Complexgegevens

Complexnummer
516746

Omschrijving

Inleiding:

WONINGBOUWCOMPLEX bestaande uit achtentwintig middenstandswoningen, gebouwd in 1921-1922 in de stijl van de Nieuwe Haagse School in opdracht van de speciaal voor dit doel opgerichte Coöperatieve Woningbouwvereniging "De Middenstandswoning" door ir. W.F.C. Schaap (1870-1933). Het complex van achtentwintig woningen is verdeeld over negen objecten (de letters corresponderen met de objectcodes):

A: Sickeszlaan 1-3.

B: Sickeszlaan 5-15.

C: Sickeszlaan 17; St. Nicolailaan 21.

D: St. Nicolailaan 11; Pontanuslaan 31.

E: St. Nicolailaan 13-15.

F: St. Nicolailaan 17-19.

G: Pontanuslaan 7-13.

H: Pontanuslaan 15-21.

I: Pontanuslaan 23-29.

Het complex ligt tussen het hoofdkantoor van de Nederlandsche Heidemij van De Bazel en de voormalige H.B.S. van Bremer, beiden gelegen aan de Apeldoornseweg, op een door vier straten omgeven stuk grond, Sickeszlaan, St. Nicolailaan, Pontanuslaan en Sickeszplein, waarvan de hoek Sickeszplein/ Pontanuslaan niet tot het complex behoort. Het complex omvat de Sickeszlaan 1-17 aan de noordzijde, de Pontanuslaan 7-31 aan de zuidzijde en de St. Nicolailaan 11-21 aan de oostzijde en is opgebouwd uit blokjes van twee, vier, en zes woningen. Langs de Sickeszlaan ligt het blok van zes woningen, geflankeerd door blokjes van twee woningen, aan de St. Nicolailaan staan twee blokjes van twee woningen en aan de Pontanuslaan staat een blokje van twee woningen en liggen drie blokjes van vier U-vormig gegroepeerd aan een door een inham in de straat gevormd vierkant pleintje. Deze drie blokken zijn onderling verbonden door middel van gemetselde rondboogvormig afgesloten poorten. De woningen zijn voorzien van voor- en achtertuinen, de hoekwoningen bezitten ook een zijtuin. De schuurtjes zijn per twee, drie of zes gekoppeld. Aan het Sickeszplein, de Pontanuslaan en de St. Nicolailaan bevinden zich de beginpunten van resp. één lange en twee korte brandgangen, die de achtertuinen ontsluiten. Het pleintje in de Pontanuslaan bestaat uit een grasveld met een plantsoen in het midden, enkele bomen en een trottoir aan de zuidzijde.

Het complex is gelegen in de wijk Sonsbeekkwartier-Noord, ten oosten van Park Sonsbeek en ten noorden van het Graaf Ottoplein. Deze middenstandswijk, waarvan het stedebouwkundig plan is ontworpen door W.F.C. Schaap, wordt gekenmerkt door de gebruikmaking van het geaccidenteerde terrein, de verspringende rooilijnen, de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en de visuele gaafheid van de open stedebouwkundige structuur.

W.F.C. SCHAAP werd in 1870 geboren in Delft als zoon van een aannemer. Na zijn studie van civiel- en bouwkundig ingenieur in Delft, trad hij in 1897 in dienst bij het "Bureau van Gemeentewerken" te Arnhem, dat destijds onder leiding stond van ir. J.W.C. Tellegen. In 1899 werd Schaap benoemd tot adjunct-directeur. In 1900 volgde zijn benoeming tot directeur Gemeentewerken in Deventer. Toen ir. Tellegen echter vier maanden later naar Amsterdam vertrok om daar directeur Bouw- en Woningtoezicht te worden, kwam Schaap terug naar Arnhem als directeur Gemeentewerken. Hij heeft deze functie tot 1920 bekleed, daarna richtte hij zijn eigen bureau op, het Ingenieurs- en Architectenbureau Schaap.

Schaap is voor de ontwikkeling van Arnhem van buitengewone betekenis geweest. Onder zijn leiding werd het industrieterrein aangelegd en de electriciteitscentrale en het gemeentelijk slachthuis gebouwd, kwamen diverse uitbreidingsplannen tot stand waaronder de woningwetcomplexen de Mussenberg (1910), de Verschuerbuurt (1911), het Talmaplein (1916), de Geitenkamp (1919) en de villawijken Ruimzicht en Gulden Bodem, kreeg het tramnet zijn vorm, werden de saneringen in Klarendal verder uitgevoerd en werd de plaats van de nieuw te bouwen Rijnbrug bepaald.

Het Ingenieurs- en Architectenbureau Schaap is vooral bekend geworden door de vele uitbreidingsplannen die het voor gemeenten in Zuid- en Oost-Nederland maakte. Voor de provincie Gelderland ontwierp het bureau de streekplannen voor arnhem e.o. en voor Oost-Gelderland. Overigens heeft het bureau ook op bouwkundig terrein belangrijke projecten in Arnhem gerealiseerd: twee woningwetcomplexen op de Geitenkamp (Druckerplein en Korhoenplein), de winkelmagazijnen Van der Hart in de Ketelstraat en Lijberse in de Koningstraat, alle in de stijl van de Amsterdamse School, het winkelmagazijn Voss in de Rijnstraat in Um 1800/Art Deco-stijl, het woningbouwcomplex "De Middenstandswoning" aan de Sickeszlaan e.o. in de stijl van de Nieuwe Haagse School en het kantoor en magazijn Van der Wall aan de Korenmarkt in Nieuw-Zakelijke trant. Verder verwierf het bureau vooral bekendheid met kleine en middelgrote utilitaire opdrachten zoals bruggen, gemalen, transformatorhuisjes en scholen. Schaap was een aanhanger van de moderne stedebouw, waarbij niet alleen naar de meest profijtelijke vorm van verkaveling werd gekeken, maar die bovenal oog had voor de esthetische kwaliteit van de stadsuitbreiding. Schaap was beïnvloed door het werk van Camillo Sitte: "Der Städtebau nach seinen künstlerischen Grundsätzen" en door de ideeën van J. Stübben en E. Howard.

Schaap heeft in Arnhem diverse belangrijke functies bekleed, waaronder die van bestuurslid van het Nederlands Openluchtmuseum. Hij was medeoprichter van het Gelders Genootschap tot bevordering en instandhouding van de schoonheid van stad en land, voorloper van de Gelderse schoonheidscommissie.

Omschrijving

Het WONINGBOUWCOMPLEX "De Middenstandswoning" telt vijf verschillende typen woningen: het dubbel woonhuis (Sickeszlaan 1-3), het dubbel woonhuis met éénlaags uitbouw met balkon aan de achterzijde (op de hoeken van de St. Nicolailaan met de Sickeszlaan en de Pontanuslaan), het dubbel woonhuis met vooruitspringende middenpartij in de voorgevel(St. Nicolailaan), het blok van vier en het blok van zes, waarbij de hoekwoningen van deze laatste twee gelijk zijn. De twee middenwoningen van de blokken van vier en van zes zijn driebeukig en bezitten eenzelfde plattegrond, maar dan in gespiegelde opzet. Bij het blok van zes bevinden zich tussen de hoekwoningen en de twee middelste woningen smallere tweebeukige woningen. Ondanks de verschillen in afmeting en plattegrond bestaat er een grote mate van overeenkomst in vormgeving en detaillering. Alle woningen zijn twee- of driebeukig bezitten een nagenoeg rechthoekig grondplan en twee bouwlagen onder een plat dak met groot overstek, gedekt met mastiek en grind. Bij alle hoekwoningen bevindt de ingang zich in de zijgevel. De woningen zijn opgetrokken in rode en gele baksteen, gemetseld in halfsteens verband en voorzien van siermetselwerk. De woningen bezitten licht vooruitspringende ingangspartijen met houten luifels en/of driezijdige erkers en rechthoekige door een gegolfde betonnen band afgesloten vensters met stalen ramen en horizontale roedenverdeling. Bij enkele woningen zijn de ramen gewijzigd.

De woningen bezitten in de achtertuinen schuurtjes met plat overstekend dak, gepotdekselde gevels op een stenen plint en rechthoekige vensters, voorzien van ramen met diagonale roedenverdeling. De schuurtjes zijn per twee, per drie of per zes gekoppeld. Enkele woningen hebben een vrijstaand schuurtje. De woningen st. Nicolailaan 11 en 21 bezitten een tegen de achtergevel gebouwd schuurtje met gevels van baksteen. Veel woningen bezitten nog het oorspronkelijke houten tuinhekje. Bij een aantal woningen zijn in het INTERIEUR nog een aantal oorspronkelijke elementen bewaard gebleven zoals: trappenhuizen, door vaste kasten geflankeerde schuifdeuren tussen de kamers en suite, paneeldeuren met omlijsting, hang- en sluitwerk, betegelde schouwen, wastafels, keukenkasten e.d.

Deuren en kastdeuren zijn deels voorzien van ramen met diagonale roedenverdeling.

Waardering

Het WONINGBOUWCOMPLEX "De Middenstandswoning", gebouwd in 1921-1922 door ir. W.F.C. Schaap.

- Van architectuurhistorische waarde als een goed en gaaf voorbeeld van een complex middenstandswoningen in de stijl van de Nieuwe Haagse School. Het complex heeft architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van ir. W.F.C. Schaap, die in dit geval zowel het stedebouwkundig plan als de woningen heeft ontworpen. Het complex heeft architectuurhistorische waarde vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van de samenstellende onderdelen, die ondermeer tot uitdrukking komt in de bijzondere detaillering en het materiaalgebruik.

- Van stedebouwkundige waarde vanwege de rangschikking van de samenstellende onderdelen, waardoor aan de Pontanuslaan een plein is ontstaan. Het complex, dat tussen het kantoor van de Nederlandsche Heidemij van De Bazel en de voormalige H.B.S. van Bremer is gesitueerd, heeft stedebouwkundige waarde als onderdeel van de grotere wijk Sonsbeekkwartier-Noord, waartoe ook de woningbouwcomplexen aan de zuidzijde van de Pontanuslaan en rondom het Goeman Borgesiusplein behoren en waarvan het stedebouwkundig plan is ontworpen door ir. W.F.C. Schaap. Deze wijk wordt gekenmerkt door de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en de visuele gaafheid van de open stedebouwkundige structuur.

- Van cultuurhistorische waarde als vroeg voorbeeld van een complex middenstandswoningen, gebouwd in opdracht van een speciaal voor dit doel in het leven geroepen woningbouwvereniging. Het complex is van belang als bijzondere uitdrukking van de vooruitstrevende situatie in Arnhem op het gebied van de volkshuisvesting, welke verbonden is met het oprichten van diverse verenigingen, de bekendheid met moderne (buitenlandse) stedebouwkundige denkbeelden en het aantrekken van bekende architecten.