Registergegevens
Monumentgegevens
- Monumentnummer
- 516467
- Inschrijving register
- Kadaster deel/nr
- 82916/184
- Kadastrale aanduiding
-
Leeuwarden G 13487
Omschrijving
Inleiding
Voornaam, breed herenhuis in 1879 mogelijk naar ontwerp van Hendrik Kramer ontworpen in Eclecticisme, sinds tientallen jaren institutioneel gebruikt en daarvoor deels verbouwd en met de panden 37 tot en met 47 doorgebroken.
De Grachtswal, na de opening van het Nieuwe Kanaal in 1895 pas gescheiden in de Zuidergrachtswal en Oostergrachtswal, heeft al sinds eeuwen een zeer uiteenlopende, goeddeels aaneengesloten bebouwing, van vooral buitenhuizen van de welgestelden. Kaartmateriaal laat aan die wal een afwisseling zien van grote percelen met flinke bebouwing en uitgestrekte tuinen. Al van de minitieus getekende stadsplattegrond die Johann Hermann Knoop omstreeks 1760 tekende is dat af te lezen. Een van de opmerkelijkste bouwwerken was het in 1658 gestichte Marcelis Goverts Gasthuis, bestaand uit een voorhuis met poort en kamers rond een hof erachter. Het gasthuis is na de nieuwbouw aan de Noordersingel in 1877 met drie aangrenzende woonhuizen verkocht. Gedeelten van het gasthuis hebben nog lang achter de bebouwing gestaan, waar thans geen spoor meer van is te vinden. In het midden van de negentiende eeuw was de woningdichtheid van de Grachtswal en omgeving zodanig toegenomen dat het stadsbestuur even ten zuiden van het gasthuis voor de ontsluiting van het gebied in 1849 een pontje in de vaart bracht, het eerste van het zevental pontjes dat een verbinding over de stadsgracht ging onderhouden. Bovendien werd in hetzelfde jaar 1849 het achter de bebouwing gelegen exercitieveld verplaatst naar een terrein aan het Kalverdijkje, omdat de schietoefeningen gevaar gingen opleveren voor de omwonenden. De houten walbeschoeiing van de kade werd in 1859 vervangen door een stenen walmuur en spoedig is de kade geplaveid. In tegenstelling tot de Zuidergrachtswal die nog enige oudere bebouwing kent, lijkt de Oostergrachtswal met een bebouwing uit het laatste kwart van de vorige eeuw pas ontwikkeld te zijn na de ontmanteling van de stad. In deze periode, na de vernieuwing van de kade, is de bebouwing door vernieuwing en nieuwbouw inderdaad totaal van leeftijd veranderd, maar de nieuwe woningen bleven meest herenhuizen.
Tot de vernieuwing van Oostergrachtswal 41 stonden twee panden op deze plaats. In het noordelijke woonde commissionair Pruis met zijn vrouw en in het andere bouwkundige en architect Jacobus Petrus de Rooy. Opdrachtgever van de bouw was de rijke koopman Gajus Hajonides van der Meulen die er met zijn gezin en dienstpersoneel in 1880 introk. Dit gezin kwam van een paar huizen verder, van nummer 37. Tot 1915 bleven de Van der Meulens er wonen, daarna kreeg het een institutionele functie: het werd `kantoor van registratie en domeinen'. In de volgende jaren woont er nog wel personeel bij in, een klerk of een conciërge. Het herenhuis heeft vervolgens een kantoorfunctie behouden. De laatste tientallen jaren zetelde de provinciale planologische dienst, welstandsadviecommissie HUS & HIEM, de Thorbecke Academie van de Noordelijke Hogeschool en ten slotte Waterschap Friesland in het gebouw.
