HOOFDGEBOUW. Huis op rechthoekige plattegrond, onderkelderd, van twee verdiepingen, onder kap met zakgoot, en met twee later afgeknotte topgevels. In oorsprong 17e-eeuws, op het eind van de 18e eeuw gewijzigd. Het huis met ruim voorplein is gelegen aan de rand van een eiland, dat aan de west- en oostzijde beplant is met linden. De wit gepleisterde voorgevel is acht vensterassen breed en wordt afgesloten met een eenvoudige kroonlijst. De vensters op de beide verdiepingen zijn 45-ruits- op de bel-etage, respectievelijk 30-ruitsschuifvensters op de eerste verdieping. Aan de onderzijde natuurstenen lekdorpels. De vensters zijn voorzien van persiennes. In de as de dubbele, gepaneelde toegangsdeur, met 15-ruits bovenlicht, tussen houten gebosseerde pilasters en onder kroonlijst in Lodewijk XVI-stijl waarvoor een stoep, waarbij de laatste restauratie een toegang naar de kelder is aangebracht. Boven de tweede, vierde en zesde vensteras dakkapellen met kroonlijsten en schaamplanken. Het dak wordt gedekt met zwarte geglazuurde pannen, zowel aan de voor- en achterzijde. Op de beide daken een viertal schoorstenen onder tentkappen. De op het noorden gelegen zijgevel, eveneens wit gepleisterd, oorspronkelijk een puntgevel, maar op het eind van de 18e eeuw afgeknot, bezit een tweetal 6-ruitsschuifvensters en een natuurstenen kloostervenster. De op het westen gelegen achtergevel is onbepleisterd en telt eveneens zeven vensterassen. Aan weerszijden van de in het midden geplaatste uitbouw op de beide verdiepingen 6- respectievelijk 4-ruitsschuiframen met persiennes. De uitbouw, in oorsprong van rond 1788 en oorspronkelijk afgedekt met een tentdak, maar later met een verdieping verhoogd, telt drie vensterassen. Op de bel-etage openslaande deuren met een 24-ruitsindeling, voorzien van ieder een hekwerk en persiennes, waarboven de halfronde bovenlichten met een roede-indeling: op de eerste verdieping 4-ruitsschuiframen. Boven de kroonlijst met consoles op de tweede, vierde en zesde vensteras zijn eveneens dakkapellen geplaatst. De op het zuiden gelegen zijgevel, ongepleisterd, met een oorspronkelijk 24-ruitsschuifraam en onder meer een tweetal gereconstrueerde kloostervensters, aan de onderzijde voorzien van luiken.