Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
8331
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82963/138
Kadastrale aanduiding
Arnhem O 4902
Jansplein 60, 6811 GD te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

Koepelkerk van Vrijgemaakt Gereformeerd Kerkgenootschap, gebouwd in 1837/38 naar ontwerp van de toenmalige stadsbouwmeester Antony Aytink van Falkenstein. Centraalbouw met achtzijdige plattegrond en ronde middenruimte met Ionische zuilen en koepeldak. Tweeklaviersorgel uit 1842 van G.H. Quellhorst en C.F.A. Naber (later toegevoegd Pedaal valt buiten bescherming) en monumentale orgelkas met snijwerk in late Empire-vormen met op pedaaltorens in hout gesneden beelden van koning David en twee bazuinengelen. Restauraties: Provisorisch herstel na 1945, 1976 (reconstructie interieur/nieuwe ramen).

De Koepelkerk is de opvolger van de oude St. Janskerk, welke behoorde tot de Commanderij van Sint Jan. Van deze oude Janskerk (met Romaans tweetorenfront, Romaans basilicaal schip, laatgotisch transept en koor) was het koor gelegen op het huidige Jansplein, net ten westen van de plaats waarop nu de Koepelkerk staat. Deze Janskerk verkeerde eind 18de eeuw in een zeer slechte staat van onderhoud. In 1806 kreeg de gemeente Arnhem de kerk in bezit en wilde haar bestemmen voor de snel groeiende Hervormde gemeente. In 1817 werd deze bijzondere, maar bouwvallige kerk helaas gesloopt. Gelukkig was het gebouw door Jan de Beijer (1742) en D.G. van Gorcum (tijdens sloop) op tekening vastgelegd, waardoor we van de kerk het nodige weten. Kort op de sloop van de kerk volgde ook de sloop van de resterende Commanderijgebouwen, waarna ondermeer het huidige Jansplein ontstond. In 1836 kreeg de in neoclassicistische stijl werkende stadsbouwmeester Anthony Aytink van Falkenstein (1797-1840) de opdracht tot de bouw van een nieuwe kerk. De bouw startte in 1837 en werd voltooid begin van het jaar 1838. Op 14 juni 1837 werd de eerste steen gelegd en volgens de stichtingssteen bezocht Koning Willem I het bouwterrein van de kerk nog dezelfde week. Aytink van Falkenstein gebruikte als voorbeeld voor zijn ontwerp de Lutherse Koepelkerk te Amsterdam, waarvan hij met name de door J. de Greef in 1827 ontworpen nieuwe houten koepelconstructie (nieuwbouw noodzakelijk geworden na een brand in 1822) goed bestudeerde. De houten koepelconstructie van De Greef rust op een dubbelwandige tamboer, welke een voortzetting vormt van de buitenmuur. Aytink van Falkenstein vermeed deze tamboer (alleen bij de buitenschil hanteerde hij een lage bakstenen tamboerzone) en liet de buitenschil van de koepel rusten op de buitenmuren en de binnenschil op de door de acht zuilen van de ronde binnenruimte gedragen architraafbalk. Tussen de beide schillen plaatste hij driehoekspanten met schoren naar de houten ringconstructie van de lantaarn, afgeleid van De Greefs oplossing voor de Amsterdamse koepelkerk.

De Arnhemse kerk bezit inwendig dus een centrale ruimte, omgeven door acht zuilen die een cirkelvormige architraafbalk dragen waarop een cassettenbinnenkoepel rust. Volgens een beschrijving uit 1926 was het interieur lichtgrijs en zuilen roze geschilderd. De omgang rondom deze centrale ruimte bevat twee houten galerijen.

De bovenste galerij is na de oorlog tijdens het provisorische herstel gesloopt, maar tijdens de restauratie in 1976 weer teruggebracht. De kerk bezit een gerestaureerd Naber-orgel uit 1841/42. In 1961 is de kerk door de Hervormden verkocht aan de Gereformeerde vrijgemaakte kerk, die het gebouw thans bezit.

