Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
506205
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82617/58
Kadastrale aanduiding
Hilversum L 3928
Bosdrift 53, 1214 JT te Hilversum

Omschrijving

Inleiding

In 1913-1914 in neo-romaanse en neo-byzantijnse stijl opgetrokken pseudo-basilicale kerk van J.W.A. van Gils, genaamd St.-Clemens-Maria-Hofbauer-kerk met neo-romaans interieur. Het schip van de kerk werd in 1921-22 naar het oorspronkelijke ontwerp van Van Gils door Jos Cuypers met twee traveeën en een smalle westelijke travee vergroot. De gefaseerde bouw werd door Van Gils in het ontwerp opgenomen, rekening houdend met de uitbreidingsplannen van de gemeente Hilversum. De in oorsprong geplande toren in de noord-westhoek is nooit gerealiseerd. In de kerk bevinden zich diverse glasschilderingen van Max Weiss daterend uit de periode 1941-1964, uitgevoerd in glas-in-lood- en in muraalglastechniek. De kerk is gesitueerd aan de Bosdrift aan een voorplein; het kerkelijk terrein grenst in het noorden aan de Irisstraat en in het zuiden aan de Leliestraat. De kerk vormt een ankerpunt in het door Dudok ontworpen eerste gemeentelijke woningbouwcomplex uit 1915. Vanuit de straten zijn zichtassen gecreëerd naar de kerk. NB In 1968 is de liturgische dispositie gewijzigd, waarbij het altaar centraal in de viering op een verhoging werd geplaatst. Tot het werk van Max Weiss voor de Clemenskerk behoorden tevens een preekstoel uit 1961 en veertien kruiswegstaties in muraalglastechniek uit 1963, thans niet meer aanwezig.

