Complexgegevens

Complexnummer
517653

Omschrijving

Inleiding

GEDENKTEKEN, als blijk van dank voor de gastvrije opname van Belgische militairen en burgervluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog werd al tijdens de oorlog het plan opgevat om een monument ter herinnering hieraan op te richten. Initiatiefnemer was Omer Buyse, directeur van de Centrale Commissie der Werkscholen van de geïnterneerde Belgen in Nederland. Op 3 oktober 1916 werd het besluit genomen en in een brief werd het plan voorgelegd aan het gemeentebestuur van Amersfoort, de stad die aan veel Belgen onderdak bood. Met het voorstel, waarin de voorwaarde was opgenomen dat de gemeente het monument zelf diende te onderhouden, ging de gemeenteraad unaniem accoord.

Het COMPLEX, bestaande uit een HOOFDGEBOUW, HERDENKINGSMUUR met daartussen een TUINAANLEG, werd ontworpen door de Belgische architect Huib Hoste (1881-1957). Zijn belangstelling voor de Nederlandse architecten Berlage, De Bazel en Kromhout was van grote invloed op zijn werk. De indeling van het omliggende terrein, dat het hoogste deel van de Amersfoortse Berg betrof, ontwierp Hoste in samenwerking met de Belgische tuinarchitect Louis van der Swaelmen jr. (1883-1929), die streefde naar een tuin, die als een verlengstuk van het huis was vorm gegeven, de door hem zo genoemde 'moderne regelmatige tuin'.

De bouwkundige onderdelen van het monument werden voorzien van beeldhouwerk, oorspronkelijk uitgevoerd in gemetalliseerd beton, en niet meer aanwezige glaspanelen. Als kunstenaars waren hierbij de Nederlandse beeldhouwer Hildo Krop, de Zwitserse beeldhouwer Francois Gos en de Belgische (glas)schilder Firmin de Smet betrokken. Vermoedelijk heeft ook de Haarlemse glasschilder W. Bogtman aan het monument gewerkt.

Een schilderij van Desmet met de voorstelling Genovieva is verplaatst naar museum Flehite te Amersfoort.

In 1957 werd het beeldhouwwerk door de toen 72-jarige beeldhouwer Hildo Krop vervangen in een Franse kalkzandsteen uit het steenmassief van Chauvigny. In 1973 werden nog twee plaquettes vervangen door afgietsels, die bestaan uit cement met kunstharsmortel en een wapening van gegalvaniseerd betonijzer.

Op 11 mei 1917 is men vermoedelijk met de bouwwerkzaamheden gestart, die voor het grootste deel in september van dat jaar konden worden afgerond. Het duurde echter tot het voorjaar van 1919, voordat het laatste glaspaneel in het monument was geplaatst. Pas in 1938 bezochten Koningin Wilhelmina en Koning Leopold van België gezamenlijk het monument, waaraan nu nog een bronzen plaquette herinnert.

Omschrijving

De tuin bestaat uit een vierkant met afgeronde hoeken, omgeven door dubbele ligusterhagen, waarbinnen paden zijn gesitueerd. Ter weerszijden van lage trapjes zijn de hagen als pylonen met een hoogte van twee meter vormgegeven. Het binnenterrein bestaat uit het ter plaatse voorkomende eikenhakhout. De as van de tuin wordt doorgezet met een breed pad, dat als zichtas naar de Daam Fockemalaan loopt.

Op het hoogtste punt van het terrein, op 43.60 NAP, is het hoofdgebouw gelegen. De plek werd in overleg met de adviseur van de gemeente, tuinarchitect H.A. Poortman, zorgvuldig gekozen. Hiervoor werd zelfs een houten staketsel opgericht. In het hoofdgebouw, dat als uitzichtspunt over de Gelderse Vallei en het IJsselmeer diende, werden kleine expositieruimten ondergebracht. In 1967 werd, als oefeninstrument voor de Beiaardschool, op de middelste pyloon van het hoofdgebouw een carillon geplaatst, dat afkomstig was van de EXPO te Brussel.

Op 60 meter afstand werd in noord-westelijke richting, eveneens in de zichtas gelegen, een herdenkingsmuur opgericht, die op 40 meter NAP werd gesitueerd. Deze muur werd met beeldhouwwerk en gebeeldhouwde teksten gedecoreerd. De afstand van de muur werd tijdens het ontwerpproces verdubbeld. Plannen om de muur tot onderdeel van een museum te maken zijn nooit uitgevoerd.

Het complex van het Belgenmonument-complex bestaat uit de volgende onderdelen:

1. de tuinaanleg;

2. het hoofdgebouw;

3. de herdenkingsmuur.

Waardering

Het Belgenmonument op de Amersfoortse Berg is van algemeen belang vanwege zijn architectuur- en cultuurhistorische waarde als belangwekkend totaalkunstwerk, met bijzondere ethetische kwaliteiten in metselwerk, toegpaste materialen en vormgeving. Van sociaalhistorische waarde vanwege zijn bestemming welke verbonden is met WO I en de in die jaren door Nederland verstrekte humanitaire huilp aan Belgische vluchtelingen.