Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
527345
Complexnummer
527343 - Burgst
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82708/14
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Breda I 4365
Breda I 4366
Breda I 4381
Breda I 4380
Breda I 4379
Breda I 4367
Breda H 10561
Breda I 1542
Breda I 1508
Breda H 1927
Breda I 2383
Breda I 3357
Breda I 1545
Breda I 2333
Breda I 847
Breda I 417
Breda I 376
Breda I 848
Breda I 1507
Breda I 1717
Breda I 375
Breda I 710
Breda I 849
Breda H 10563
Breda I 3360
Breda I 3361
Breda H 1919
Breda I 3355
Breda H 1921
Breda I 418
Breda I 3358
Breda H 1922
Breda I 716
Breda I 1498
Breda H 1925
Breda H 10562
Breda H 6612
Breda I 2332
Breda I 4270
Breda I 416
Breda I 3356
Breda I 1703
Breda I 420
Breda H 1923
Breda I 2366
Breda I 1650
Breda I 3362
Breda I 2261
Breda I 374
Breda I 391
Breda I 419
Breda I 3359
Breda H 10564
Bij Burgstsedreef 9, 4822 ZA te Breda

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 2: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.

De historische tuin- en parkaanleg van Burgst bestaat uit een binnenpark in formele en landschappelijke stijl en een grootschalig buitenpark, dat het binnenpark grotendeels omringt en dat er in visueel opzicht mee is verbonden. Het binnenpark kwam omstreeks de tijd van de bouw van het ensemble van huis en bijgebouwen tot stand (1790) en is in structuur sindsdien grotendeels ongewijzigd gebleven.

Het buitenpark bestaat uit de kern van aanleg van het voormalige zeer grootschalige landgoed Burgst, waarvan de oorsprong teruggaat tot in de 12de eeuw of wellicht eerder. Oorspronkelijk bestond het landgoed uit een omgracht 'kasteel' en drie grote agrarische bedrijven, de Grote Hoeve, Kleine Hoeve en Muizenberg, die met uitzondering van Muizenberg op een ten aanzien van het omringende land aaneengesloten hoger gelegen en door een wal omgeven terrein waren gelegen. Door de na 1970 gerealiseerde stadsuitbreiding van Breda, de Haagse Beemden, werd de nederzetting de Muizenberg van het landgoed afgesneden, waardoor het buitenpark van Burgst zich nu centreert rondom de Kleine en Grote Hoeve, de voormalige slotplaats en rondom het binnenpark. Als zodanig nog deels herkenbaar in het buitenpark is de wellicht tot in de 12de eeuw (of vroeger) teruggaande reeds genoemde wal, die circa 31 hectaren oorspronkelijk akkerland omsloot, waarop de Grote en Kleine hoeve en het voormalige kasteel zich bevonden en waar op de zuidelijke flank het huidige binnenpark werd aangelegd. De situering van het nieuwe landhuis met binnenpark juist op deze plek heeft vermoedelijk onder meer met de hoogte van dit terrein te maken. De locatie van het oude 'kasteel' bood geen ruimte voor een parkaanleg gezien de aldaar gesitueerde Grote Hoeve met bijgebouwen en gezien de specifieke waterhuishoudkundige betekenis van de aanleg ter plekke (zie onder).Voorts was de behoefte van de ontwerper van het binnenpark - vermoedelijk de bouwheer van het huis, baron Nahuys van Burgst - om de hoofdas van het park loodrecht op de Grote Kerk van Breda en de kapel bij Gageldonk te oriënteren, een belangrijk criterium voor de keuze van de locatie van het nieuwe park op het landgoed. Dat Nahuys bewust een visuele relatie heeft willen scheppen tussen de nieuwe buitenplaats en het oude landgoed blijkt uit oude kaarten. Uit het Kadastraal Minuutplan uit 1824 en de Topografische en Militaire kaart uit 1838-1839 blijkt dat de in curven verlopende laan, die de hoofdas ter hoogte van de oprit van het landhuis snijdt, naar de voormalige kasteelplaats en naar de boerderij de Grote Hoeve slingerde en aan weerszijden met laanbomen was beplant. Het slingerende tracé van deze voormalige laan tussen het landhuis en boerderij de Grote Hoeve is als tracé bewaard. Voorts blijkt uit de legger van het Kadastraal Minuutplan dat de bewaard gebleven tweevoudig cirkelvormige singelstructuur van de plaats van het kasteel (toponiem: de singeltjes) met bosaanleg als 'plaisier opgaand geboomte en water' werd aangeslagen en dat dit deel van het landgoed dus de betekenis had van een parkaanleg. Dit deel van de historische parkaanleg, dat beplant is met eik en beuk, wordt aan de noordzijde door een omgreppelde laan (eik), de Muizenbergse dreef, begrensd. Hoe oud deze bijzondere structuur van cirkelvormig eiland met gracht, lage cirkelvormige wal, buitengracht waaromheen een hoge wal, is, is niet precies bekend. De hoge halfcirkelvormige wal aan de westzijde, die deel uitmaakt van de genoemde omwalling van het landgoed, ligt tegen de in waterhuishoudkundig opzicht meest kwetsbare plek van het voormalige landgoed, namelijk daar waar de Moskes-loop en de Kesteren-loop samenkomen. De aanleg van 'de singeltjes' - een gaaf bewaard en zeer belangrijk voorbeeld van een waterkerende aanleg - gaat in ieder geval terug tot in 1474: in een acte uit dat jaar wordt gesproken van een blokhuis met dubbele grachten. De op het eiland gelegen blokhuis - in het leenboek uit circa 1430 'mansio' genoemd - verving vermoedelijk een houten woontoren uit circa 1200.

Nog herkenbaar aanwezig in het buitenpark is voorts de meer dan twee kilometer lange oprijlaan (eik en gedeeltelijk beuk) die zuidwaarts naar het parkbos met cirkelvormige grachtenstructuur voert, die tot op heden met laanbomen is beplant en die ook na de schepping van de nieuwe buitenplaats als één van de oprijlanen voor deze buitenplaats heeft dienst gedaan.

Vanaf de huisplaats van het landhuis Burgst was vanouds een gezicht aanwezig - zo blijkt uit het Kadastraal Minuutplan en bijbehorende legger - naar de boerderij de Kleine Hoeve en het omgrenzende bouwland aan de noordzijde, dat aan de west- noord- en oostzijde omringd wordt door de genoemde middeleeuwse walstructuur en door laancoulissen met bos. Oorspronkelijk was dit doorzicht door de aanwezigheid van een strook hakhoutbos op dit land minder ruimtelijk dan thans; de ruimtelijke grootsheid van het huidige gezicht vanaf de noordgevel van Landhuis Burgst op dit open land en op de genoemde boerderij bestaat in ieder geval al sinds 1933, blijkens de Topografische en Militaire kaart uit dat jaar.

De formele aanleg, die omstreeks 1790 bij de nieuwe buitenplaats tot stand kwam, bestaat uit drie radiaalsgewijs zich vanaf de oprit uitstrekkende lanen (thans eik), waarvan de centrale laan zeer breed van profiel is en de genoemde zichtas vormt. De centrale laan was oorspronkelijk met laanbeuken beplant, die in 1886 door de toenmalige eigenaar van Burgst, Dominicus Frans Antonius Bauduin werden gekapt. De noordelijke laan werd bij de kroning van Koningin Wilhelmina heraangelegd en aan weerszijden met beuken beplant en wordt sindsdien het Kroningslaantje genoemd. Oorspronkelijk was het terrein tussen de lanen deels open. Ten noorden van de centrale as lag open land. Ten zuiden hiervan was oorspronkelijk een kwekerij gesitueerd (vgl. Kadastraal Minuutplan). Bebossing van het gedeelte ten noorden van de as met eik en beuk vond vóór 1918 plaats (vgl. Topografische en Militaire kaart 1918). Het gedeelte ten zuiden van de as werd vóór 1933 op dezelfde wijze bebost (vgl. Topografische en Militaire kaart 1933). Deze bosaanplant vond plaats na de verkoop van Bauduin aan Constant Louis Smits in 1892, die tot zijn dood in 1930 diverse verbeteringen in de parkaanleg aanbracht en die het sinds de door van Nahuys (1835) versnipperde landgoed voor een groot deel wederom in eigendom verwierf.

Bij de aanleg van het park van Burgst omstreeks 1790 werd in de oostelijke uithoek van het park een kleinschalige aanleg in landschapsstijl gerealiseerd, die bestaat uit een grotendeels door water omgeven geaccidenteerd terrein met grillige waterpartij met eilandjes. Het type omgrachting van dit terrein komt men ook elders op het landgoed tegen; een singel met hakhout, die aan weerszijden door water wordt begrensd. Oorspronkelijk was deze aanleg aan de noordzijde afgesloten door een parkbos, waar slingerpaden naar de boerderij de Kleine Hoeve voerden (vgl. Kadastraal Minuutplan en Topografische en Militaire kaart uit 1838-1839), die dus niet alleen vanwege doorzichten in het park met de aanleg van de nieuwe buitenplaats Burgst was verbonden, maar die tevens deel uitmaakte van de wandeling in landschapsstijl. Deze wandeling voerde langs de boerderij en kon worden voortgezet over de laan, die het open land ten noorden van de boerderij afsluit en die overgaat in de oprijlaan. Het gedeelte van de wandeling direct ten zuidoosten van de boerderij werd omstreeks 1930 ontmanteld en ontbost. Toen werd ook het oude walgedeelte ten zuidoosten van de boerderij geëgaliseerd, waardoor een gezicht werd geschapen vanuit de aanleg in landschapsstijl op de boerderij (vgl. Topografische en Militaire kaart uit 1933). De relatieve afgeslotenheid van deze geheel bewaard gebleven aanleg in landschapsstijl in de oosthoek van het park, ten aanzien van het overige park van landhuis Burgst, moet vermoedelijk worden verklaard uit de datum van aanleg; omstreeks 1790 waren dergelijke parken in landschapsstijl in Nederland nog een relatief jong verschijnsel en daarom pleegden eigenaren van buitenplaatsen in Nederland dergelijke noviteiten dikwijls op een afgelegen plek van de buitenplaats aan te leggen. Het magistrale open doorzicht vanuit deze partij in landschapsstijl op het land aan de noordzijde, waar men tot in de diepte van het landgoed kan kijken, kwam pas vóór 1967 tot stand (vgl. Topografische en Militaire kaart 1967). Dit doorzicht op open land was in feite al in 1933-1941 aanwezig (vgl. Topografische en Militaire kaart uit 1933-1941), maar reikte toen tot een houtwal, waar thans (2001) een fietspad dit open land haaks doorkruist. Ten behoeve van dit doorzicht werd de houtwal tussen dit parkgedeelte en het weiland afgegraven en werd de sloot tot een vijver verbreed. Wanneer dit is gebeurd is niet geheel duidelijk. In ieder geval was dit gedeelte van de houtwal in 1933-1941 niet meer aanwezig (vgl. de Topografische en Militaire kaart uit 1933-1941).

Vermoedelijk nadat Burgst werd gekocht door Constant August Louis Smits in 1892 kwam de huidige parkaanleg in landschapsstijl aan de achterzijde en aan weerszijden van landhuis Burgst tot stand (vgl Topografische en Militaire kaart 1893-1905). Deze aanleg, die bestaat uit doorzichten over gazon met coniferen, rododendrons en naaldhout als coulissen, wordt vanouds rondom door een eikenwal afgescheiden.

Behalve de vermoedelijke betrokkenheid van Mr. C.W.J. baron Nahuys bij de aanleg van het park omstreeks 1790 is het niet bekend welke tuinarchitecten bij de aanleg van het park betrokken zijn geweest.

Waardering

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG van Burgst is van algemeen belang vanwege:

- de architectuurhistorische waarde door de bewaard gebleven 18de-eeuwse zichtas door de hoofdas van het park vanuit het huis naar de toren van de Grote Kerk van Breda;

- de relatie van het binnenpark met het buitenpark door middel van doorzichten en slingerlanen;

- de historisch landschappelijk-visuele betekenis die elementen van dit buitenpark - de houtwallen, beemden, en cirkelvormige grachtenstructuur - door deze relatie verkregen;

- de ensemblewaarden van tuin met het huis Burgst;

- de gaafheid van de formele aanleg van het binnenpark en de zeldzaamheidswaarde ervan;

- de gaafheid van het landschappelijke park aan de rand van het formele binnenpark;

- de gaafheid van de laat 19de-eeuwse landschappelijke parkaanleg, die het landhuis aan drie zijden omringt;

- de zeldzaamheidswaarde door de zeer hoge ouderdom van elementen van de aanleg van het buitenpark, met name van de houtwallen en de cirkelvormige grachtenstructuur.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 527343. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1790
1790
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Landschapspark

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Landschapsstijl
stijlzuiver