Complexgegevens

Complexnummer
527956

Omschrijving

Omschrijving van het complex In aanleg en structuur gaaf bewaard gebleven buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), TUINMANSWONING (4), DIENSTWONING (5), FOLLY (6), HEK (7), TUINMUUR (8).

Inleiding

De buitenplaats Vredenoord is gelegen aan de Delftse Vliet in de Nieuwe Broekpolder te Rijswijk (thans 's-Gravenhage) die deel uit maakt van het hoogheemraadschap Delfland. Het kustgebied was vanouds bewoond. De meeste nederzettingen lagen op de strandwallen. Tussen de 10de en 14de eeuw begon vanuit de strandwallen de ontginning van het achterliggende veengebied in langgerekte stroken. Ten behoeve van de afwatering werden kanalen gegraven waarin het water aanvankelijk op natuurlijke wijze kon afvloeien. Deze kanalen groeiden vaak uit tot belangrijke transportwegen, zoals ook de Vliet tussen Delft en Den Haag. Langs die transportroutes ontstonden in de 17de, maar vooral in de 18de eeuw talrijke buitenplaatsen. Het middeleeuwse verkavelingspatroon is bepalend geweest voor de structuur van de parken bij de buitenplaatsen.

In het begin van de 17de eeuw stond op het terrein waar zich thans de buitenplaats Vredenoord bevindt volgens een kaart uit 1712 een boerderijcomplex, bestaande uit een L-vormige boerderij met twee kapbergen. In 1732 wordt het bezit verkocht. Het blijkt intussen uitgebreid te zijn met een herenhuis en een aantal opstallen. De bij de verkoop horende omschrijving luidde bij die gelegenheid: 'een heerenhuis, tuin, boomgaard, stal, huismanswoning, bouwhuis, schuur, bargen, erven en werf, met omtrent tweeëntwintig morgen wei, hooi of teelland, gelegen aan en achter de hiervoor beschreven woning'. Een forse uitbreiding tot een plaats van vermaak vond plaats tussen 1732 en 1759. In het laatste jaar werd het goed bij een verkoop omschreven als: 'een buitenplaats genaamt Alphensrust [naar de eigenaar Cornelis van Alphen die het in 1732 had gekocht] bestaande in een heerenhuys, stal, koets en speelhuys, tuyn en boomgaard met visryke vyver groot drie mergen (...) mitsgaders een nieuwe boerenwoning daar aan gehoorende, bestaande in een huysmans wooninge, stallinge voor omtrent veertig beesten, bergen, schuur, werf en kaarn moole...'. Op een kaart van omstreeks 1750 ziet men het huis op rechthoekige plattegrond liggen aan de zuidoostzijde van de Vliet, met daarachter een boerenwoning, een grote stal en nog een paar kleine gebouwtjes. Het langgerekte, van noordwest naar zuidoost lopende terrein is in verschillende vakken opgedeeld door lange en dwarse lanen waarbinnen een 'tuyn', 'boomgaard' en 'visryke vyver' zijn gesitueerd. Ten noordoosten van het huis, aan de weg langs de Vliet ligt het 'speelhuys', een tuinkoepel op zeshoekige plattegrond. In 1759 wordt Alphensrust weer verkocht. De naam verandert in Hoflust, voor het overige blijft de omvang van het bezit hetzelfde. In 1796 volgt een nieuwe wisseling van eigenaar. De omschrijving bij het transport luidt dan: 'de Hofstede bevorens genaamd Hoflust doch thans Vredenoort, met deszelfs Heeren Huizinge, Boomgaard, vijvers, plantagiën en verdere getimmertens te samen groot vier mergen, 492 roeden, (...) benevens een Boerenwooning met deszelfs stallinge, Bargen en Wagenhuis (...)'.

In de eerste decennia van de 19de eeuw veranderde de omgeving van het huis. De boerderij werd afgebroken. De weg kwam daarmee vrij voor de schepping van een moderne buitenplaats, zonder een overheersend agrarisch karakter. De tuin is de eerste die onder invloed van de moderne ideeën wordt veranderd. Op de kadastrale minuut van Rijswijk uit 1819 (getekend in 1812) is te zien dat de lijnen van het formele park vrijwel zijn verdwenen en een landschappelijke structuur domineert. Binnen de strakke structuur van de rechte verkaveling slingert zich een driearmige vijver met een eiland op de plaats waar in de 18de eeuw het kanaal lag. Aan de zuidwest- en noordoostkant zijn de rechte lanen golvend gemaakt. Die situatie is tot op heden vrijwel ongewijzigd. De lange formele laan vanaf het (niet meer aanwezige) speelhuys in zuidoostelijke richting is nog steeds aanwezig. Halverwege, ter hoogte van de moestuin staat een opstal op rechthoekige plattegrond: de oranjerie, volgens de bijbehorende verklaring. De modernisering van het huis volgde al spoedig. In 1826 wordt de Delftse wethouder Hendrik van Berckel eigenaar van Vredenoord. Hij geeft in hetzelfde jaar architect Pieter Adams de opdracht tot het verbouwen van het herenhuis en het koetshuis. Het grote huis werd opgetrokken in de strakke neoklassieke stijl van die dagen. Het werd echter in de 20ste eeuw door brand verwoest en in 1913 ontstond een nieuw huis naar ontwerp van de Rotterdamse architect J. van Wijngaarden, dat nog steeds bestaat. Het park zou geen wezenlijke wijzigingen meer ondergaan. De tuinkoepel aan de Vliet bestaat niet meer. De voormalige oranjerie is omstreeks 1960 door een nieuw gebouw vervangen. Dit valt buiten de bescherming.

De omgrenzing van het complex. Aan de noordwestzijde ligt de grens langs de Jan Thijssenweg, de begrenzing aan de zuidwest-, noordoost- en zuidoostkant volgt de kavelsloten. Op de bijbehorende kaart is de omgrenzing aangegeven.

Waardering

De historische buitenplaats Vredenoord is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens het hoofdgebouw uit 1913;

- wegens bij de buitenplaats horende opstallen als koetshuis, tuinmanswoning en dienstwoning;

- wegens de gaaf bewaarde, vroeg 19de-eeuwse tuinaanleg die over de formele aanleg is heengelegd;

- als onderdeel van de reeks historische buitenplaatsen tussen Voorburg en Delft langs de Vliet;

- wegens de visuele samenhang tussen de verschillende componenten.