Complexgegevens

Complexnummer
522900

Omschrijving

Inleiding

Uitzonderlijk rijk uitgevoerd gedeeltelijk bewaard gebleven STATIONSCOMPLEX van het dorp Kesteren gebouwd tussen 1885 en 1890 naar een ontwerp van M.A. VAN WADENOOIJEN onder invloed van de Neo-Renaissance en in mindere mate van de Neo-Gotiek. De aannemer was C. Eckhardt uit Almelo.

Het complex bestaat uit twee volgende onderdelen:

1. Voormalig PLAATSKAARTENKANTOOR (1885)

2. Voormalig WOONHUIS STATIONSCHEF met DIENSTRUIMTEN (ca.1886-1890)

Het complex is gelegen op het punt waar de uit Elst komende spoorlijn zich splitst in de richtingen Amersfoort en Geldermalsen. De spoorlijn in de richting van Amersfoort is vanaf het station Kesteren tot en met Rhenen opgeheven. Het stationscomplex werd gebouwd in opdracht van twee spoorwegmaatschappijen namenlijk de Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJS) en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (MES). De eerste exploiteerde een lijn op Nijmegen, de tweede een lijn op Arnhem. Het dubbelstation dat tot het hoofdtype van het wig- of vorkstation gerekend kan worden vormt in combinatie met een ten behoeve van twee spoorwegmaatschappijen gebouwd plaatskaartenkantoor een voor Nederland relatief zeldzaam type. Typerend hiervoor is het feit dat de voorgevel breder is dan de achtergevel. Een bijzonderheid vormt het feit dat zich oorspronkelijk in het complex twee plaatskaartenkantoren bevonden.

Ten behoeve van de bouw van het stationscomplex werd op een tussen de twee spoorlijnen gesitueerd wigvormigterrein ten zuiden-oosten van de dorpskern van Kesteren een plein aangelegd met aan weerszijden (noord- en zuidzijde) een evenwijdig aan het spoor gelegen woonhuis, waarvan er een voor de stationschef bedoeld was, en aan de oostzijde een haaks op de spoorlijnen gelegen langgerekt het plein afsluitend dubbel plaatskaartenkantoor met een hierachter gelegen in 1964 afgebrande vleugel met wachtkamers. Ook het aan de noordzijde gelegen woonhuis is inmiddels gesloopt. Oorspronkelijk zijn de daken van de stations- gebouwen waarschijnlijk belegd geweest met leipannen in diverse kleuren waarmee decoratieve patronen werden gelegd. Deze wijze van dakbedekking is typerend voor de door Van Wadenooien ontworpen stationsgebouwen.

Waardering

STATIONSCOMPLEX KESTEREN gebouwd tussen 1885 en 1890 naar een ontwerp van M.A. van Wadenooijen onder invloed van de Neo-Renaissance en in mindere mate van Neo-Gotiek bestaande uit een voormalig PLAATSKAARTENKANTOOR (1885) en een voormalig WOONHUIS van de STATIONSCHEF met dienstruimten (ca.1886-1890)

-\tVan architectuurhistorische waarde als goed en bijzonder rijk uitgevoerd voorbeeld van stationsgebouw en stationschefwoning uit de jaren tachtig van de negentiende eeuw in een voor de toenmalige overheidsarchitectuur representatieve combinatie van Neo-Renaissance en Neo-Gotiek. De met name voor wat betreft het exterieur gaaf bewaarde bebouwing valt op door de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van de ontwerpen zoals deze onder meer tot uitdrukking komen in de schilderachtige hoofvorm van met woonhuis, de rijke detaillering met siermetselwerk, tegelbanden en pinakels en het bijzondere materiaalgebruik zoals gietijzeren van een opvallende indeling voorzien ramen en gietijzeren goten. De gebouwen zijn tevens van belang voor het oeuvre van M.A. van Wadenooijen. Van Wadenooijen ontwierp met name in Gelderland en Limburg een groot aantal kleinere stations waarvan echter nog slechts weinigen in een gave staat resteren. Het stationscomplex van Kesteren vormt bovendien het enige door hem ontworpen dubbelstation.

-\tVan stedenbouwkundige waarde vanwege de situering in de as van de op het complex doodlopende Stationsweg. Als zodanig is het complex van bijzonder belang voor het aanzicht van dit deel van het dorp Kesteren. Het complex is tevens van belang vanwege de situering aan een pleintje, de sitering ten opzichte van elkaar en de situering ten opzichte van het aan weerszijden van het complex gelegen spoor.

-\tVan cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de spoorwegen in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het complex is typologisch van belang als relatief zeldzaam voorbeeld van een wig- of vorkstation gelegen op het punt waar de spoorlijn uit de richting van Elst zich oorspronkelijk splitste in een lijn naar Amersfoort en een lijn in de richting van Geldermalsen.