Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
509427
Complexnummer
509425 - O.L.V. van Lourdes
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82921/96
Kadastrale aanduiding
Lichtenvoorde V 804
Waalderweg 1, 7263 RX te Mariënvelde

Omschrijving

Inleiding

PASTORIE met tussenlid, gebouwd in 1932 behorende bij het complex bestaande uit de onderdelen kerkgebouw, pastorie en baarhuisje.

Omschrijving

Evenals de kerk dateert de PASTORIE met tussenlid uit 1932 en is deze door architect G.A.P. de Kort gebouwd. Hoewel de pastorie niet meer tegenwoordig als zodanig in gebruik is, wordt deze nog wel door een particulier bewoond. Het vroeger als ontvangstruimte dienstdoende tussenlid is nu als parochiecentrum aangewezen. Het interieur daarvan is deels gewijzigd.

Omschrijving

De uit twee bouwlagen en een zolderverdieping bestaande pastorie bezit met de één bouwlaag en een zolderverdieping tellende tussenlid een samengestelde plattegrond. De pastorie bezit een afgeplat schilddak, belegd met verbeterde oud Hollandse pan. Het in de voorgevel uitgebouwde rechtergedeelte is eveneens met een schilddak gedekt en aangekapt. Alleen het rechter dakvlak ligt in het verlengde van het aansluitende dakvlak van de pastorie. De overstekende daken zijn voorzien van geprofileerde dakgoten. Van de twee schoorstenen staat er een op het dak in de voorgevel, de ander bevindt zich tegen de rechtergevel als breed uitgebouwd rookkanaal en verjongd zich trapsgewijs boven de dakrand. Beide schoorstenen die zijn voorzien van siermetselwerk worden overeenkomstig de andere schoorstenen in dit complex, door een betonnen dekplaat, afgesloten. De dakschilden van de linker zijgevel en de achtergevel zijn voorzien van een dakkapel. Deze bestaat uit resp. een gekoppeld venster met drie ramen waarvan de buitensten als draairaam zijn uitgevoerd en een dakkapel met twee draairamen. Beide dakkapellen zijn platgedekt en bezitten ramen die zijn voorzien van kruisroeden.

De muren van de gevels zijn opgetrokken in baksteen en gemetseld in Noors verband. Het trasraam dat wordt afgesloten door een rollaag, is in rode steen uitgevoerd. De vensters op de begane grond zijn alle voorzien van rolluiken, die op de verdieping worden door een streklaag onder de daklijst beëindigd. Alle raamkozijnen rusten op betegelde lekdorpels. In de ramen op de begane grond ontbreken vermoedelijk de roede-verdelingen. Van de asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL, die is gericht naar de Waalderweg, springt het rechtergedeelte naar voor. Dit wordt in het trasraam voorafgegaan door een laag gemetseld rechthoekig muurtje dat als bloembak dient en van uitgemetselde hoeken is voorzien. Het linkergedeelte bevat de ingangspartij die bereikbaar is na twee gemetselde treden. Het met rode tegels (van het bekende type) belegde bordes wordt door een plat dak afgeschermd. Het dak wordt ondersteund door twee naast elkaar geplaatste houten hoekkolommen onder een stel gesneden klossen. De hoekkolommen zijn geplaatst op de uit het trasraam zich voortzettende gemetselde lage afscheidingsmuur van de portiek. De paneeldeur is voorzien van een meerder malen voorkomende lichtspleet (waarvan het glas in lood overigens is verdwenen) die wordt geflankeerd door een verticaal profiel met een in doorsnee paraboolvorm. Het deurkozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel en wordt door een streklaag afgesloten evenals het links voorkomende venster. Dit venster met valraam is bezet met glas in lood. In de verdieping komen drie naast elkaar geplaatste langgerekte en teruggeplaatste vensters voor die door brugstaven in drieën zijn gedeeld en waarvan de onderste ruit van de buitenste vensters als draairaam is uitgevoerd. De drie vensters worden ter hoogte van het midden van de bovenste ruit door een dubbele, uitgemetselde streklaag onderling met elkaar verbonden. Het muurvlak tussen de dakrand en deze sierlijst bestaat uit in verticaal verband gemetselde bakstenen.

