Complexgegevens

Complexnummer
522425

Omschrijving

Inleiding.

Complex bestaande uit het voormalige PALEIS VAN JUSTITIE (onderdeel I) en een op het binnenterrein tussen de beide vleugels hiervan gelegen GEVANGENISCOMPLEX (onderdeel II).

Beide onderdelen zijn tussen 1912-1924 opgetrokken in een mengvorm van Ambachtelijk-traditionele en Eclectische motieven naar ontwerp van de Hoofdingenieur-Architect der Gevangenissen en Gerechtsgebouwen W.C. Metzelaar. Door bezuinigingen tijdens en na de Eerste Wereldoorlog is het ontwerp ettelijke malen versoberd, onder meer door rijksbouwmeester S. Wijn.

In 1944 steken de Duitsers bij het verlaten van de stad het aan de Spinhuiswal gelegen gedeelte in brand. De kap, gevel en achterliggende dienstvertrekken worden hierbij onherstelbaar beschadigd. De hoofdmassa van het gebouw alsmede de aan de achterzijde gelegen, rijk geornamenteerde zittingszalen blijven gespaard. Met name de zittingszalen behoren tot de fraaiste die het bureau Metzelaar in Nederland heeft ontworpen en ingericht. Het verwoeste gedeelte van het gebouw werd tussen 1948 en 1951 door rijksbouwmeester G. Friedhoff in samenwerking met rijksgebouwendienst-architect M. Bolten voorzien van een sobere maar stedenbouwkundig zeer markante façade in een vormgeving die invloeden van de Stuttgarter-Schule vertoont en een nieuwe inrichting met onder meer glas-in-lood van M. de Leeuw en enkele representatieve ruimtes. De geschiedenis van Justitie op deze locatie gaat tenminste tot de achttiende eeuw terug. Vanuit een stedelijk verbeterhuis ontwikkelde zich in de loop van de negentiende eeuw een (Rijks-)penitentiaire inrichting; de voorganger van het huidige Huis van Bewaring. Hieraan werd tussen 1912 en 1924 het huidige Paleis van Justitie gebouwd. Na de ingebruikneming van het nieuwe complex achter het station werd het Paleis van Justitie in 1998 door Justitie afgestoten. Het Huis van Bewaring is in 1999 nog wel als zodanig in gebruik.

Omschrijving.

Het V-vormige complex is bijzonder markant gelegen op een driehoekig terrein dat omsloten wordt door de Sint Jorisstraat, de Spinhuiswal en de Binnendieze met in het verlengde daarvan het woonhuis Sint Jorisstraat 121 waarin nog resten van het voormalige karthuizerklooster schuilgaan. De drielaags voorgevel met entreepartij aan de Spinhuiswal springt door de uniforme, strenge en monumentale vormgeving bijzonder in het oog. De situatie op de hoek Spinhuiswal, Sint Jorisstraat en Prins Bernhardstraat is niet minder markant maar stedenbouwkundig gezien aanmerkelijk complexer. De blikvanger is hier het voormalige refugiehuis van de abdij van Sint Geertrui te Leuven (Spinhuiswal 1/Sint Jorisstraat 133, dat in oorsprong teruggaat tot de vroege zestiende eeuw en van 1937 tot 1941 ingrijpend gerestaureerd werd. Tussen het refugiehuis en het Paleis van Justitie bevindt zich verder een uit 1947 daterend gedeelte van een voormalig koetshuis; Spinhuiswal 131. Dit pand valt buiten de van rijkswege geldende bescherming. Aan de Sint Jorisstraat valt de bebouwing in twee blokken uiteen en bestaat uit het van vierkante hoektorens voorziene drielaags gedeelte van Metzelaar uit 1912-1924 en het door middel van een tussentravee met trappenhuis daarmee verbonden Huis van Bewaring dat twee bouwlagen telt. Dit is in 1855-1858 in neoclassicistische vormen opgericht met bijbehorende woning en poort (Sint-Jorisstraat 123-125). Bij een restauratie in 1980 werd dit gedeelte vooral intern sterk gewijzigd. Via een inspringing gaat deze over in de langgerekte vierlaags cellenvleugel aan de noordwestelijke zijde. De in opzet uit 1895 daterende gevangenisvleugel die het terrein aan de noordwestelijke zijde begrenst, is in de loop der jaren diverse malen gewijzigd en valt buiten de van rijkswege geldende bescherming.

De binnenterreinen van het complex zijn in de loop der jaren voor een groot gedeelte opgevuld met nieuwe bebouwing van het Huis van Bewaring zoals: overdekte hallen, recreatie- en werkzalen en fietsenstallingen. Aan de noordwestelijke en zuidoostelijke kant bevinden zich nog twee grote open binnenplaatsen; die tussen de beide gevangenisvleugels dient vooral om de gevangenen te luchten.

Waardering.

Het complex van Paleis van Justitie met de op het binnenterrein gelegen gevangenisvleugel A is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de justitiële geschiedenis en de daarmee verbonden typologische ontwikkeling der gebouwen.

Het paleis heeft architectuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de geschiedenis van het rijksbouwen in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het gebouw is het laatste grote justitiële complex van W.C. Metzelaar. Met name de monumentale en rijk geornamenteerde zittingszalen zijn binnen diens werk belangrijk en zeldzaam. De façade aan de Spinhuiswal van G. Friedhoff is vanwege de imponerende ligging stedenbouwkundig gezien van groot belang. Architectuurhistorisch heeft dit gedeelte belang als eerste grote rijksgebouw van diens hand. Door de functionele samenhang van de verschillende gebouwen en de enigszins geïsoleerde ligging van het complex heeft het geheel ensemblewaarden. Het geheel is van belang vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen. Het geheel aan gebouwen is van belang vanwege de functionele en typologische zeldzaamheid.