Inleiding

BOERDERIJCOMPLEX 'Mariahoeve' met boerderij en varkensstal, in 1933 in de stijl van de Delftse School ontworpen door de Delftse architect ir. M. Gerritzen (1902-1990). Als aannemer trad op dhr. G. de Bont. De architect kwam tijdens zijn studie bouwkunde aan de TH te Delft sterk onder invloed te staan van prof.ir. M.J. Granpré Molière. Deze was tussen 1924 en 1953 hoogleraar bouwkunde en de belangrijkste voorman van deze architectuurstroming, waarbij veel belang werd gehecht aan traditionele waarden en vormen uit het verleden. Belangrijke inspiratiebron was de inheemse (landelijke) baksteenarchitectuur, waarbij Gerritzen heeft gekozen voor een in oorsprong uit Friesland afkomstig boerderijtype. Hij heeft zich tot in de kleinste details beziggehouden met het totaalontwerp van zowel in- als exterieur. Hierbij is veel aandacht besteed aan de hoge ambachtelijke kwaliteit van de uitvoering, zoals ondermeer blijkt uit het gebruik van handgesmede nagels. Het ideaal wat hem hierbij voor ogen stond was dat 'de bouw moest passen in het landschap' en 'de boer als volwaardig mens te beschouwen en niet als slaaf van de maatschappij (vriendelijke mededeling Mw. Gerritzen). Het ontwerp voor het in oorsprong gemengde bedrijf is dan ook in overleg met de uit Zeeland afkomstige pachter tot stand gekomen.

Omschrijving

De boerderij is markant gesitueerd op de hoek van de Hoogeveense weg en Provinciale weg. Het erf is toegankelijk door middel van een vaste brug, waarvan echter het hek ontbreekt. Een lange, door bomen geflankeerde oprijlaan leidt naar een keerlus met in het midden een lindeboom. Hier bevinden zich de ingangen naar het woon- en naar het bedrijfsgedeelte. Voor de boerderij een gazon met voor de voorgevel van het woongedeelte twee leilinden. Achter het kookhok ten westen van het bedrijfsgedeelte bevindt zich een kleine gemetselde ronde waterput en een kleine vrijstaande varkensstal, waarvan de nokrichting haaks staat op die van de boerderij. De knechtswoning langs de Hoogeveenseweg is voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Waardering

Het boerderijcomplex is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een kop-hals-romptype in de stijl van de Delftse School uit de jaren '30 van de 20ste eeuw.

Architectuurhistorisch is het boerderijcomplex van algemeen belang vanwege de bijzondere typologie en de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp, waarbij veel aandacht is besteed aan de vormgeving en detaillering en duidelijk sprake is van een ontwerpeenheid tussen in- en exterieur. De boerderij is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de hoge mate van gaafheid van zowel hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering bij in- en exterieur.

Het complex bezit een ensemblewaarde door de ruimtelijke, architectonische en functionele samenhang tussen de verschillende complexonderdelen.