Inleiding:

Dubbel KANTOORPAND met WOONHUIS voor de scheepvaartmaatschappij Van Uden naar ontwerp van de architecten J.H. de Roos en W.F. Overeijnder in rijk gedecoreerde Overgangsarchitectuur in opdracht van de toenmalige directeur C. van't Hoff. Het pand kwam tot stand in twee bouwfasen.

Het linker bouwdeel, met kantoor en bovenliggende directeurswoning, werd in 1910 opgeleverd. In 1915 werd het pand geheel in stijl door De Roos en Overeynder verdubbeld.

N.B. In 1948 werd de indeling van de kantoorruimten aan de achterzijde op de tweede en derde verdieping gewijzigd en werd de veranda hier vervangen door een rechthoekig zakelijk bouwvolume met een stalen vensterpui, waarin de bedrijfskantine werd ondergebracht, naar ontwerp van architecten Lockhorst en Overeijnder.

In 1966 werd een groot deel van het achterterrein bebouwd met een één bouwlaag tellende aanbouw voor diverse kantoor- en magazijnruimten.

Omschrijving:

Statig kantoorpand op een vrijwel rechthoekige plattegrond boven een granieten sokkel, in zandsteen opgetrokken met natuurstenen sierbanden en gedecoreerde lateien. Het pand heeft vier bouwlagen, een kelder en een hoge kapverdieping onder een steil, met rode pannen bedekt zadeldak. Aan de achterzijde heeft het pand een uitbouw van één bouwlaag, waarvan alleen het rechterdeel bij het oorspronkelijke ontwerp hoort. De deuren en de kozijnen zijn van hout. Op de begane grond, geheel links en rechts, twee identieke ingangsportalen onder een rondboog, voorzien van een smeedijzeren traliehek. Tussen de ingangsportalen twee brede getoogde zesledige vensters. In de dagkanten van de vensters en de deuren gedecoreerde colonetten. In het rechter geveldeel, ter hoogte van de eerste, tweede en derde verdieping, vijf rechthoekige schuifvensters. In het linker geveldeel boven het venster van de begane grond drie smalle getoogde vensters en boven de ingang twee smalle vensters. Op de tweede verdieping een rijk gedecoreerde smeedijzeren erker rustend op smeedijzeren consoles in Jugendstil-trant. Naast de erker links, op de tweede en derde verdieping, een breder venster met bovenlicht. Op de derde verdieping boven de erker een balkon met smeedijzeren balustrade, waarachter een getoogde balkondeur geflankeerd door smalle rechthoekige vensters. Het pand wordt bekroond door een bakgoot op houten klossen. In het dak vier tweeledige dakkapellen.

Op de nok van het dak staat in ijzeren kapitalen de firmanaam: "van UDEN B.V."

De representatieve delen van het interieur zijn in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het trappenhuis van het oudste gedeelte is uitgevoerd in Berlagiaanse stijl in geglazuurde gele baksteen met troggewelven onder een open galerij op de eerste verdieping. De traptreden zijn van graniet, de leuning is van koper, de balustrade heeft smeedijzeren kruldecoraties. Op de overloop naar de eerste verdieping bevindt zich een groot drielichtvenster met glas-in-lood. Het trappenhuis wordt verlicht door zes fraaie smeedijzeren hanglampen in de stijl van de vroege Gispen.

Het trappenhuis in het aangebouwde deel is iets soberder vormgegeven met betegelde vloeren en borstweringen van donkergroen geglazuurde baksteen. De vensters in het trappehuis en de (getoogde) bovenlichten van de vensters aan de voorzijde (directiekamers) zijn voorzien van (gebrandschilderd) glas-in-lood met voorstellingen ontleend aan de Handel (Minerva), de Scheepvaart en de mythologie van de Zee (Poseidon) uit het atelier van W. Bogtman uit Haarlem. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de firma in 1948 zijn met dezelfde thema's op verschillende plaatsen in het gebouw glas-in-loodramen aangebracht naar ontwerp van Henk Asperslagh. In het trappenhuis is verder nog het speciaal hiervoor ontworpen houten meubilair aanwezig.

De muren van het trappenhuis in het oorspronkelijke woongedeelte zijn tot halverwege bekleed met wit geglazuurde tegels met Jugendstil motieven. In de rijk vormgegeven directiekamers, aan de voorzijde op de begane grond en over de volle breedte op de eerste verdieping, zijn van bijzonder belang: de houten lambrizeringen tot aan het plafond, de houten (cassetten)plafonds, de parketvloeren met geometrische motieven, de originele marmeren schouwen en fraaie haarden met Gispen ornamenten, de lichtarmaturen en plafonnières, de ingebouwde kasten en de decoratieve koperen deurklinken. De oorspronkelijke kantoorvertrekken zijn deels gemoderniseerd. Alleen de kantoren die aan de gang grenzen, met gedecoreerde houten toogvensters en schuifloketten voorzien van kleine roedenverdeling met geslepen glas, zijn nog vrijwel authentiek.

Waardering:

Rijk vormgegeven kantoorpand in overgangsstijl met Jugendstil detaillering, van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsook van belang uit typologisch oogpunt als vroeg voorbeeld van kantoorbouw ten behoeve van de scheepvaart in het Scheepvaartkwartier en van belang binnen het oeuvre van de architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder.