Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524367
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82877/121
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Delfshaven C 5359
Robert Fruinstraat 56, 3021 XE te Rotterdam
Robert Fruinstraat 52, 3021 XE te Rotterdam
Mathenesserlaan 315, 3021 HL te Rotterdam
Mathenesserlaan 317, 3021 HL te Rotterdam

Omschrijving

Inleiding

Rotterdams gemeentelijk ARCHIEF in 1898 gebouwd naar ontwerp van de toenmalige gemeentearchitect D.B. Logemann bestaande uit een KANTOORGEBOUW in Neo-Renaissancestijl en een DEPOT in utilitaire bouwtrant naar de toenmalige opvattingen van brandpreventie en daglichttoetreding.

N.B. Het depotgedeelte met studiezaal en bibliotheek is in een aantal fasen uitgebreid (1946) en verbouwd (1956 en 1972), waarbij tijdens de laatste verbouwing het interieur van het oudste depotdeel volledig is gewijzigd en van een liftschacht en nieuwe trappenhuizen voorzien. Voor de studiezaal werden gedeeltelijk de twee bovenste verdiepingen samengetrokken waardoor een hoge vide ontstond. De rechthoekige vensters van de derde en de vierde bouwlaag werden samengetrokken tot één hoog venster.

Omschrijving

Het drie bouwlagen tellende kantoorgebouw van het Rotterdamse gemeentearchief is met kelder en kapverdieping op een rechthoekige plattegrond in rode Friese baksteen opgetrokken boven een samengesteld hardstenen basement. Het gebouw heeft aan de voorzijde een hoog met leien bedekt zadeldak ingeklemd tussen twee trapgevels en aan de achterzijde een plat dak van houtcement aangebracht op gewelfjes van stampbeton. De gedecoreerde voorgevel is rijkelijk voorzien van Oberkirchner zandstenen pilasters, venster- en deuromlijstingen, sluitstenen, vensterbanken en dekplaten en heeft een symmetrische opzet met een terugliggende middenpartij van drie vensterassen breed en twee hoekrisalieten van elk één vensteras breed. De risalieten worden verticaal gearticuleerd door pilasters in kolossale orde rustend op het basement en bekroond door composiet kapitelen, waarin allegorische dierfiguren verwerkt zijn. Van links naar rechts een ooievaar (vruchtbaarheid), een haan (waakzaamheid), een valk (scherpzinnigheid) en een uil (wijsheid). De ooievaar en de haan flankeren de voormalige studiezaal in de linker risaliet. De valk en de uil bevinden zich in de kapitelen aan weerszijden van de kamer van de archivaris in de rechter risaliet. De kozijnen van deuren en vensters zijn van hout met natuurstenen archivolten, lijstwerk en tracering. In haar decoratie en emblemen verwijst het gebouw enerzijds naar de locatie Rotterdam (Maas en Rotte) anderzijds naar het gebruik (studie en kennis). Op de begane grond, in het basement van de risalieten, bevinden zich twee kleine rechthoekige getraliede souterrainvensters. In het middendeel van de gevel bevindt zich de hoofdingang omlijst door een natuurstenen aedicula met in de architraaf de inscriptie: 'GEMEENTEARCHIEF' en in het gebroken fronton een natuurstenen cartouche met het Rotterdamse gemeentewapen. De oorspronkelijke geprofileerde houten deur is tijdens de laatste verbouwing vervangen door een glazen deur. Aan weerszijden van de ingang bevinden zich Florentijnse boogvensters met in de sluitsteen van de vensteromlijsting vrouwenhoofden die tijd en eeuwigheid symboliseren. In de risalieten een breder Florentijns venster met in de sluitstenen van de vensteromlijsting vrouwenhoofden waar onder de geabstraheerde afbeeldingen van de Rotte (links) en de Maas (rechts). De rondboogvensters worden gevuld door tweelichten met in de kopvenstervulling een rondlicht. De vensteromlijsting loopt door in de vensteromlijsting van de grote rechthoekige kruisvensters met glas-in-lood bovenlichten, die zich op de eerste verdieping in de hoekrisalieten bevinden. Het natuurstenen gevelvlak tussen beide vensters is voorzien van een waterdorpel op gedecoreerde consoles en hierboven, onder de onderdorpel van de kozijnen op de verdieping, een decoratieve cartouche. De vensteromlijsting op de verdieping is aedicula-vormig met gecanneleerde zuilen. Het terugliggende middendeel van de voorgevel heeft op de verdieping drie rechthoekige schuifvensters met geblokte natuurstenen omlijsting en afdekplaten/waterdorpels waarboven natuurstenen boogstenen. De gevel is voorzien van gedecoreerde (Jugendstil) muurankers. De dakvoet van het zadeldak wordt gemaskeerd door een hoge natuurstenen kroonlijst met attiek en eierlijst. De pilasters worden bekroond door natuurstenen siervazen. Het zadeldak, ingeklemd tussen twee trapgevels, heeft drie identieke dakkapellen met wolfdaken, getoogde vensters en pinakels. In de westelijke gevel bevindt zich de ingang naar de hier gesitueerde voormalige conciërgewoning, met een geprofileerde houten deur met bovenlicht, bereikbaar via een trapbordes met vijf treden. Links, ter hoogte van het souterrain, een laag tweeledig souterrainvenster met een rondboog. Op de zolderverdieping een getoogd T-venster in de trapgevel en twee rechthoekige vensters in het ernaast gelegen deel onder het platte dak. Het pand heeft aan de achterzijde een uitbouw, waarin gedeeltelijk het trappenhuis is ondergebracht. Deze uitbouw loopt door in de verbindingsgang die het kantoorgebouw met het erachter gelegen vrijstaande depot verbindt. Westelijk van de uitbouw, ter hoogte van de conciërgewoning op de begane grond en de eerste verdieping (de oorspronkelijke studiezaal) bevinden zich respectievelijk twee en drie grote rechthoekige vensters met bovenlichten. (Oostelijk van de verbindingsgang is het pand uitgebreid met een kleine één bouwlaag tellende koffiekamer.) Op de verdieping, waar zich aan deze zijde de kamer van de archivaris bevindt, heeft de gevel drie grote vensters met bovenlichten. In het trappenhuis aan de oostzijde op iedere verdieping een hoog getoogd glas-in-loodvenster en aan de achterzijde drie getoogde glas-in-loodvensters.