Het rechtergedeelte van de voorgevel wordt gevormd door het vooruitspringende deel waarin in de eerste bouwlaag een venster met drie gekoppelde ramen (zonder roedeverdeling) en evenzoveel bovenlichten voorkomen. Het middelste raam is een breder raam dan de flankerende die als draairaam zijn uitgevoerd. Gescheiden door een fors kalf sluiten de met glas in lood bezette bovenlichten, voor het middenraam 4x2 ruits en de zijkanten 2x2 ruits, aan. Onder de daklijst grenst een venster dat bestaat uit drie gekoppelde ramen die door kruisroeden zijn onderverdeeld. De buitensten ramen zijn als draairaam uitgevoerd. De met de ramen corresponderende smalle bovenlichten zijn alle als klapraam uitgevoerd.

De linkerzijde van de vooruitspringende gevel die haaks op de deurpartij staat, is blind uitgevoerd.

De LINKER ZIJGEVEL wordt grotendeels in beslag genomen door het aansluitende tussenlid. De eerste bouwlaag is blind uitgevoerd. In de verdieping komen twee vensters met gekoppelde draairamen met kruisroeden voor. De twee bovenlichten per venster zijn als gedeelde steekraampjes uitgevoerd. Geheel rechts, boven het dakschild van het tussenlid is een klein valraampje aangebracht.

De ACHTERGEVEL wordt grotendeels bepaald door de uitgebouwde houten serre die op een stenen voetmuur rust. De deurpartij die evenwijdig ligt aan het tussenlid is via twee gemetselde treden en een met rode tegels belegd bordes, bereikbaar. Deur en omlijsting zijn modern. Deze worden geflankeerd door een ongedeeld modern raam waarboven zich een glas in lood raam bevindt. Boven de deurpartij bestaat het bovenlicht uit twee kleinere glas in lood klapramen. De twee zijden van de serre bevatten elk twee vensterassen met evenzoveel bovenlichten in glas in lood uitgevoerd. De zijde aan de kant van de kerk is met schroten dichtgezet. De serre wordt door een plat dak gedekt waarop zich een balkon bevindt. Twee lage muurdammen, voorzien van een bolornament op de hoeken en haaks op de muur gezet, vormen de restanten van de incomplete borstwering. Deze zijn ter weerszijden gesteld van de twee deuren die toegang geven tot het balkon. De paneeldeuren bevatten zes ruitjes. De rechterhelft van de gevel bevat in de twee bouwlagen een gekoppeld draairaam met tweemaal tweeruits bovenlicht. Het onderste stel draairamen is identiek aan het type in de linker zijgevel en bevatten enkelruits ramen met bovenlichten die iets groter zijn uitgevoerd.

In de asymmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL bevindt zich op de hoek in de eerste bouwlaag een enkelruits raam met glas in lood draairaam als bovenlicht. In de tweede bouwlaag bestaan de twee vensters uit door kruisroeden ingedeelde draairamen met bovenlichten van het eerder besproken type. Het meest rechtse is tegen het uitgemetselde schoorsteenkanaal gelegen, dat in het dak grijpt en de bakgoot van het dak doorsnijdt. Ter hoogte van de lekdorpel is een identieke bakgoot op twee gesneden klossen, overeenkomstig die uit de portiek in de voorgevel, aangebracht. De rechterhelft van de gevel bevat een houten erker op een gemetselde voetmuur. De voorzijde bevat een enkelruits modern raam. Die in de twee zijden zijn smaller maar ook niet meer oorspronkelijk. Glas in lood ramen met een zonneluik sluiten de erker aan drie zijden af. De erker wordt door een ruim overkragend plat dak gedekt. Hierboven bevindt zich een venster met drie, gekoppelde draairamen, identiek aan dat voorkomen in de linkerhelft van de gevel.

Het INTERIEUR van de pastorie is sober en ten dele in oorspronkelijke staat behouden gebleven. De gang is belegd met grijze, zwarte en crèmekleurig tegels in een geometrisch patroon. De kwartslagtrap is voorzien van een bordes en heeft een eenvoudig gesneden houten trappaal. De balusters zijn onbewerkte rechte stijlen. De kamer en suite bezit de oorspronkelijke paneelschuifdeuren met glas in lood evenals de terzijde gestelde wandkast. Een identieke schuifdeur geeft ook toegang tot de serre. Het stucplafond is van het eenvoudige soort met een platte kooflijst. Op de verdieping zijn ook de paneeldeuren bewaard gebleven alsook de eenvoudig geprofileerde lambrizering.

