Inleiding

Vrijstaande villa uit 1925, gebouwd door de gebroeders A.D.N. en J.G. van Gendt in opdracht van E.H. de Vries, in een historiserende bouwstijl. Het ontwerp voor de villa dateert uit 1921 en werd in 1925 goedgekeurd.

Omschrijving

Villa op complexe plattegrond, bestaande uit een souterrain en twee bouwlagen onder een met leien gedekt schilddak. Souterrain en eerste bouwlaag worden gescheiden door een hardstenen lijst. Het dak telt meerdere schoorstenen met siermetselwerk. De gevels zijn opgetrokken in een rode handgevormde baksteen, en voorzien van bakstenen waterlijsten.

De middenas van de voorgevel wordt bekroond door een in het dak geplaatste topgevel, waarvan het gevelvlak is versierd met gemetseld vlechtwerk. De assen aan weerszijden zijn als risaliet uitgebouwd. Boven de ingang in de middenas bevindt zich een wapensteen, die evenals de luifel uit 1938 dateert. In dat jaar werd ook het oorspronkelijke terras tegen de rechterzijgevel aan de Tobias Asserlaan in een serre gewijzigd. Deze gevel bevat voorts in de zijassen twee driezijdig uitgebouwde erkers, waarboven een balkon met een bakstenen borstwering. De assen worden bekroond door een topgevel met gemetseld vlechtwerk.

Tegen de linkerzijgevel is een torenvormig uitgebouwd trappenhuis gesitueerd, onder een tentdak met piron. In deze gevel is een tweede ingang gesitueerd, alsmede een toegang tot het souterrain. De middenas is als risaliet behandeld. Tegen het achterste deel van de zijgevel is een erker geplaatst, waarboven een balkon met bakstenen borstwering.

De linkeras van de achtergevel is als risaliet behandeld, waarboven een in het dak geplaatste topgevel met siermetselwerk. Aan de rechterkant bevindt zich een driezijdig uitgebouwde erker over twee bouwlagen, bekroond door een topgevel met siermetselwerk en in het midden voorzien van een forse bakstenen schoorsteen. Op de eerste bouwlaag is een bordes met bakstenen borstwering en hardstenen dekplaat, dat om de hoek doorloopt naar de linkerzijgevel.

De gevels bezitten houten vensters van verschillende typen, waarvan het merendeel met glas-in-lood. In het trappenhuis zijn gebrandschilderde ramen aangebracht, o.a. een raam uit 1950 met de wapens van de Belgische provincies en een ouder raam met allegorische voorstellingen.

Het interieur bevat ruime kamers gegroepeerd rond een centrale hal met vide en lichtkoepel. De kamers bezitten onder meer parketvloeren, houten betimmeringen, marmeren schoorsteenmantels o.a. in neo- renaissancestijl, cassettenplafonds en een stucplafond in empirestijl. De ruimten in het souterrain zijn afgewerkt met tegellambrizeringen en tegelvloeren in zwart-wit. Het plafond van de middenruimte van het souterrain wordt gedragen door vier pijlers. De slaapkamers bevatten sierlijke wastafels op zuiltjes. De tuin wordt van de straat gescheiden door een ijzeren hekwerk op bakstenen voet, voorzien van bakstenen hekpijlers op een natuurstenen sokkel en een natuurstenen dekplaat waarop sierlantaarns.

Waardering

Villa van cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van het wonen voor zeer welgestelden in het 2e decennium van de 20e eeuw in een stedelijk villapark. Architectuurhistorisch van belang als waardevol voorbeeld van representatieve architectuur in een historiserende bouwstijl; hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik zijn in- en uitwendig gaaf. Door de situering op de hoek Jacob Catslaan/Tobias Asserlaan is de villa tevens van stedebouwkundige waarde.