Complexgegevens

Complexnummer
519924

Omschrijving

Inleiding

Voormalig DOOFSTOMMENINSTITUUT, tegenwoordig instituut voor doven, gebouwd tussen 1908 en 1910 naar ontwerp van de architect J.H.H. van Groenendael in een vormentaal waarin zowel elementen van de late neogotiek, de neo-Hollandse renaissance, het eclecticisme en de art nouveau verwerkt zijn. Bij het instituut (onderdeel I) horen een brug met poort en hekwerk (onderdeel II) uit 1910 en een op het voorplein geplaatst stenen beeld van de stichter van het instituut (onderdeel III), Martinus van Beek. Het beeld is in 1915 vervaardigd door de Bossche beeldhouwer M. van Bokhoven. Rond 1828 begint de priester-leraar Martinus van Beek in Gemert met het lesgeven aan 4 volwassen (dove) parochianen met een zelf ontworpen gebarentaal die gebaseerd is op die van de Franse priester Charles Michel de l'Epeé. In 1830 krijgt hij toestemming van de gouverneur van Gedeputeerde Staten een instituut voor doofstommen en blinden te stichten. Wegens ruimtegebrek verhuist het instituut in 1840 van Gemert naar het voormalig kasteel Nieuw Herlaer te Halder (gemeente Sint-Michielsgestel). Voor het onderwijs van de meisjes en jongens wordt Van Beek geassisteerd door de zusters van de Bossche congregatie "Dochters van Maria en Jozef" en sinds 1845 ook door de uit Maastricht afkomstige broeders van de Congregatie der Onbevlekte Ontvangenis. Ondanks enkele verbouwingen en uitbreidingen bleek ook dit gebouw te klein voor het toenemend aantal leerlingen. Het bestuur van het instituut kocht dan ook in 1908 het huidige instituutsterrein aan en gaf de architect J.H.H. van Groenendael opdracht het nieuwe instituut te ontwerpen. Van Groenendael had in die tijd in het zuiden van Nederland al naam gemaakt als architect van onder meer kerken, kloosters en schoolgebouwen. De eerste steen werd op 23 december 1908 gelegd door Mgr. Terwindt, de toenmalige directeur van het instituut. Op 25 oktober 1910 wordt de hoofdbouw ingezegend. Het symmetrische gebouw is consequent ingedeeld in een streng van elkaar gescheiden jongens- en een meisjesgedeelte met voor elk een aparte vleugel van het hoofdgebouw en een eigen kapel. Door het steeds toenemend leerlingenaantal bleek het in de loop der jaren noodzakelijk forse uitbreidingen te realiseren. Deze zich op het instituutsterrein bevindende bijgebouwen vallen buiten de van rijkswege geldende bescherming. Het betreft hier onder meer een schoenmakerij uit 1924, een nieuwe school voor meisjes en zeer jeugdigen uit 1958-1960 een LTS uit 1960, een speciaal tehuis voor doof-blinde kinderen, een huishoudschool uit 1967, een jongensschool met zwembad en sportzaal uit 1971-1972, internaatspaviljoens uit 1975-1979 en nieuwe woningen.

In 1987 komt er een einde aan de betrokkenheid van de religieuzen en wordt het instituut eigendom van de Stichting Instituut voor Doven die ook voor de scholing zorgdraagt. Aan de achterzijde werd in 1991 een groot deel van de achtervleugels gesloopt als onderdeel van de verbouwingsplannen van de architect H.J. Henket. Het doveninstituut bevindt zich op de westelijke oever van de Dommel, buiten het oude centrum van Sint-Michielsgestel en is aan de voorzijde omgracht. Aan de voorzijde van het instituut is een grote tuin met monumentale beplanting gesitueerd. Deze is in 1998 aan de rechterzijde van het hoofdgebouw deels gerooid en heeft moeten wijken voor parkeergelegenheid en ontsluiting van de achterzijde van het terrein. Hoewel de tuin veel monumentale beplanting heeft, is de infrastructurele indeling daarvan in de loop der jaren diverse malen gewijzigd. De tuin valt buiten de van rijkswege geldende bescherming.

Omschrijving

Het hoofdgebouw van het instituut (onderdeel I) is een groot tweelaags U-vormig complex met souterrain en kapverdieping en met hoek- en middenpaviljoens onder verschillende typen, met leien gedekte daken. De gevels zijn opgetrokken in schoon metselwerk. De centraal gelegen ingangspartij is rijk geornamenteerd met onder meer drie engelenbeelden. De brug met poort en sierhekwerk (onderdeel II) bevindt zich aan de linkerzijde van het hoofdgebouw over de gracht aan de straatzijde. De poort bestaat uit twee gemetselde kolommen die aan voet en top met hardsteen bekleed zijn en daartussen een smeedijzeren sierhek.

Het standbeeld van Martinus van Beek (onderdeel III) bevindt zich op het centrale plein voor de ingang op een hoge, met graniet beklede sokkel en is omgeven door granieten paaltjes met smeedijzeren kettingen daartussen.

Waardering

Het doveninstituut is van algemeen belang. Het doveninstituut heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de door voornamelijk door religieuzen geleide gezondheidszorg in het zuiden van Nederland rond 1900 en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de grootschalige gestichten. Het doveninstituut heeft architectuurhistorische waarde vanwege de veelheid en de hoogwaardige kwaliteit van de toegepaste stijlelementen en vanwege de plaats die het pand inneemt in het oeuvre van de architect J.H.H. van Groenendael. Het doveninstituut is gaaf bewaard gebleven. Het doveninstituut is zowel functioneel als typologisch zeer zeldzaam.