Omschrijving

Het TUSSENLID dat dienst doet als parochiecentrum verbindt de zuidwestelijke travee van de kerk met de pastorie. Het één bouwlaag tellende tussenlid is met een, met verbeterde gesmoorde Hollandse pan gedekt schilddak, met de pastorie aangekapt. De nok van het dak reikt aan de pastoriezijde even onder de dakrand. Op de nokas die dwars op die van de kerk staat, bevindt zich een lage schoorsteen die door een betonnen dekplaat wordt afgesloten. In het dakvlak aan de achterzijde komt nog een schoorsteen voor, die echter hoger is opgetrokken. De vensters rusten op keramische lekdorpeltegels en worden boven door een rollaag afgesloten.

De VOORGEVEL. Aan de kerkzijde grenst het tussenlid aan een platgedekte laagbouw die de ruimte invult die is ontstaan doordat het kerkportaal ten opzichte van de zijbeuk zich versmalt. Het tussenlid bezit een trasraam dat zich uit de kerkmuren voortzet. De lage ruimte is aan de voorzijde enkel voorzien van een lage opgeklampte deur op een gemetselde dorpel en wordt door een 1½ steens boog halfrond afgesloten. De boog rust op gecementeerde aanzetstenen. Naast de deur bevindt zich een venster met drie gekoppelde ramen waarvan de buitenste draairamen zijn. Van de drie met de ramen corresponderende bovenlichten is alleen het rechtse als klapraam uitgevoerd. Daarnaast is een identieke maar grotere variant van dit venster geplaatst, voorzien van luiken. Hier zijn echter de buitenste ramen van het bovenlicht als klapraam uitgevoerd. De paneeldeur rechts bestaat uit een bovenhelft, met ongedeelde ruit en een benedenhelft, die onafhankelijk van elkaar scharnieren. Het betreft vermoedelijk een moderne deur. Het kozijn rust op hardstenen dorpel en dito neuten. Geheel rechts tegen de pastoriemuur aan bevindt zich een stolpraam. Het is gevat tussen lekdorpeltegels en afgesloten door een rollaag.

Door de aangrenzende kerk en pastorie is alleen de ACHTERGEVEL verder zichtbaar. Deze is symmetrisch van opzet. In het midden is de paneeldeur met door een kruisroede gedeelde ruit aangebracht, die bereikbaar is middels twee treden en een bordes. Het deurkozijn reikt tot aan de dakrand en rust op hardstenen neuten en dito dorpel. Ter weerszijden van de deur komt een venster met gekoppeld drie ramen voor waarvan alleen het middelste een draairaam bevat. Het trasraam is ter hoogte van de benedendorpels van de vensters onderbroken. Aan de zijde van de pastorie bevindt zich een kelderopening die door een steens strek wordt beëindigd en juist boven het vloerniveau reikt. Links en rechts komt in een lage platgedekte uitbouw een klein valraampje voor onder de daklijst.

Waardering

PASTORIE en tussenlid zijn evenals de kerk gebouwd in 1932 door architect G.A.P. de Kort.

- van architectuurhistorische waarde vanwege de relatie met de kerk en baarhuisje. De pastorie vormt een goed voorbeeld van een pastoriewoning uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

- van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging op de hoek van de Waalderweg en Pastoor Deperinkweg die beide als hoofdstraten van Mariënvelde gelden. De pastorie is middels een tussenlid verbonden met de kerk. De pastorie en tussenlid zijn met de langsgevel aan de Waalderweg gelegen en spelen een belangrijke rol in het dorpsbeeld op de hoek met de Pastoor Deperinkweg.

- van cultuurhistorische waarde vanwege de relatie met het kerkgebouw, verwijst ook de pastorie naar de geestelijke ontwikkeling van het betrekkelijk nieuwe dorp Mariënvelde.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 509425. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Pastorie(F)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1932
1932
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
invloeden
Expressionisme
invloeden