Inleiding

RENTENIERSWONING met MUURTUIN, gebouwd in 1932 naar een ontwerp van architect (K.?) Westerman uit Finsterwolde in opdracht van H.R. Leemhuis in een regionale Amsterdamse School-stijl. Aan de linkerzijde is in 1956 een garage aangebouwd, die wegens te geringe ouderdom en te weinig monumentale waarde niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking komt.

De woning is beeldbepalend gelegen op een ruim perceel aan het lint Beerta-Drieborg, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht. Het pand vormt in combinatie met de eveneens beschermde renteniersvilla's Verlengde Hoofdweg 3 en 9 en de villaboerderij nummer 4 een fraai ensemble. In de tuin aan de voor- en zuidzijde is nog een muurtuin, met beplantingsplan volgens mondelinge overlevering van tuinarchitect J. Vroom uit Glimmen, aanwezig. De oprijlaan aan de linkerzijde van het perceel wordt gemarkeerd door twee rechthoekige bakstenen HEKPIJLERS die aan de bovenzijde taps toelopen.

Omschrijving

De één verdieping hoge, deels onderkelderde RENTENIERSWONING op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode gesinterde baksteen op een trasraam van bruinpaarse gesinterde baksteen en wordt gedekt door een overkragend samengesteld dak waarop opnieuw verbeterde zwarte Hollandse pannen; hoge gemetselde schoorsteen met geometrische betonelementen op het dakvlak aan de voorzijde; overkragende houten goot op klossen; drie dakkapellen onder plat overkragend dak, op het dakvlak aan de voorzijde met liggend venster, op het dakvlak aan de zuidzijde met staand venster en op het dakvlak aan de achterzijde en deels in de topgevel met twee liggende vensters; niet-originele dakkapel met deur aan de achterzijde. De gevels worden geleed door staande en liggende vensters waarin deels gekleurd glas-in-lood met onderdorpel van bruine baksteen.

In de risalerende topgevel aan de voorzijde (westgevel) een vierzijdige erker onder plat dak met aan de voorzijde een liggend venster, aan de schuine zijden een staand venster en aan de linkerzijde een staand venster waarin gekleurd glas-in-lood. Links van de erker op de hoek een samengesteld tweedelig vierruits venster waarin gekleurd glas-in-lood waarvoor een gemetselde rechthoekige bloembak. In de top een liggend driedelig venster met in de zijlichten gekleurd glas-in-lood waaronder een houten bloembak op houten klossen en waarboven een staand venster; vlechtwerk en een bekroning middels een houten vlaggenstok gedragen door betonnen armen. De entree onder overkragend plat dak rustend op betonnen consoles bevindt zich in het linker geveldeel. De entree bestaat uit een gladde houten deur waarin een staand venster met geslepen glas en met zijlicht waarin gekleurd glas-in-lood; vier treden hoge gemetselde stoep, aan de linkerzijde een gemetselde rechthoekige bloembak met aan de voorzijde een halfronde decoratie van grindbeton. Links van de entree twee staande vensters.

In de noordgevel twee staande vensters, waaronder twee dichtgezette keldervensters onder rollaag. Aan de linkerzijde is een niet-originele garage (niet beschermd) aangebouwd.

In de topgevel van de achtergevel (oostzijde) een liggend tweedelig venster met in het zijlicht gekleurd glas-in-lood. In de top een liggend tweedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood. Aan de rechterzijde twee staande vensters waarin gekleurd glas-in-lood waaronder twee liggende vensters onder één betonlatei. In het risalerende rechter geveldeel een niet-origineel venster.

Links in de zuidgevel een serre op vijfzijdige plattegrond onder afgeknot schilddak met aan zowel de voor- als linker en rechter schuine zijde een liggend venster; linkerzijde staand venster waarin gekleurd glas-in-lood; rechterzijde houten terrasdeur waarin glas. Voor de serre een gemetselde halfronde bloembak in het midden doorsneden door een halfronde decoratie van grindbeton. Aan de rechterzijde van de serre een halfrond terras met betonnen vloer en gemetseld muurtje met keramieken pijpen als pijlers; een twee treden hoge gemetselde stoep met houten hekwerk verschaft toegang tot het terras. Boven de serre een niet-origineel balkon. Rechts van de serre een topgevel waarin twee houten terrasdeuren waarin glas. In de top een liggend tweedelig venster; vlechtwerk en bekroning middels een houten vlaggenstok met betonnen armen.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten paneeldeuren, de hardboard plafonds met geometrische patronen, in de tochthal de gekleurde tegellambrizering en de houten tochtdeur waarin gekleurd glas-in-lood en roedenverdeling, in de hal de houten bordestrap met dichte leuning waarin geometrische patronen en ingebouwd lampje en de gele dorpelstenen van de vensterbanken, in de woonkamer de dubbele houten schuifdeuren waarin geslepen glas en roedenverdeling, in de serre de gele dorpelstenen van de vensterbanken, in het toilet de geel/zwarte tegellambrizering, in de kelder de houten bewaarkasten en de houten deuren.

In de tuin aan de voor- en zuidzijde bevindt zich een MUURTUIN, bestaande uit een terras omheind met een slingerend bakstenen muurtje overgroeid met rotsplantjes (beplantingsplan volgens mondelinge overlevering van tuinarchitect J. Vroom uit Glimmen).

Waardering

Rentenierswoning met bijbehorende muurtuin en hekpijlers van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit 1932 in de provincie Groningen in een regionale Amsterdamse School-stijl

- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- als typerend voorbeeld van het oeuvre van architect Westerman

- vanwege de hoge ensemblewaarde in combinatie met de buurpanden Verlengde Hoofdstraat 3, 4 en 9

- vanwege de beeldbepalende ligging in het als beschermd gezicht voorgedragen lint Beerta-Drieborg