Inleiding

Kantoren met cellen, paardenstal en woningen (tegenwoordig woningen) van de Rijkspolitie, rond 1930 gebouwd in een voor het interbellum karakteristieke architectuur. Het grote pand is gelegen aan de noordelijke uitvalsweg van Hoogeveen. Voor het complex een ruime tuin, begrensd door een gemetselde tuinmuur met ijzeren buizen.

Omschrijving

Hoofdvolume van twee bouwlagen met ter weerszijden terugspringende delen van één bouwlaag, alle onder steile zadeldaken met Romaanse pannen, overstekende goot en gemetselde schoorstenen. In roodbruine baksteen opgetrokken gevels op gesinterd trasraam met rollaag; kopse gevels met baksteen vlechting en een streks gemetselde laag langs de dakrand.

De voorgevel (O) van het hoofdvolume is symmetrisch ingedeeld. Centraal een sterk risalerend deel met twee voordeuren met een glas-in-lood venstertje, dito zijlichten en gemetselde bloembakken; erboven twee gemetselde balkons op een betonnen, als luifel overstekend, platform. Ter weerszijden van dit middendeel op beide bouwlagen twee liggende driedelige vensterpartijen met breed kozijnhout en horizontale roedenverdeling in de bovenlichten. Alle vensters onder strek en met lekdorpels van tegels. Het lage zuidelijke bouwdeel met op de noordelijke hoek een entree (oorspr. naar kantoor) als omschreven onder betonnen luifel; daarboven een kubusvormig hoog opgemetseld volume met een overhoeks geplaatste verticale glas-in-lood vensterstrook in natuurstenen kozijn en omlijst door groen geglazuurd metselwerk; daklijst met blokmotief. De verdere gevel met twee vensters als omschreven; in het dakvlak een brede dakkapel met vier vensters. De kopse- en achtergevels met twee- en driedelige vensterpartijen, aan de achtergevel zonder roedenverdeling. In de dakvlakken aan de achterzijde brede kapellen met twee of vier vensters.

Het (noordelijke) stalgedeelte met onder de dakrand een horizontale vensterstrook met zeven door gemetselde stijlen gedeelde vensters en één klein venster. Aan de achtergevel eenzelfde vensterstrook. In de beide dakvlakken een kapel met luchtroosters. In de kopse gevel dubbele inrijdeuren onder strek, erboven een dubbele hooideur met hijsbalk en luchtroosters. Ter weerszijden en in de top kleine vensters.

INTERIEUR

Paardenstal met oorspronkelijke indeling; ter weerszijden van looppad vijf, links zes stallen met scheidingswanden; hooizolder op verdieping.

Waardering

Gebouw architectuur-, en cultuurhistorisch van belang vanwege de oorspronkelijke functie, de voor het interbellum karakteristieke bouwstijl en detaillering, de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur van de stal. Stedenbouwkundig van belang vanwege het beeldbepalende karakter in het straatbeeld en de ligging in het bijzondere gebied langs de noordelijk uitvalsweg.