Omschrijving

De kerk is gelegen midden op het rechthoekige Jansplein, in het noordelijk deel van het oude stadscentrum. De kerk is sober gedecoreerd. Het exterieur bestaat uit een achtzijdige bakstenen centraalbouw met aan de noordzijde een lage kerkenraadskamer met driezijdige sluiting. De kerk heeft een hardstenen plint, daarboven een bakstenen strook metselwerk, afgesloten door een hardstenen waterlijst. In elke zijde is een hoog rondboogvenster geplaatst, met oorspronkelijk houten veel-ruits ramen (na restauratie in 1976 metalen ramen). Op de hoeken van de gevels zijn bakstenen pilasters geplaatst, die een geprofileerde natuurstenen architraaflijst dragen, met daarboven een fries met triglyfen en een houten bakgoot op klossen.

De gevel aan de zuidzijde heeft een rechthoekige deuropening met een natuurstenen omlijsting en natuurstenen kroonlijst op consoles. Boven deze deurpartij bevindt zich een rondboogvenster.

Het koepeldak rust op een lage bakstenen tamboer met geprofileerde deklijst (oorspronkelijk waren op deze deklijst op de hoeken akroteria geplaatst). Het koepeldak, gedekt met leien (en bij de aansluiting op de lantaarn met zinken losanges), wordt bekroond door een achtzijdige lantaarn met rondboogvensters en een met koper bekleed koepeldakje. De lantaarn heeft op de hoeken weer zuilen die het hoofdgestel onder het koepeldakje dragen. De lantaarn is verder omgeven door een omgang met een opengewerkte klassieke balustrade. In het interieur is de achtzijdige buitenmuur geheel afgerond. Ook de centrale ruimte is rond en sluit af met een met cassettes gedecoreerde binnenkoepel, rustend op een architraafbalk, ondersteund door acht Ionische zuilen. Rondom deze zuilen is in de vlak gedekte omgang een dubbele galerij geplaatst, met opengewerkte klassieke balustraden. In deze omgang is aan de ingangszijde een kosterkamer en opslagruimte geprojecteerd en achter het orgel in de uitbouw een kerkenraadskamer, met in de sluiting een rondboogvenster met veel-ruits ramen in de zijwand een deur. In het voorportaal bevindt zich een stichtingssteen met de tekst: "Kerkvoogden Mr A.A. de RUUK, Mr. A.C. VISSCHER BOURICIUS, A. van GOOR, Mr. F.G. MEYBAUM, Mr. A.G.G. ROYAARDS, J.H. BLAAUW, en J. VERBURGT JZn, hebben, op den 14 Junij 1837 door eerstgenoemden hunnen Voorzitter, den eersten steen doen leggen. AYTINK v: FALKENSTEIN, Architect. In diezelfde week werd de aangevangene bouw bezocht door Zijne Majesteit den KONING. WILLEM I." Het Naber-orgel sluit met de in late Empire-stijl uitgevoerde kas met beelden van koning David en bazuinspelende Engelen goed aan bij de neo-classicistische uitmonstering van de kerk.

Waardering

De Koepelkerk is een belangrijk voorbeeld van een vroeg 19de eeuwse centraalbouw in neoclassicistische stijl, met een bijzondere koepelconstructie. Het is een hoofdwerk van de stadsbouwmeester Antony Aytink van Falkenstein, die fraaie monumentale bouwwerken voor de stad ontwierp in neoclassicistische stijl (o.a. Willemskazerne, Paleis van Justitie, beide verwoest in WOII). Van zijn werk is dus helaas weinig bewaard is gebleven. Monumentale kerken van dit type en deze stijl zijn vrij zeldzaam in ons land en bezitten alleen al daarom een hoge architectuurhistorische waarde. De kerk heeft tevens een hoge situeringswaarde vanwege haar centrale ligging op het Jansplein en is een belangrijk gezichtsbepalend bouwwerk voor de Arnhemse binnenstad.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk