Complexgegevens

Complexnummer
509012

Omschrijving

Complex van de NEDERLANDS-ISRAELITISCHE BEGRAAFPLAATS te Diemen, bestaande uit vier onderdelen: BEGRAAFPLAATSTERREIN, WONING, BERGPLAATS en METAHEERHUIS. Het complex werd in opdracht van de Nederlands-Israëlitische gemeente van Amsterdam aangelegd in 1913-1914 naar ontwerp van architect E.M. Rood. De begraafplaats werd ingewijd op 3 mei 1914. Volgens joods gebruik werden begraafplaatsen buiten de stad gesitueerd om contact met de graven te vermijden. Het complex is derhalve gelegen in de Diemerpolder ten oosten van de Ouddiemerlaan en ten noorden van de spoorlijn Amsterdam-Hilversum.

Amsterdam kende de grootste hoeveelheid joodse inwoners van Nederland en in het gebied rond de hoofdstad was dus een relatief grote behoefte aan begraafplaatsen. Zo legden de Portugese joden uit Amsterdam bijvoorbeeld de begraafplaats te Ouderkerk aan de Amstel (1614) aan en de Hoogduitse joden die te Zeeburg (1714), Muiderberg (1642) en tenslotte te Diemen.

De begraafplaats te Diemen werd aangelegd omdat men uitgerekend had dat Zeeburg in 1914 vol zou zijn. Zeeburg bestond vanaf 1714, was gegroeid tot 1871 en bleef uiteindelijk tot 1942 in gebruik. Zeeburg viel tot 1896 binnen de gemeente Diemen. In 1956 werd een deel van de begraafplaats Zeeburg verkocht aan de gemeente Amsterdam waar vervolgens de oprit van de Schellingwouderbrug over het Buiten-IJ werd aangelegd. In de jaren 1956-1957 werden circa 28.000 graven inclusief omliggende grond (beschouwd als eigendom van de doden) overgebracht vanaf Zeeburg naar Diemen.

Op de begraafplaats te Diemen werden vanaf 1914 tot 1940 ongeveer 500 mensen per jaar begraven. Het ging om overwegend joden uit de lagere bevolkingsgroepen. Het terrein werd door een spoorwegdoorsnijding in 1925-1928 gesplitst. Het oostelijk terreingedeelte werd in 1928 in gebruik genomen. In 1931 werd hier een eigen metaheerhuis (of lijkenhuis) gebouwd. In 1942 werd de hoofdingang van het terrein verplaatst naar de noordzijde. Na 1945 bleef de begraafplaats in gebruik. Tot op heden vinden er enkele begravingen per jaar plaats.

Omschrijving

Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen bevat 4 afzonderlijk te beschermen onderdelen: het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis.

De begraafplaats heeft een langgerekte plattegrond, die in het westen in een punt begint en enigzins gebogen verloopt volgens de oude verkaveling van de Ouddiemerpolder. De complexgrens valt samen met het begraafplaatsterrein. De westelijke punt ligt aan de de Ouddiemerlaan, de zuidgrens ligt langs de spoorlijn Amsterdam-Hilversum. Sinds de doorsnijding voor de ringspoorlijn van Amsterdam in 1925 bestaat de begraafplaats uit een westelijk en een oostelijk gedeelte. Beide terreindelen zijn begrensd door sloten en hebben een toegangshek op het westen.

Op het westelijk terreindeel bevinden zich de woning nabij de ingang en de bergplaats ten oosten daarvan. Beide zijn gepleisterde, blokvormige en uiterst sober gedetailleerde gebouwen. Centraal op het oostelijk terreindeel bevindt zich het kubistisch-expressionistisch vormgegeven bakstenen metaheerhuis.

De begraafplaats, die overwegend voor mindervermogende joden in gebruik was, vertoont een zeer regelmatige aanblik met relatief gelijkvormige grafstenen. Zeer bijzonder is dat er een twintigtal houten graftekens op de begraafplaats behouden zijn gebleven, als overblijfsel van de meest eenvoudige vorm van grafaanduiding. Hoogst uitzonderlijk is tevens de aanwezigheid van een urnenveld met stoffelijke resten van joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Westerbork zijn overleden en aldaar tegen het gebruik in werden gecremeerd.

Waardering

Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen, bestaande uit het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard en bijzonder voorbeeld van een twintigste-eeuwse joodse begraafplaats waarop zich ook oudere (overgebrachte) graven bevinden. Het complex is tevens van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de aanleg, vanwege de eenvormigheid in graven en vanwege de grafvelden met bijzondere historie.