Omschrijving
EXTERIEUR: Herenhuis op een nagenoeg rechthoekige plattegrond van vijf raamvakken breed en twee volledige bouwlagen hoog onder een afgeknotte schildkap. Het brede pand staat in een gesloten gevelwand en is daarin net als nummer 47 verzelfstandigd door een encadrering van verticaal en horizontaal lijstwerk van natuursteen. Dit lijstwerk heeft het gebouw een zekere strengheid gegeven dat weer gerelativeerd wordt door enige decoratieve verrijkingen. Na een natuurstenen plint en borstwering met verdiepte velden en geprofileerde aflijsting van een onderdorpelband volgt opgaand muurwerk van paarsbruine baksteen. Ook de borstwering van de verdieping is bekleed met een brede lijst van natuursteen, opnieuw voorzien van verdiepte velden met dun loofwerkreliëf en een geprofileerde onderdorpelband. De gevel wordt beëindigd door een gecorniste kroonlijst van pleister, voorzien rechthoekige, verdiepte vakken met decoraties van krullend acanthusloof, in het middenvak met een dieper reliëf, een profiel- en tandlijst en een geprofileerde dakgoot. Verticaal wordt de gevel over beide bouwlagen op de hoeken en ter accentuering van de middenpartij geleed door pilasters van natuursteen met onversierde, verdiepte velden. Boven de pilasters zijn tegen de kroonlijst gepaarde consoles onder de gootlijst aangebracht. Thans staan grote, rechtgesloten, ongedeelde schuifvensters in de voorgevel, gedekt door hanekammen. In het middenvak de geprofileerd omlijste ingangspartij met hardstenen stoep van twee treden, portiekvoorzien van sierstuc op wanden en plafond en een dubbele, gebeeldhouwde deur voorzien van oorspronkelijk hang- en sluitwerk met getoogd gesloten bovenlicht. Voor de verdieping is boven de ingang een balkon aangebracht, rustend op rijk gevormde Neo-Renaissance consoles en voorzien van een sierlijk hek van gietijzer. Achter het balkon staat een partij van openslaande deuren met grote glaspanelen en bovenlicht in de verdieping. Boven deze middenpartij staat op het voorschild een eenvoudige dakkapel, getoogd gesloten met tweevoudig geprofileerde lijsten. Op het voorschild en voorste gedeelten van de zijschilden van het dak liggen blauw geglazuurde Lucas IJsbrand-pannen; overigens golfpannen. De achtergevel, waarvan het noordelijk gedeelte door een recente aanbouw aan het zicht is onttrokken, is gemetseld van grauwbruine baksteen. Op de begane grond staan in het midden en de twee zuidelijke vakken openslaande deuren; de andere twee vakken niet meer oorspronkelijk. Zowel deuren als ramen op de verdieping zijn getoogd gesloten. De middenpartij is aan weerszijden in metselwerk pilastervormig afgegrensd; in de verdiepte vakken kruisjes van gele steen. In de achtergevel stichtingssteen met: `Op den 16 Juni 1879 is aan dit gebouw de eerste steen gelegd door Nollius Hajonides van der Meulen oud 3 jaar en 3 maanden'
INTERIEUR: Achter de portiekingang bevindt zich een vestibule met witmarmeren vloer, dubbele tochtdeuren met bovenlicht en op wanden en plafond rijk stucwerk met koof, lijst en middenornament. In de gang die niet tot de tuin toe doorloopt, is soortgelijk gedecoreerd. Deuren meervoudig geprofileerd omlijst en met hoekornamenten in de vorm van acanthusbladeren. De deur naar de zuidelijke salon is verplaatst. Aan de noordzijde een korfbogige poortdoorgang - hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijk de opening naar een trapopgang - die thans naar de naastgelegen nieuwbouw leidt, gevormd door pilastervormige penanten met blokvormige acanthuskapitelen en een boog voorzien van cassetten met rozetten. De noordelijke voorsalon bezit oorspronkelijke vensteromtimmering, een zwart marmeren schouw in beweeglijke vormen en schoorsteenmantel met Korinthische hoekzuiltjes en bekroning van hoge rand decoratiewerk. Buitengewoon rijk, zelfs rusteloos stucplafond met koof, velerlei lijst- en paswerk versierd met loof, bloemen en vruchten. De vergelijking met panden van Kramer waarvan bekend is dat hij Belgische pleisterwerkers aan het werk zette dringt zich hier op. De zuidelijke voorsalon is meer gemoderniseerd, maar bezit nog wel een (overigens minder rijk) stucplafond, Van beide salons zijn de omlijste paneeldeuren nog origineel. De overige ruimten voorzien van systeemplafonds. De oorspronkelijke trap is verdwenen; de salons op de verdieping kunnen langs trappen in de belendende panden bereikt worden. Op de verdieping zijn in de meeste vertrekken systeemplafonds. De voorsalon aan de voorzijde heeft nog een oorspronkelijk stucplafond en een decoratieve zwart marmeren schouw. De zolder is geheel voor de kantoorfunctie verbouwd en betimmerd. In 1971 is het belendende pand nummer 39 geheel vernieuwd en sterk naar achter uitgebreid, waarbij de achtervleugel voor een klein deel achter dit herenhuis kwam te staan.
WAARDERING
Herenhuis van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang
- vanwege de vooral uitwendig gave stijlzuiverheid in Eclectische stijl;
- vanwege bijzondere, oorspronkelijke interieuronderdelen, in het bijzonder het gave interieur van de noordelijke hoofdsalon;
- vanwege de markante plaats van het gebouw in de geschiedenis van de singelbebouwing;
- vanwege de stedenbouwkundige ligging als een van de belangrijke elementen in de gesloten grachtbebouwing.
Overige gegevens
Oorspronkelijke functies
Hoofdfunctie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functie | Verbijzondering | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Ja | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | Woonhuis | herenhuis |
Bouwactiviteiten
Werkzaamheid | Van | Tot | Nauwkeurigheid | Toelichting |
---|---|---|---|---|
vervaardiging
|
1880
|
1890
|
globaal
|
Bouwtypen
Hoofdcategorie | Subcategorie | Bouwtypen | Toelichting |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | Grachtenhuis | thans kantoorgebouw |
Bouwstijlen
Bouwstijl | Zuiverheid | Toelichting | Rijksmonumentnummer |
---|---|---|---|
Eclecticisme
|
stijlzuiver
|
Ambachten
Vakman | Beroep | Toelichting |
---|---|---|
Kramer, Hendrik ; Stad Leeuwarden
|
architect / bouwkundige / constructeur
|
toeschrijving
|