Complexgegevens

Complexnummer
524582

Omschrijving

Inleiding

HISTORISCHE BUITENPLAATS GROOT HAESEBROEK met WOONHUIS (1) van het type landhuis uit 1928-1929, HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), MOESTUINENSEMBLE met KAS en TUINMUUR (3), TOEGANGSHEK (4).

De in oorsprong 17de eeuwse historische buitenplaats dankt de huidige verschijningsvorm grotendeels aan veranderingen die in de 19de eeuw en 1928-1929 zijn doorgevoerd in parkaanleg en bebouwing.

De oudst bekende vermelding van het landgoed, onder de naam "Haesbroek" stamt uit 1320. In de 17de eeuw bestond het behalve uit een landhuis uit een tweetal boerderijen. Sinds de 18de eeuw staat het landgoed bekend als "Groot Haesebroek". Bij Buurtweg 14, een verbouwde portierswoning met toegangshek, zou de entree zijn geweest.

Blijkens de kadastrale kaart uit 1822 kwam de oprijlaan (nu: Nachtegaallaan) in de middenas van het landhuis uit op de Schouwweg. In 1837/1854 kocht Prins Frederik der Nederlanden, zoon van koning Willem I de buitenplaats, tezamen met het ten noorden ervan gelegen Wildrust. Hij liet het huis bewonen door zijn rentmeester. Uit deze periode dateert waarschijnlijk het park in Landschapsstijl.

Blijkens een kaart uit omstreeks 1855, werd het landgoed aan zuidzijde begrensd door Blankenburg, aan westzijde door de duinen, aan noordzijde door Wildrust. Het park had toen waarschijnlijk al een vroeg landschappelijk aanleg. C.E.A. Petzold, die in dienst was bij de prins en middels ondermeer een 'Umfahrungsweg' een eenheid tussen de verschillende eigendommen van de prins wist te creëren, heeft mogelijk op Groot Haesebroek gewerkt.

Nadat Prinses Marie van Wied, het landgoed van haar vader Prins Frederik had geërfd, verkocht zijn het in 1898 aan Dr. M.A.J. Geluk. Het noordwestelijk gedeelte werd tot de langgerekte slingerende waterpartij afgesplitst en tegelijk met aan de noordoostzijde gelegen 'Wildrust' ondergebracht in een exploitatiemaatschappij. Onder directie van en naar ontwerp van de Haagse architect Johns. Mutters werd het eerstgenoemde deel verkaveld als villapark 'De Kieviet, terwijl Wildrust op een bescheiden schaal met enkele grote villa's is bebouwd.

A.G. Kröller kocht het huidige gedeelte van de buitenplaats met het doel er landhuis te bouwen om er de schilderijencollectie van zijn vrouw H.E.L. Kröller-Müller onder te brengen. Zij gaven hun huisarchitect de Belg Henry van den Velde opdracht voor het maken voor een nieuw landhuis, waar tevens hun schilderijencollectie kon worden ondergebracht en lieten het oude huis afbreken. Omdat voor het oorspronkelijke plan de locatie niet geschikt bleek, werd een kleiner huis ontworpen in een aan de Art Nouveau en het Nieuwe Bouwen verwante stijl. Ten zuidwesten van het huis ligt een formele tuinaanleg ten westen daarvan een moestuingedeelte, waarin plantenkas en tuinmuur.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het huis door de Duitsers bezet. In 1949 werd het huis verkocht aan de regering van Canada, die het sindsdien gebruiken als woning voor de ambassadeur.

N.B. De dienstwoning met stal (Kievietslaan 62), die naar ontwerp van W.M. Dudok uit 1937 aan de westrand langs de duinen is gebouwd, is door een verbouwing tot woonhuis van ondergeschikt belang geworden en valt buiten de bescherming.

Omschrijving

De ten noordwesten van de Groot Haesebroekseweg gelegen monumentale wordt aan het noordwesten begrenst door de duinen, aan het noordoosten door het golfterrein van de Duinhoeve (Groot Haesebroekseweg 22) en in het zuidwesten door de bebouwing van De Kieviet. Vanaf het toegangshek aan de Groot Haesebroekseweg loopt een oprijlaan met een keerlus in zuidelijke richting naar de hoofdingang van het landhuis, die aan de noordoostzijde ligt. Aan de zuidwestzijde ervan bevindt zich een formele tuin in de Nieuwe Architectonische tuinstijl. Ten westen hiervan een moestuin met tuinmuur en kas. Aan de zuidoostzijde ligt het open gedeelte van een in Landschapsstijl aangelegd park.

Waardering

De historische buitenplaats Groot Haesebroek is van algemeen belang vanwege cultuurhistorische, architectuurhistorisch en ensemblewaarde

-als representatief voorbeeld van een deels getransformeerde buitenplaats met een ouder (19de-eeuwse) tuinaanleg en een jonger (20ste-eeuws) huis;

- als voorbeeld een gave 19de-eeuwse tuinaanleg in Landschapsstijl;

- vanwege de hoofdvorm, het materiaalgebruik en de detaillering van het huis, de complexonderdelen en de tuin- en parkaanleg die zich nog vrijwel in oorspronkelijke staat bevinden;

- vanwege het landhuis dat een kenmerkende plaats inneemt binnen het oeuvre van de Belgische architect Henry van de Velde in het bijzonder en binnen architectuur van het Nieuwe Bouwen in het algemeen;

- vanwege de ruimtelijke samenhang van het park en het huis met de formele tuin;

-vanwege de positie die de opdrachtgevers, de heer en mevrouw Kröller-Müller, innamen in de geschiedenis van het kunst verzamelen in Nederland.