Complexgegevens

Complexnummer
510456

Omschrijving

Inleiding

Het complex bestaat uit een VILLA en een PRIEELTJE. Het hoofdelement, de villa 'Woudoord', is in 1908 gerealiseerd naar ontwerp van K.P.C. de Bazel uit Bussum, in opdracht van T.C. van Eijk Bijleveld. Het landhuis is een voorbeeld van de typisch Hollandse baksteen-architectuur met een rationeel grondplan, die De Bazel met o.a. Berlage in deze periode heeft ontwikkeld. De villa ligt op een zeer ruim perceel, ver teruggelegd van de openbare weg en is thans in gebruik als directiekantoor. In 1981 en in 1991 is de villa inpandig verbouwd. De entree aan de oostgevel is bereikbaar via een pad.

Het draaibare prieeltje staat in de voortuin van de villa. Eenzelfde type tuinprieel staat bij 'Klein Jagtlust' in Oranjewoud.

Het royale koetshuis achter de villa werd in de jaren 1969 en 1974 zowel uitwendig als inpandig verbouwd ten behoeve van kantoorruimte en een tekenkamer met lichtdrukkerij. De tuinaanleg rondom de villa, indertijd ontworpen en ingericht door de fa. Wagter uit Heerenveen, is niet meer herkenbaar. Het koetshuis, de tuinaanleg, een bakstenen schuurtje en diverse noodgebouwen op het terrein van de villa Woudoord komen niet in aanmerking voor de bescherming van rijkswege.

Waardering

Het complex Woudoord, bestaande uit een villa en een prieeltje, in 1908 in Heerenveen gerealiseerd naar ontwerp van K.P.C. de Bazel, is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een culturele ontwikkeling,

- vanwege het bijzondere belang van het complex voor de geschiedenis van de architectuur, nl. als voorbeeld van een landhuis, ontworpen in een typisch Hollandse baksteen-architectuur die o.a. door De Bazel aan het begin van de 20e eeuw is ontwikkeld,

- vanwege de plaats die de villa inneemt in het oeuvre van de architect,

- vanwege de hoge mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- vanwege de hoge mate van visuele gaafheid van de samenstellende onderdelen van het complex,

- vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van de exterieurs van de onderdelen.