Complexgegevens

Complexnummer
519331

Omschrijving

Omschrijving van het COMPLEX Complex historische buitenplaats bestaande uit een HOOFDHUIS (1), een HISTORISCHE PARK EN TUINAANLEG (2) met daarin de volgende onderdelen een 18de-eeuws HEK (3) , twee natuurstenen 18de-eeuwse SOKKELS (4a en 4b), een 19de-eeuwse TUINMUUR (5) en een VOLIERE met een DIENSTGEBOUWTJE (6a en 6b) Voorts is er het volgende bijgebouw een KOEPEL MET AANGEBOUWDE ORANJERIE EN TUINMANSWONING (7).

Het exacte bouwjaar van de buitenplaats Scheybeek is niet bekend, maar dit moet in het eerste kwart van de 17de eeuw zijn geweest. Zijn naam dankt het huis aan de duinbeek die over het grondgebied stroomt en die de scheiding aangaf tussen het grondgebied van de stad Beverwijk en het ambacht Velsen. De bouwheer is de Amsterdamse suikerhandelaar Laurens Joosten Baeck geweest. In ieder geval is hij de bewoner van het huis als dit voor de eerste maal in 1625 wordt afgebeeld. Deze afbeelding werd gemaakt voor een bundel met werk van de dichter Joost van den Vondel. Vondel verbleef in deze tijd meerdere malen op Scheybeek, waarheen hij, naar men zegt, vluchtte toen hij na het schrijven van zijn Palamedes persona non grata in Amsterdam was. Vondel liet zich voor verscheidene gedichten inspireren door dit huis en zijn bewoners. Op de prent is zowel het huis als zijn directe omgeving te zien. Het huis staat met de zijgevel gericht op de huidige Velserstraat en kijkt dus in zuidelijke richting uit op de eigen tuin. Het had dus geen uitzicht op het (inmiddels ingepolderde) Wijkermeer. Dit in tegenstelling tot de twee vrijwel gelijktijdig gebouwde buitens, Akerendam en het inmiddels gesloopte Zuiderwijck, dat tussen de beide andere buitens lag. Het oorspronkelijke huis bestond het uit twee ondiepe delen. Het rechthoekige deel had een duidelijk pronkgevel met o.a. een deurpartij met een zonnewijzer daarboven en kruisvensters. Hierin bevond zich op de begane grond één ongedeeld vertrek met een stookplaats. Het ander wat vierkantere deel had mogelijk een keukenfunctie. Tussen de beide delen was een soort uitkijk toren of terras gebouwd. Tesamen met de hoge daken en de (schijn)kantelen gaf dit het geheel een wat kasteelachtig uiterlijk. Mogelijk tegelijkertijd, maar op de prent van 1624 niet zichtbaar, of anders vóór 1648 (opmeting Daniël van Buren) is er achter dit geheel over de gehele breedte een smal gangachtig bouwdeel neergezet. Ondanks verbouwingen in later tijd is de opzet, ondiep hoofdhuis met achterbouw, nog herleidbaar. Hiermee behoort het huis volgens Meischke samen met Akerendam en het huis Het Manpad in Heemstede tot een belangrijke vroege schakel in de ontwikkeling van de typologie van het Amsterdamse buitenhuis. Op de prent uit 1624 is ook de tuinaanleg goed te zien. Bovendien bevestigt de opmetingstekening van Daniël van Breen uit 1648 in grote lijnen dit beeld. Duidelijk zichtbaar is de formele aanleg, in de stijl van de Hollandse renaissance. Direct bij het huis ligt een open erf met ten zuiden daarvan vermoedelijk de moestuin. Voorts langgerekte vakindelingen met paden daartussen en met in rijen geplante (fruit)bomen, enkele watergangen en hekwerk. Behalve een prieeltje lijken er verder geen sierende elementen in de tuin aanwezig. Goed zichtbaar is ook de gekanaliseerde Scheibeek aan de noordzijde. Het huis is na de bouw verscheidene malen verbouwd. Eerst nog in de late 17de eeuw waarbij de twee bouwdelen achter één gevel en onder één kap zijn samengevat. Daarna volgt in 1744 een belangrijke verbouwing van het huis. In de eerste plaats werd de voorgevel opnieuw aangepakt en deze kreeg het uiterlijk zoals zich dat voor het grootste deel thans nog vertoont. (Later is er boven de middelste travee nog een fronton toegevoegd.) Bovendien werd de grote tuinzaal achter het huis gebouwd, waarbij men de Scheibeek overbouwde. Deze vergroting moet als zeer karakteristiek voor de ontwikkeling van dit soort huizen worden aangemerkt. Vermoedelijk zijn na de verbouwing van het huis ook de tuinen verfraaid. 