Het interieur van het kantoorgebouw heeft een heldere symmetrische opzet aan weerszijden van een ruime vestibule, die een aantal treden hoger ligt dan het voorportaal waarachter zich oorspronkelijk de hoofdentree van het gebouw bevond. De vloeren van entree, vestibule en hal zijn voorzien van Italiaans veelkleurig marmermozaïek. De muren van deze ruimten hebben uniforme zandstenen lambriseringen bestaande uit wandplaten van bruin grijs Lunel Uni met randen en lijsten van Rouge Belge boven een plint van Bleu Belge. De zijmuren van het voorportaal zijn verticaal geleed door pilasters met composiet kapitelen en lelies. Hierboven loopt een gedenkfries ter ere van Rotterdamse archivarissen, historici en weldoeners. Het geheel wordt overdekt door een spiegelgewelf met blinde steekkappen. De hoger gelegen vestibule is bereikbaar via een marmeren trap onder een toog. De driedeling (een groot vlak geflankeerd door twee kleine vlakken) van de mozaïekvloer correspondeert met de driedeling in het stucplafond. Pilasters en balken benadrukken deze verdeling. In de westelijke zijgevel van de vestibule is een marmeren stichtingsplaat aangebracht met gedenkwaardige informatie over de ontstaansgeschiedenis van het gebouw. In de as van de entree bevindt zich een brede representatieve trap met marmeren bordessen en decoratieve smeedijzeren leuning met krullende bloemmotieven en koperen dekstukken. Aan de voet van de trapleuning is een rijk gedecoreerde gietijzeren lantaarn geplaatst. Het trappenhuis wordt verlicht door hoge boogvensters met glas-in-loodramen naar ontwerp van L. de Contini uit Brussel. Op iedere verdieping een breed boogvenster in de zijmuur en ter hoogte van de bordessen drie boogvensters in de achterwand. De glas-in-loodvensters op de begane grond en het bordes naar de eerste verdieping zijn voorzien van allegorische vrouwenfiguren voorstellende Rotterdam, Handel, Scheepvaart, Wetenschap en Kunst. De hoger gelegen vensters zijn voorzien van eenvoudige irismotieven. Op ieder bordes bevindt zich een poort die toegang verschaft tot de verbindingsgang naar het depot. De trap leidt naar een hal op de eerste verdieping met eenzelfde formaat en detaillering als de vestibule. De hal biedt toegang tot een drietal vertrekken respectievelijk aan de oostzijde de kamer van de archivaris, aan de westzijde de voormalige studiezaal en ertussen de kamer van de adjunct-archivaris. De vertrekken bevinden zich, op de voormalige studiezaal na, vrijwel in oorspronkelijke staat en worden gekenmerkt door parketvloeren, eikenhouten lambriseringen en deuren, rijk gedecoreerde marmeren schouwen met schoorsteenmantels voorzien van eikenhouten lijsten en beschilderde hoofdgestellen. De stucplafonds hebben beschilderd lijstwerk en rozetten in goud, beige en groene tinten. De kamers zijn ingericht met eikenhouten meubelen waaronder speciaal ontworpen boekenkasten (in totaal zes) met glazen schuifdeuren. De ramen zijn voorzien van glas-in-lood bovenlichten. De trap komt uit op de overloop van de zolderverdieping. Deze is eenvoudiger uitgevoerd dan de eronder gelegen portalen. De lambrisering bestaat hier uit zacht gele en groene geglazuurde tegels, afgezet door een crèmekleurige lijst.

Waardering

Het uit 1898 daterend Rotterdams Gemeente Archief, bestaande uit een representatief kantoorgedeelte aan de Mathenesserlaan en een erachter gelegen depot, is zowel wat het interieur als het exterieur betreft van algemeen belang vanwege cultuur-, architectuurhistorische en innovatieve waarde, alsook van belang binnen het oeuvre van architect D.B. Logemann.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Archiefbewaarplaats Openbare school Gemeente-archief

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1898
1898
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Winkel (G) Supermarkt Feitelijk Archiefbewaarplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Functionalisme
invloeden
Feitelijk Utilitaire bouwtrant m.b.t. het Depot
Neo-Renaissance
invloeden
Geldt voor Kantoorgebouw

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Logmann, D.B. ; Stad Rotterdam II
architect / bouwkundige / constructeur