschrijving

GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P zijn éénlaagse, gewoonlijk in gewapend, circa 100 tot 180 cm dik gietbeton uitgevoerde, granaatvrije, militaire onderkomens, die beschutting konden bieden aan 10-12 manschappen infanterie / artillerie. Groepsschuilplaatsen Type P zijn gebouwd op een rechthoekig grondplan, bij maten van ongeveer 5.70 X 7.20 X 4.70 m in de uitvoering W 21-28. De zichtbare hoogte boven het maaiveld varieert. De beide blinde zijgevels en de keelzijde zijn tot op ongeveer 3 m hoogte verticaal uitgevoerd. Daarboven gaan deze gevels met een knik van ongeveer 45 0 naar binnen, om vervolgens over te gaan in een vlakke dekking. Rechts in de keelzijde is op plaatselijk verschillende hoogte boven maaiveld een (later al dan niet dichtgezette) toegangsopening. De in zijn geheel verticale, gesloten frontzijde weerspiegelt de hoeken van 45 0 en eindigt dus als een 'afgeknotte puntgevel'. In een aantal gevallen zijn in de gevel(s) ijzeren haken of beugels meegegoten die konden dienen ter bevestiging van camouflagemateriaal. Een kenmerkend onderdeel bovenop de schuilplaats Type P is de conische, betonnen 'uitlaat', die bestemd was voor toepassing van een periscoop. Deze periscopen zijn in de praktijk echter nooit aangebracht. Het interieur van Groepsschuilplaatsen Type P bestaat uit een korte gang (meestal met een betonnen keermuur of balustrade en gewoonlijk enkele neergaande treden) en een van daaruit naar links gerichte 'sluis' die afgrendelbaar moest zijn door een (uit meerdere delen bestaande) zware, stalen deur met grendels. Via een tweede, vergelijkbare deur kon rechtsom een achterliggende, vrijwel vierkante ruimte worden bereikt, de echte schuilplaats. De toegang kon vanuit deze ruimte worden bestreken door een schietgat. De stalen deuren zijn echter nooit geplaatst en de ingangen zijn later vaak dichtgezet met baksteen. De op circa twee meter boven vloerniveau gelegen plafonds zijn vlak en rechthoekig. In een aantal gevallen zijn nog interieuronderdelen aanwezig, zoals schietgatafsluitingen, (resten van) houten banken of een steun voor het vuurwapen voor de bestrijking van de ingang. De Groepsschuilplaatsen Type P rond Fort Blauwkapel liggen verspreid en de meeste zijn vrij goed in het veld herkenbaar.

Waardering

De GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P rond Fort Blauwkapel zijn van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende ongeveer 125 jaar is versterkt en verbeterd.

* Architectuurhistorische waarden, in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (19de en 20ste eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (19de en 20ste eeuw), c. het systeem van 'levende' veldversterking in de diepte (20ste eeuw).

Het betreft hier onderdelen uit de periode 1939-1940. Deze onderdelen zijn voorbeelden van gewapend betonnen manschappenschuilplaatsen.

* Ensemblewaarde en situationele waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang met de overige onderdelen van het complex.

* De onderdelen zijn representatief (karakteristiek) omdat ze duidelijk herkenbaar als elementen zijn toegevoegd aan het bestaande defensiestelsel.

* De onderdelen zijn tamelijk gaaf bewaard en laten zich goed als gebouwde elementen in het veld herkennen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 532346. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Fort, vesting en -onderdelen

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Fort, vesting en -onderdelen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing