Complexgegevens

Complexnummer
521303

Omschrijving

Inleiding

Het voormalige CONCENTRATIEKAMP "Konzentrationslager Herzogenbusch", is gelegen ten westen van de Vugtse Heide, ten noordwesten van de kern van Vught. Het hoofdkamp van dit concentratiekamp, dat meestal wordt aangeduid als "Kamp Vught", werd vanaf 1942 gebouwd, tegenover het recreatiegebied "De IJzeren Man". Waarschijnlijk was de relatief geïsoleerde ligging - zij het niet ver van een stad verwijderd - van de Vughtse heide doorslaggevend bij de keuze voor het bouwterrein. Pas in augustus 1944 was de bouw van het complex geheel voltooid. Op 13 januari 1943, toen het kamp nog niet gereed was, werden de eerste noodbarakken van het concentratiekamp in gebruik genomen door gevangenen uit het "Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort". Enige dagen daarna werd het complex tevens in gebruik gesteld als doorgangskamp voor Joodse gevangenen, omdat het doorgangskamp Westerbork vol was geraakt.

Kamp Vught was opgezet volgens het model van de Duitse SS-kampen, waarvan het in 1933 opgezette concentratiekamp Dachau, onder leiding van Theodor Eiche het eerste voorbeeld vormde. De SS-kampen werden doorgaans alleen in het Duitse rijk gebouwd: "Kamp Vught" vormde als SS-kamp in Nederland een uitzondering. Als enige SS-kamp in een niet bij het Duitse rijk geannexeerd gebied, ressorteerde "Kamp Vught" direct onder het "SS-Wirtschaftsverwaltungs Hauptamt" in Berlijn. Het kamp en de bijbehorende SS-gebouwen werden opgetrokken door Nederlandse aannemers en Nederlands personeel, de bouwleiding werd echter gevoerd door de SS-er Otto Herzberg. Deze leidde in Vught een bureau waar gevangen architecten werkten, gevestigd in villa Solskin aan de Helvoirtseweg. Wat betreft de opzet toont het concentratiekamp grote gelijkenis met de Duitse concentratiekampen Dachau en Buchenwald.

De kosten van de bouw van het concentratiekamp werden geheeld betaald uit verbeurd verklaard Joods bezit. Tussen 1943 en de opheffing van het kamp in september 1944 verbleven er circa 29.500 gevangen in het concentratiekamp.

Onder hen circa 12.000 Joodse gevangenen; voor hen was een afzonderlijke afdeling van het concentratiekamp gereserveerd, dat dienst deed als doorgangskamp. Verder waren in het kamp politieke gevangenen, zogenaamde asocialen (bijvoorbeeld zwarthandelaren en illegale slachters), van misdaden verdachte en "staatsgevaarlijke" personen, Jehova's getuigen, gijzelaars (gevangen genomen na de april-mei staking van 1943), preventieve gijzelaars (overgekomen uit Sint Michielsgestel en Haaren) en een groep geïnterneerden voor Nederlands Oost-Indië (vastgezet vanwege de internering van Duitsers in de Oost). In totaal zijn in kamp Vught, buiten de 329 geëxecuteerden, bijna 400 gevangenen omgekomen. De gevangenen werden in barakken ondergebracht, die waren onderverdeeld in een gedeelte voor Joden en gijzelaars (aan de noordzijde) en het zogenaamde "Schutzhaftlager" (voor staatsgevaarlijke gevangenen). Aan de westelijke zijde van het terrein lag de vrouwenafdeling van het concentratiekamp. Gevangenen die voor een overtreding werden bestraft of in afwachting waren van een berechting danwel een executie werden opgesloten in de zogenaamde Bunker, een door een hoge muur omgeven gevangenis aan de noordzijde van het kampterrein. Overleden gevangenen werden in het crematorium in de noordwestelijke hoek van het concentratiekamp gecremeerd. In het kader van de totale arbeidsinzet waren er binnen het concentratiekamp een drietal industriële werkplaatsen gevestigd: Er was een Philipswerkplaats, een "Luftwaffe-commando" voor demontage van oorlogvliegtuigen, een afdeling voor bontbewerking (Escotex) en een lompensorteerderij (Menist).

Na de bevrijding van Vught in oktober 1944 deed het concentratiekamp Vught achtereenvolgens dienst als onderkomen voor geëvacueerde Duitse burgers, als bewakingskamp voor collaborateurs en als kamp voor de Dienst Uitvoering Werken (DUW). Vanaf 1951 keeg het de functie van Moluks woonoord. Later werden delen van het kamp(terrein) in gebruik genomen door het Ministerie van Defensie en de gevangenis Nieuw Vossenveld.

Omschrijving

Het terrein van het voormalige concentratiekamp Vught is gelegen ten noordwesten van de gemeentekern, aan de westelijke zijde van de Vughtse heide. Het complex beslaat een omvangrijk terrein aan weerszijden van de Lunettenlaan. De toegang tot dit terein lag aan de zuidelijke zijde: De toegangsweg was afgesloten door een slagboom. Rondom het terrein was een hoge prikkeldraadomheining tussen betonnen palen aangebracht. Achter deze omheining lag een gracht, waarvan de taluds ook met prikkelfraad bespannen waren. Aan de binnenzijde van deze gracht was een tweede prikkeldraadversperring aangebracht. Een gedeelte van de omheinig resteert nog (aan de zuidwestelijke zijde, ter plaatse van de commandantswoning (complexonderdeel 5) en op de noordoostelijke hoek van het complexterrein. Aan de oostzijde van de Lunettenlaan, ten noorden van de Boslaan, ligt de KAZERNE van de SS (complexonderdeel 1), bestaande uit een viertal L-vormige gebouwen die samen een kruisvormige plattegrond beslaan. Iets noordelijker, aan de westelijke zijde van de Lunettenlaan ligt het rechthoekige SS- terrein, dat aan de noordzijde door een smalle weg van het gevangenenkamp werd gescheiden. Aan het begin van deze weg ligt bij de ingang aan de Lunettenlaan een WACHTGEBOUW (complexonderdeel 2). Op het SS- terrein is aan de westelijke zijde een viertal gebouwen rond een rechthoekig pleintje gelegen: Ten oosten van het plein de OFFICIERSMESS (compexonderdeel 3), aan de noord- en zuidzijde twee LEGERINGSGEBOUWEN (complexonderdeel 4), waarin kantoren en verblijven voor de SS- officieren. Ten westen van het plein een WOONHUIS voor de SS- commandanten (complexonderdeel 5). Aan de noordelijke zijde van het SS- terrein ligt langs de weg door het kamp een GARAGE (complexonderdeel 6). Het eigenlijke concentratiekamp bevond zich op een rechthoekig terrein ten noorden van de SS- gebouwen. De toegang tot het concentratiekamp vanaf het SS- terrein werd gevormd door een POORTGEBOUW (complexonderdeel 7), de zogenaamde "Kommandantur". Direct achter de Kommandantur lag een rechthoekig, door twee smalle lanen doorkruiste APPEL-PLAATS (complexonderdeel 8), waar de gevangenen een aantal malen per dag werden bijeen geroepen voor appèl. De noordelijke helft van deze appèlplaats is na 1945 bebouwd. Ten oosten en ten westen hiervan lagen gebouwen voor het registratiekantoor en de keuken/wasserij, respectievelijk gesloopt en gedeeltelijk gesloopt/verbouwd (en hierdoor buiten de bescherming vallend). Ten noorden van de appèlplaats lagen de barakken voor de gevangenen. Een aantal van dezxe barakken (nummers 33 tm 43 - zie plattegrond-) vormden de werkplaatsen voor de Philips-fabriek. De barakken van het doorgangskamp voor Joodse gevangenen lagen aan de noordzijde van het terrein. Anno 2001 is nog slechts één oorspronkelijke BARAK (Barak 1, complexonderdeel 9), gelegen ten oosten van de appèlplaats, gehandhaafd. Aan de noordzijde van het terrein, tussen de barakken voor de Joodse gevangenen, lagen het inmiddels gesloopte ziekenhuis en de ommuurde kampGEVANGENIS, ook wel "de Bunker" genoemd (complexonderdeel 10). Op de noordoostelijke hoek van het terrein ligt het CREMATORIUM (complexonderdeel 11). Ten oosten van het terrein van het voormalige concentratiekamp ligt op de Vughtse heide een drietal in 1847 aangelegde lunetten. Op het een van deze lunetten, (lunet 3) ligt de bij het kamp behorende FUSILLADEPLAATS met een GEDENKTEKEN uit 1947, (Complexonderdeel 12), ontworpen door Joh. F. van Herwerden.

Waardering

Het complex van het concentratiekamp Vught is van algemeen belang en bezit grote cultuur-historische waarde als bijzondere uitdrukking van een historische ontwikkeling. Het complex is als enige voormalige SS-concentratiekamp in Nederland (en als enige SS-concentratiekamp buiten het Duitse rijk) uniek. Als herinnering aan de vervolging van de Joden en de behandeling van gevangenen door de SS ten tijde van de bezetting heeft het complex grote historische waarde. Het heeft een grote belevingswaarde als aan de verschrikkingen en het geweld van de oorlog herinnerend ensemble. Het complex van het concentratiekamp illustreert het door de SS gevoerde schrikbewind in de concentratiekampen. Het complex bezit ensemblewaarde door de bijzondere wijze van inrichting: Het concentratiekamp toont qua opzet grote gelijkenis met eerder gebouwde Duitse concentratiekampen, zoals Buchenwald en Dachau. Het complex is van belang vanwege de plattegrond/aanleg, waarin een duidelijke hiërarchie tot uiting komt, die heden nog afleesbaar is. Het concentratiekamp is als enig SS- concentratiekamp in Nederland van belang vanwege zeldzaamheid. Zowel door de cultuur- en architectuurhistorische waarde als door de zeldzaamheid en herkenbaarheid van de oorspronkelijke aanleg is het complex van groot nationaal- en internationaal belang.