18de- Eeuwse afbeeldingen van o.a. van Liender en Staats tonen lanen met geschoren hagen, een spiegelvijver en diverse ornamenten zoals tuinbeelden en een zonnewijzer. Een plattegrond uit deze tijd is niet bekend. Een prent uit 1840 toont een blik op de tuin aan de voorzijde. Duidelijk is te zien dat men daar al aangevangen is met het transformeren van de tuin tot een landschappelijk geheel, in dit geval een weiland omzoomd door bomen. De vijver is pas later gegraven. In de loop van de 19de eeuw is zo bijna het gehele park in landschappelijke stijl aangelegd. Aan het huis is in de 19de eeuw vermoedelijk niet veel meer gebeurd dan enige modernisering in het interieur en het vervangen van de oorspronkelijke ramen door grotere glasramen. Ook werd de keukenuitbouw tegen de rechterzijde van de achtergevel gebouwd. In 1905 liet de toenmalige eigenaar de heer Slaap de oevers van de beek versterken met lege jeneverkruiken. Inderdaad worden deze nog aangetroffen. Hieraan ontleent de beek tegenwoordig ook wel zijn naam "Kruikenbeek". In 1924 raakten huis en park gescheiden. De gemeente werd eigenaar van het park. Het noordelijke deel werd verkaveld t.b.v. woningbouw. Op een ander deel, de huidige dierenweide, werd de gemeentekwekerij aangelegd. Het huis bleef nog enige tijd particulier bewoond. In 1925 -'26 werd het voor de toenmalige bewoners gerestaureerd en voorzien van moderne gemakken zoals een elektrische lift. Dit werk werd uitgevoerd door de architect H.T. Zwiers. Tevens werd enig bescheiden bouwhistorisch onderzoek verricht waarbij een 17de - euwse moer- en kinderbinten laag te voorschijn kwam. Doch deze moest vanwege zijn slechte staat worden verwijderd. Een 19de-eeuws gipsplafond werd als niet passend in de stijl vervangen door een afgietsel van een 18de-eeuws plafond van een woonhuis uit Amsterdam. Inmiddels wordt het huis niet meer bewoond. Het doet dienst als trouwzaal en kantoorruimte. Het park is door de aanleg van wegen en woonwijken rondom aanmerkelijke verkleind. Thans doet het dienst als openbaar wandelpark. Ten behoeve hiervan is enige jaren geleden een rozentuin aangelegd.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. Het complex ligt op de rand van een strandwal ten westen van Beverwijk. Het oorspronkelijke 7 ha. grote grondgebied van een rechthoekige vorm is teruggebracht tot een min of meer vierkante vorm van ca. 5 ha. en wordt omgeven door wegen. De Velserweg ten oosten is de oude weg langs het buiten. Ten zuiden en ten westen wordt het complex begrensd door respectievelijk de Rijk de Waalweg en de Beeksanghlaan. Langs de noordzijde grenst het aan percelen van derden.

Waardering Het complex historische buitenplaats Scheybeek is van belang - in de reeks van buitenplaatsen in Kennemerland in het bijzonder Akerendam en het verdwenen Zuiderwijck; - vanwege zijn ligging als markering van de toegang tot Beverwijk; - vanwege het belang van het hoofdgebouw; - vanwege de verbondenheid met de persoon en het werk van de dichter Joost van den Vondel.