Omschrijving

Driebeukige, in baksteen onder een samenstel van met shingles - in oorsprong met leien - gedekte zadel-, tent- en kegeldaken met pirons en dakruiters opgetrokken pseudo-basilicale kerk met centrale viering en naar het westen een breed middenschip ter lengte van drie traveeën, naar het oosten een ondiepe koortravee met halfrond gesloten absis en transeptarmen ter breedte van de zijbeuken. Terzijde van het koor bevinden zich in het zuidoosten de sacristie en in het noordoosten een kleine aanbouw op een rechthoekig grondplan. Smalle westelijke travee onder een zadeldak alwaar de hoofdingang, neveningangen onder lessenaardaken. In de noordwesthoek aansluitend de Mariakapel op vierkante plattegrond gedekt door een steil tentdak, in de zuidwesthoek tegen de zijbeuk en de westtravee de met koepel gedekte voormalige doopkapel. Het exterieur van de kerk wordt bepaald door opeenvolgende onder dezelfde hoek geplaatste steile zadeldaken, waarbij de daknokken zich op drie niveau's bevinden. De zadeldaken van het middenschip en de dwarsarmen zijn op gelijke hoogte, de gekruiste zadeldaken boven de viering zijn hoger aangezet, het zadeldak van de westelijke travee is evenredig lager aangezet. Het steile kegeldak van de absis en de steile tentdaken boven de zijbeuken versterken het opgaande effect. De traveeën van de zijbeuken worden gedekt door tentdaken met pirons. De houten vieringtoren heeft een ojiefvormige bekroning met torenkruis. De gevels zijn sober gedecoreerd met siermetselwerk met accenten van zwarte siersteen. De gevels van de transeptarmen worden geleed door klimmende rondboogvensters, deels met glas-in-lood, deels opgevuld met siermetselwerk. De overige puntgevels worden gesierd door drie kleinere klimmende rondboogvensters. De absis, onder een geknikt kegeldak, wordt geleed door lisenen met rondbogen waarin telkens een rondboogvenster is opgenomen, gevuld met glas-in-lood. Sacristie, onder een eveneens geknikt tentdak, met in elke gevel twee vensters met segmentboog en traliewerk. Westgevel met drie ingangen, elk bestaande uit een dubbele houten deur met smeedijzeren gehengen. In het midden van de gevel een groot rondvenster met glas-in-lood in baksteenomlijsting en enkele kleine gekoppelde vensters. Hoofdportaal met houten luifel op ingemetselde consoles met een decoratieve smeedijzeren lijst. Boven de dubbele deur is een muraalglasschildering aangebracht, in 1961 vervaardigd door Max Weiss en voorstellende de Uitzending der apostelen. In de westgevel van de Mariakapel een gedenksteen met de datum 9 oktober 1921. Tussen de sacristie en absis bevindt zich nog een klein portaal; de ingang aan de Irisstraat is dichtgemetseld. In het inwendige wordt het brede middenschip van de zijschepen gescheiden door een arcadezone bestaande uit vierkante rode bakstenen pijlers met rode bakstenen scheibogen, gedecoreerd met wit stucwerk en goudkleurige ornamenten. Boven het triforium, bestaande uit vier gekoppelde nissen gescheiden door deelzuiltjes, bevindt zich de aanzet van het houten gewelf. Rood-wit geblokte gordelbogen. De wanden van het transept en de zijschepen zijn witgepleisterd boven de rode bakstenen plint. De absis is voorzien van muraalbogen rustend op zwarte gietijzeren zuilen met natuurstenen sokkels en kapitelen. De viering wordt gedekt door een afgeknotte houten kapconstructie met zware balken op gietijzeren consoles, decoratief bewerkte stijlen en sierlijke trekstangen. De transeptarmen en het middenschip worden overdekt door een polygonale houten kapconstructie met geschilderde houten ribben. Zijbeuken, absis en kapellen met gemetselde witgepleisterde gewelven. Sacristie gedekt door een vlak houten plafond met moer- en kinderbalken. In de transeptarmen en in de rechterzijbeuk biechtstoelen met paneeldeuren voorzien van glas-in-lood. In het westen bevindt zich het zangkoor met opengewerkte balustrade. In de kerk bevinden zich diverse glas-in-loodramen en glasobjecten vervaardigd door Max Weiss. In het noordelijke transept vijf ramen (1941), in het zuidelijke transept drie ramen (1947) en twee ramen (1948) in Limburgse Barok-stijl met voorstellingen uit het leven van Clemens-Maria Hofbauer, het roosvenster in de westgevel voorstellende het Laatste oordeel (1957), negen ramen in de absis met bijbelse voorstellingen (1961) en twaalf ramen in de zijbeuken waarin per travee telkens twee ramen met naast elkaar een scene uit het oude en het nieuwe testament (1964). In de voormalige doopkapel twee series van vier figuratieve en ornamentele ramen (waarvan twee afwijkende panelen die zijn vernieuwd in 1985). In de noordwestkapel twee kleine glas-in-loodramen van de hand van de zoon van Max Weiss, Alexander Weiss. Voorts een tabernakel op het rechter zij-altaar met deuren gedecoreerd met opgelegd figuratief gebrandschilderd glas van Max Weiss. De oorspronkelijke houten kerkbanken zijn goeddeels nog aanwezig. De oorspronkelijke tegelvloer is waarschijnlijk nog aanwezig onder de later aangebrachte houten kerkvloer.

Waardering

De Rooms-katholieke St. Clemenskerk is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een kerkgebouw met exterieur en interieur uitgevoerd in neo-byzantijnse en neo-romaanse stijl met bijbehorende interieuronderdelen, waaronder diverse glasschilderingen van Max Weiss uit de periode 1941-1964. De kerk neemt een belangrijke plaats in binnen het oeuvre van J.W.A. van Gils. Tevens is de kerk van stedenbouwkundig belang vanwege de relatie met het door Dudok in 1915 ontworpen eerste gemeentelijke woningbouwcomplex.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1913
1914
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Romaanse stijl
invloeden