Inleiding

Omstreeks 1871, naar ontwerp van K.H. van Brederode, in opdracht van deStaats Spoorwegen gebouwd stationsgebouw "der vijfde klasse". Eenvoudiggebouw op rechthoekige plattegrond met een risalerend middendeel van twee lagen hoog onder een dwars geplaatst, flauw hellend zadeldak. De zijvleugels zijn één laag hoog onder, in de lengte richting geplaatste, eveneens flauw hellende zadeldaken. Het station behoort tot de standaard ontwerpen van de Staats Spoorwegen uit deze periode.

Omschrijving Het gebouw is opgetrokken uit geheel gepleisterd metselwerk. De gevelsbezitten alle verdiepte muurvelden waardoor accentuering van de gevelhoeken en de daklijn ontstaat. Het geheel is geplaatst op een donker getinte plint. Ter hoogte van de verdiepingvloer bezit het middendeel een dubbele gevelband waarin aan de zuidzijde diamantkop-vormige decoraties zijn aangebracht. Aan de zuidzijde bevindt zich op de begane grond een getoogd, houten 2x3ruits raam in beide zijvleugels, aan de oostelijke zijde origineel met onder het raam een verdiept veld met een cirkeldecoratie; aan de westelijke zijde is dit mogelijk een verbouwde deurpartij. De middenpartij bezit twee stel dubbele deuren in getoogde kozijnen met om de bovenlichten een geprofileerde gepleisterde omlijsting. Op de verdieping getoogde 2x3 ruits ramen met tussen de kozijnen en de daaronder gelegen gevelband een verdiept veld met een reeks nisjes. De noordgevel bezit in de oostelijke vleugel slechts een deur en tegen de westelijke vleugel een sobere houten uitbouw onder een plat dak. Demiddenpartij bezit een getoogd houten, 2x3 ruits schuifraam waaronder een verdiept veld met cirkeldecoratie en aan weerszijden van het raam een dubbele deur met getoogd, 4-ruits bovenlicht. De bovenlicht gedeelten zijn voorzien van geprofileerde gepleisterde omlijstingen. Op de verdieping bevindt zich een breed getoogd 3-licht kozijn met schuiframen met roedeverdeling. De smallere zijlichten zijn uitgevoerd met bovenste ruiten in rondboogvorm. Tussen het kozijn en de gevellijst een verdiept veld met een reeks nisjes. In de top een getoogd 4-ruits stolpraam. De topgevel van de westelijke vleugel bezit een geblindeerd rond topvenster, de oostelijke topgevel een cirkelvomige topdecoratie, twee deuropeningen en een klein venster.

De gevels worden afgesloten door overstekende, houten bakgoten en overstekende daklijsten op klossen. De oorspronkelijke bedekking van de flauw hellende zadeldaken is vervangen door het huidige bitumineuze materiaal.

Het hoge dak bezit twee stuks nokschoorstenen.

Het interieur is zeer sober en gedeeltelijk aangepast en bevat geenwaardevolle elementen.

Waardering

Stationsgebouw van algemeen belang vanwege cultuurhistorische waarde en vanwege de gaafheid en herkenbaarheid van het gebouwtype. Van ensemble waarde door de situering en relatie tot de spoorlijn.