Complexgegevens

Complexnummer
511445

Omschrijving

Inleiding

SLUISCOMPLEX "De Waarbeek" in het Twentekanaal, dat bestaat uit een SLUISKOLK met een dubbele heftoren en een machinegebouw met daaronder schuifdeuren, een DIESELGEMAAL, een blok van een SLUISMEESTERSWONING EN DRIE SLUISWACHTERSWONINGEN, een klein TRANSFORMATORGEBOUW en een BRUG. Het Twentekanaal is tusen 1930 en 1936 als werkverschaffingsprojekt gegraven. Het hoofdkanaal loopt van de IJssel bij Eefde in Gelderland naar Enschede met tussen Delden en Goor een afsplitsing naar Almelo. Het verschil in hoogte van 23 meter tussen het begin- en eindpunt van het kanaal wordt door drie schutsluizen opgevangen. Het verval in de sluis van Hengelo bedraagt 9 meter. Bij de uitvoering van het project door Rijkswaterstaat zijn diverse ingenieurs betrokken geweest. Dr. Ir. Ludolph Reinier Wentholt had de algemene leiding van het project, Ir. J.W Akkerman was verantwoordelijk voor het ontwerpen van de sluisdeuren en bewerkingswerktuigen en Ir. A. Eggink voor de sluiskolken en aflaatconstructies. De opbouw van de verschillende betonnen sluisonderdelen is gerealiseerd door de Amsterdamsche Ballast Maatschappij. Het aandrijfsysteem van de hefschuiven is mede ontwikkeld door de Heemaf. Om de sluiscomplexen en de bruggen over het kanaal zo harmonieus mogelijk in het landschap in te passen trok Rijkswaterstaat Ir. D. Roosenburg aan die de vormgeving van de verschillende objecten in en langs het kanaal op zich nam. De rechthoekige sluiskolk in het scheepvaartkanaal wordt aan de oostkant afgesloten door een stalen sluisdeur tussen twee hoge heftorens. Vanwege het extreem hoge verval in Hengelo is een dubbele heftoren aan de westkant van de sluiskolk niet de meest geëigende oplossing; de schuiven zouden te hoog worden. Vandaar dat de westzijde wordt afgesloten door een tweedelige schuifdeur onder een machinegebouw. De schepen varen aan deze kant onder het machinegebouw en de brug door.

Door het openen van de sluis wordt ruim 15.000 m3 water verplaatst. Om het waterpeil bovenloops te handhaven wordt deze hoeveelheid water teruggepompt. Daarvoor is naast het scheepvaartkanaal een afwateringskanaal gegraven met daarin een gemaal. De woningen staan op de dijk tussen de sluiskolk en het pompkanaal ten zuiden daarvan. Het gemaal bevindt zich in het pompkanaal ter hoogte van het benedenhoofd van de sluiskolk. Eén brug langs het complex vormt de verbinding tussen de oevers van de kanalen en de dijk in het midden. Op de noordelijke oever staat een trafohuisje. Op zowel de noordelijke als zuidelijke oever zijn lanen met eikenbomen aangelegd. Op de dijk met woningen zijn kastanjes geplant.

De verschillende onderdelen van het complex zijn wit geschilderd en voorzien van met helrode Hollandse pannen gedekte zadeldaken.

Waardering

Het sluiscomplex uit 1930-36 in het Twentekanaal is van cultuur- architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang vanwege:

- het belang van het kanaal als infrastructurele ingreep om Twente in verband met de ontwikkelingen op het gebied van de industrie beter te ontsluiten

- de architectonische kwaliteit en gaafheid van de complexonderdelen

- de hoge ensemblewaarde van het complex

- de uitzonderlijk markante situering van het complex in het landschap

- de gaafheid van de complexonderdelen