Complexgegevens

Complexnummer
528268

Omschrijving

Complexomschrijving

Complex JERUZALEM in de wijk Tuindorp Frankendael in de Watergraafsmeer Polder te Amsterdam is gelegen tussen de Middenweg, Kruislaan, Darwinplantsoen en Hugo de Vrieslaan. Het stedenbouwkundig ontwerp is van Dienst der Publieke Werken, Afdeling Stadsontwikkeling (C. van Eesteren en J. H. Mulder). Frankendael is een gemengde groene wijk met vooroorlogse gebouwen aan de Middenweg, strookbebouwing aan de zuidzijde, duplexwoningen aan de noord- en westzijde en voorzieningen (o.a. kerk, winkelcentrum en school) in het centrum. Het beschermde complex bestaat uit een representatieve stedenbouwkundige eenheid van de buurt Jeruzalem en de architectonische vertaling van de bijzondere volkshuisvestelijke opgave uit de vroeg-naoorlogse periode. Het complex heeft de volgende samenstellende onderdelen:

- zes woonhoven, bestaande uit twaalf haakvormige woonblokken;

- Prof. P. Zeemanschool;

- groenstructuur met restanten van speelplaatsen.

\t

De buurt Jeruzalem maakt deel uit van de wijk Tuindorp Frankendael en is tussen 1949 en 1952 gerealiseerd, maar het ontwerpproces en de zoektocht naar de verkavelingswijze was al in de jaren 30 begonnen onder sterke invloed van de CIAM-gedachte over rationele bebouwing. Vanuit dit idealisme ontwikkelde men in Tuindorp Frankendael een open bebouwing als alternatief voor sinds de 19de-eeuw gerealiseerde gesloten bouwblokken en de als te rigide beschouwde strookverkaveling in Landlust van vlak voor de oorlog.

Na diverse (gestrande) pogingen tot het opstellen van een bestemmingsplan in de vooroorlogse periode werd, mede onder invloed van het nijpende woningtekort, gekozen voor een nieuwe verkavelingsvorm met woningen in systeembouw. De Gemeentelijke Woningdienst had in 1947 aan het bureau van Merkelbach en Karsten in samenwerking met Stam de opdracht gegeven om 390 eengezinswoningen te ontwerpen voor het Tuindorp Frankendael. Elling zou in 1949 de plaats van Karsten innemen als compagnon van Merkelbach. In overleg met de architecten ontwikkelde de Afdeling Stadsontwikkeling een totaal nieuwe verkavelingvorm, bestaande uit twee haken die met elkaar een hof vormen. Nieuw was vooral de combinatie van twee haken. Op de mogelijkheden van het L-vormige bouwblok, dat in de jaren dertig voor het eerst in Denemarken werd toegepast, had de Afdeling Stadsontwikkeling al gedurende de oorlogsjaren gestudeerd. Van Eesteren was zeer content met deze oplossing, 'in plaats van monotonie', schreef hij in 1952, 'is nu door beheerste herhaling van een motief rust en harmonie ontstaan. De in positieve zin aanvaarde gelijkheid is een beeldende factor geworden'. Door de haken noord-oost en zuidwest te plaatsen ontstonden door de oriëntatie van de woonkamers aan de west- en de zuidzijde een verscheidenheid van de wanden die de hoven omsluiten: aan de ene kant de open achtergevels met tuintjes grenzend aan openbaar groen en aan de ander kant de gesloten voorgevels gelegen aan eenvoudige toegangspaden aan de openbare weg.

De ontwerpfase van Jeruzalem viel samen met de introductie van het fenomeen duplexwoning. Het Ministerie noemde dit type woning voor het eerst als middel in de strijd tegen de woningnood in aanloop naar het kamerdebat over de begroting. Architectenbureau Merkelbach & Karsting (later Merkelbach & Elling) kon in Jeruzalem als eerste dit nieuwe type woning realiseren. Het werd uitgevoerd in een nieuwe systeembouwsoort, Dotremont-Ten Bosch genaamd. In 1950 werd het Uitbreidingsplan Watergraafsmeer herzien. De Gemeenteraad vond dat het een "min of meer afgeronde en op zichzelf staande woonwijk" moest worden met een kerk en scholen, "huisvesting voor ouden van dagen" en 7 speelgelegenheden voor de jeugd in de plantsoenen tussen de bouwblokken. Het plan bevatte 390 eengezinswoningen, omgezet in 780 (tijdelijke) duplexwoningen, 6 woon-winkelpanden en 4 eengezinswoningen in haakvormige bouwblokken, die eerst gescheiden als boven- en benedenverdieping verhuurd zouden worden en na de woningnood ontduplext (samengevoegd) konden worden. Na de besluitvorming ging de bouw van de wijk snel van start. De bouwblokken met duplexwoningen werden gebouwd in 1950-1951, de Ingenhouszhof met winkels en bedrijfsruimten in 1951, de Prof. P. Zeemanschool in 1952-1953 en wat later werden Koningskerk (1956) en het Willem Drees bejaardentehuis (1957) gebouwd.

De groenaanleg in Tuindorp Frankendael uit 1950-1951 is een ontwerp van Mien Ruys en is een onlosmakelijk onderdeel van het totaalontwerp. Aldo van Eyck ontwierp 8 kinderspeelplaatsen voor Tuindorp Frankendael, in opdracht van de Dienst der Publieke Werken. Speelplaatsen meeontwerpen in een wijk was destijds nieuw in Nederland en feitelijk als idee in het buitenland opgedaan: de Dienst der Publieke Werken had het in het Deense Blidah in 1939 gezien op studiereis.

Het gebouw van de voormalige Prof. P. Zeemanschool is het enige overgebleven exemplaar van een reeks van semi-permanente H-scholen in Amsterdam. Van dit type zijn er verscheidene gebouwd, maar inmiddels is de voormalige Prof. P. Zeemanschool het enige resterende exemplaar. De demontabele semi-permanente H-scholen ontstonden omdat het Ministerie tot 1952 geen toestemming gaf voor de bouw van permanente schoolgebouwen.

Al in de bouwtijd werd het bijzondere ontwerp voor Tuindorp Frankendael (inter)nationaal onderkend getuige het feit dat het tuindorp werd gepresenteerd en besproken op het XXth International Congress for Housing and Townplanning in Amsterdam in 1950 en het congres van de Union Internationale des Architectes in Den Haag in 1955. De wijk is een van de eerste naoorlogse uitwerkingen van Van Eesteren's Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935 en vormt daarmee een brug tussen het vooroorlogs en naoorlogs stedenbouwkundig denken. Samen met Bos en Lommer vormt het plan voor Jeruzalem met de haakvormige verkaveling de experimentele aanzet voor de latere naoorlogse uitbreidingen in Amsterdam (Buitenveldert, Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord) en veel andere gemeentes in Nederland.

Waardering van het complex

Complex TUINDORP FRANKENDAEL is van algemeen belang als toonbeeld van de vroege Wederopbouw zowel op ensemble- als op objectniveau wegens: cultuurhistorische, architectuur- en bouwhistorische waarde, ensemblewaarde en van belang voor de nationale stedenbouwgeschiedenis. De wijk is een nog steeds herkenbaar voorbeeld van een moderne, rationele verkavelde wederopbouwwijk, gebouwd in de traditie van een tuindorp. Het complex van de zes hoven, met de groenaanleg en de voormalige Prof. P. Zeemanschool vormen een representatieve vertegenwoordiging van de geschiedenis van het nationale stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke gedachtegoed in de vroeg-naoorlogse periode, van de Amsterdamse stadsontwikkeling in die tijd en van de buurt Jeruzalem in het bijzonder. Deze waarden van het complex worden hieronder nader toegelicht.

1 Cultuurhistorische waarde

1.1 Tuindorp Frankendael is van algemeen belang en heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-economische en bestuurlijke ontwikkeling. Tuindorp Frankendael is een toonbeeld van de wijkgedachte en van de maakbare samenleving.

1.2 Cultuurhistorisch is ook van belang dat in Tuindorp Frankendael de bestuurlijke keuze werd gemaakt voor snelle bouw, middels een bouwsysteem als oplossing voor de woningnood, met de gemeente als regisseur voor ontwerp en uitvoering. Daarmee is Tuindorp Frankendael een mijlpaal in de geschiedenis van de Nederlandse volkshuisvesting.

1.3 Het cultuurhistorisch belang blijkt voorts uit de naoorlogse emancipatie van de hoofdstedelijke Dienst der Publieke Werken en Gemeentelijke Woningdienst en de rol van Tuindorp Frankendael in de geschiedenis van de naoorlogse stadsontwikkeling. De machtige particuliere opdrachtgevers maakten plaats voor een publieke opdrachtgever.

1.4 Tuindorp Frankendael is van belang als bijzondere uitdrukking van een historisch-ruimtelijke en een stedenbouwkundig-typologische ontwikkeling.

1.5 Tuindorp Frankendael heeft innovatieve waarde: het ontwerp én de uitvoering van hoven, bouwblokken, groenstructuur met speelplaatsen en school waren nieuw en vooruitstrevend, waarbij door de meest vooraanstaande en vooruitstrevende stedenbouwkundigen en (tuin)architecten uit die tijd is samengewerkt.

2 Architectuur- en bouwhistorische waarde

2.1 Zowel de hoven met duplexwoningen, de groenstructuur en de dubbele H-school hebben een bijzonder belang voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek. Met de bouw van de open, haakvormige hoven, werd de traditie van bouwen in gesloten bouwblokken losgelaten. In de bouwblokken werden bovendien de eerste Nederlandse duplexwoningen gerealiseerd.

2.2 Het Dotremont-Ten Bosch-systeem heeft ook bouwhistorische waarde: zowel het bouwsysteem als de afwerking bepalen deze waarde. 2.3 Ook de Prof. P. Zeemanschool heeft architectuurhistorische waarde. Het is een eerste voorbeeld van de (semi-permanente) H-school, een bijzondere plattegrond die later ook elders in Nederland is gekopieerd, omdat deze een gezondere leeromgeving bewerkstelligde.

2.3 Jeruzalem dient ook een bijzonder belang, zowel op ensemble- als op objectniveau, als toonbeeld van de samenwerking van vooraanstaande stedenbouwkundigen en (tuin)architecten uit de Wederopbouwperiode, zijnde Van Eesteren, mejuffrouw Mulder, Merkelbach, Karsten en Elling, Mien Ruys, Aldo van Eyck en J.A. Leupen. Deze samenwerking vormt ook een bijzonder onderdeel van ieders persoonlijke oeuvre.

3 Ensemble- en stedenbouwkundige waarden

De 6 hoven vormen als stedenbouwkundig geheel een representatief voorbeeld van de op herhaling gebaseerde open verkavelingsvorm in een modern bouwsysteem, tezamen met de ernaast gelegen dubbele H-school en het groen dat de wijk en deze onderdelen in het bijzonder omkleed. Ze hebben in hun onderlinge samenhang bijzondere betekenis als onderdeel van de wijk en vormden als complex een voorbeeld voor de latere hof- en hakenverkavelingen in de naoorlogse uitbreidingsgebieden van de stad Amsterdam.

4 Gaafheid/herkenbaarheid

Bouwblokken, groenstructuur en school zijn als ensemble en op objectniveau redelijk gaaf aanwezig en vormen een herkenbaar voorbeeld van een naoorlogs tuindorp in een stedelijke omgeving met een open verkaveling. Het ex- en interieur van de woningen zijn door latere aanpassingen in beeld enigszins aangetast, maar de essentie (bouwsysteem, hoofdvorm en gevelindeling) is nog aanwezig.

5 Zeldzaamheid

Tuindorp Frankendael heeft zeldzaamheidswaarde als uniek samenwerkingsproject waarbij vooraanstaande stedenbouwkundigen en (tuin-)architecten hebben samengewerkt en geëxperimenteerd met nieuwe vormen en typologieën.

Op objectniveau is de Prof. P. Zeemanschool zeldzaam als enig overgebleven Amsterdams exemplaar van de eerste reeks van dit type semi-permanente H-school.