Complexgegevens

Complexnummer
516379

Omschrijving

Inleiding

SLUIZENCOMPLEX uit de periode rond 1930, bestaande uit een SCHUTSLUIS (met sluishoofden en sluiskolk) en een GEMAAL. In 1919 werd begonnen met de aanleg van een kanaal tussen de Boven-Rijn en Enschede. Om een verbinding met de IJssel te leggen begon men tussen 1930 en 1936 onder leiding van Dr. ir. Ludolph Reinier Wenholt met de aanleg van de Twentekanalen, bestaande uit de volgende kanaalpanden: het IJsselpand, het pand tussen Eefde en Delden, het pand tussen Delden en Hengelo, het pand tussen Hengelo en Enschede en als laatste een zijtak naar Almelo. Een groot gedeelte hiervan werd in het kader van de werkverschaffing door werkloze arbeiders met de schop uitgegraven. Bij de werkzaamheden hoorde ook de aanleg van een schutsluis te Eefde waarmee in 1930 een begin werd gemaakt. Deze werd in 1933 in gebruik gesteld. Verantwoordelijk voor de vormgeving en constructie waren onder andere ir. D. Roosenburg (1887-1962), esthetisch adviseur voor Rijkswaterstaat, ir. J.W. Akkerman en ir. A. Eggink. De architectuur is ontworpen in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid met invloeden van de Nieuwe Haagse School, welke zich onder andere kenmerkt door het gebruik van nieuwe materialen zoals beton en ijzer.

Omschrijving

Het SLUIZENCOMPLEX bestaat onder andere uit twee wit gepleisterde betonnen sluishoofden, het zogenaamde boven- en benedenhoofd met daartussen een schutkolk. Het geheel vormt een zogenaamde schutsluis. Tussen de sluishoofden langs de schutkolk op de zuidoever bevindt zich het sluiswachtershuis. Hierachter bevindt zich het oude aflaatwerk. De sluishoofden zijn voorzien van stalen hefdeuren met mechanische as, oorspronkelijk aangedreven door electromotoren. Het oorspronkelijke gemaal was tot 1969 voorzien van twee elektrisch aangedreven pompen met een pompcapaciteit van respectievelijk 3,5 kubieke meter per seconde en 1,5 kubieke meter per seconde. De opvoerhoogte bedroeg 6 meter. Het oude aflaatwerk had een capaciteit van ca. 90 kubieke meter per seconde door twee schuiven, bij een IJsselpeil kleiner dan N.A.P. + 7 meter.

Vanwege de uitschuring van de IJssel werd in 1955 het complex uitgebreid met een voorsluis voorzien van twee betonnen dukdalven. In 1970 werd aan de rechterzijde van het oude gemaal een nieuw gemaal gebouwd voorzien van twee dieselmotoren. In 1979 werd aan de linker zijde van het oude gemaal een nieuw aflaatwerk gebouwd, geheel opgetrokken in beton. De totale lengte van de sluis bedraagt 140 meter met een schutlengte van 130 meter en een breedte van 12 meter. De sluis overbrugt een waterstandspeil van -2 naar 7,5 meter N.A.P..

Het sterk verbouwde voormalige sluiswachtershuis valt buiten de bescherming. Ook de recentere toevoegingen zoals de voorsluis, het nieuwe gemaal, het recente aflaatwerk en de recente bedieningstoren vallen buiten de bescherming.

Waardering

SLUIZENCOMPLEX in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid gebouwd tussen 1930 en 1933.

- van architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard en belangrijk complex voor de geschiedenis van de bouwtechniek met name door de toepassing van beton en staal en de en de vooruitstrevende technische uitvoering. De gekoppelde heftorens zijn uitgevoerd met een zorgvuldige vormgeving en detaillering, in de vormen van de Nieuwe Zakelijkheid met invloeden van de Nieuwe Haagse School.

- het complex heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van de aanleg van de Twentekanalen, welke zowel nationaal als internationaal van groot belang moet worden geacht, vanwege de innovatieve techniek van de sluiscomplexen binnen de aanleg in combinatie met de constructie en toegepaste bouwstijl.

- van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de grootschalige aanleg van de Twentekanalen tussen 1930 en 1936 en de hiermee samenhangende ruimtelijke en industriële ontwikkeling van landschap en omgeving.