Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
509696
Complexnummer
509695 - Kerkelijk complex
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82647/194
Kadastrale aanduiding
Hulst K 1241
's-Gravenstraat 169, 4567 AD te Clinge

Omschrijving

Inleiding

Driebeukige kerk met basilikale opzet en fronttoren, in 1876 in neo-romaanse stijl gebouwd naar ontwerp van P. Soffers. In de zijdelingse aanbouwen met een gelijke hoogte als de zijbeuken zijn dubbele transeptachtige ruimten opgenomen. Aan weerszijden van het koor worden de zijbeuken beëindigd door dwars geplaatste kapellen.

Achter de noordelijke koorkapel is een sacristie aangebouwd.

De één laag hoge, plat gedekte aanbouw achter de absis valt niet onder de bescherming.

Omschrijving

Kerk en aanbouwen zijn geheel opgetrokken uit rode baksteen in kruisverband, aan de voorgevel voorzien van een gepleisterde plint. Met uitzondering van de sacristie worden de gevels afgesloten door boogfriezen met bogen uit geel metselwerk tussen lisenen. In de frontgevel is het fries als keperfries uitgevoerd. De langsgevels zijn voorzien van geprofileerde houten gootlijsten. De topgevels zijn afgedekt met een ezelsrug met natuurstenen topstukken en aanzetstukken met kraagstenen. De rondboogvenster zijn afgewerkt met een gele bakstenen boog en natuurstenen aanzetstenen en dorpels. De ramen zijn, met uitzondering van de ronde ramen in de lichtbeuk van het middenschip, uitgevoerd in rondboogvorm.

Rond de ronde vensters een band geel metselwerk. De fronttoren bestaat uit vier geledingen: de onderste twee zijn vierkant, de bovenste twee zijn achthoekig. De onderste geleding bevat een rondboogvormige entreepartij met een driehoekige afsluiting, bekroond door een kruis. De deuren worden geflankeerd door kwartronde hoekzuiltjes.

Boven de deuren een bovenlicht met recent glas-in-lood. Boven de entree een dubbel rondboograam met recent glas-in-lood. In beide zijgevels van de toren twee smalle vensters. De geleding wordt door een fries afgesloten.

De tweede geleding met kwartronde hoekkolommen en twee ramen in de voorgevel wordt afgesloten door een boogfries en een natuurstenen lijst.

De derde, kleine geleding bezit wijzerplaten aan vier zijden. De vierdegeleding is verjongd en wordt per gevelvlak driehoekig afgesloten met een sparing in kruisvorm in de top. In alle gevelvlakken zijn galmgaten in rondboognissen opgenomen. De achtzijdige spits is gedekt met leien en wordt bekroond door een kruis en een haan.

De westelijke frontgevels van het middenschip bezitten spaarvelden aanweerszijden van de toren waarin drie smalle vensters onder elkaar zijn geplaatst, in beide kopgevels van de zijbeuken een dubbel ronboograam, eveneens in een spaarveld.

De kerk is zes en een halve travee diep. De eerste, halve travee bevindt zich ter plaatse van de half ingebouwde toren. De noordelijke zijgevel bezit per hele travee een rond glas in lood vensters in de lichtbeuk van het middenschip en een dubbel vensters in de gevel van de zijbeuk. Tegen de vierde en vijfde hele travee van de zijbeuk is een transept-uitbouw met gelijke goothoogte als de zijbeuk onder een eigen schilddak geplaatst. In de westelijke gevel hiervan bevindt zich een stel vensters. Tegen de oostgevel van het transept een uitbouw onder een schilddakje. De zesde travee, achter het transept, waarin een kapel is opgenomen, is voorzien van een dwars geplaatste topgevelpartij. In deze topgevel, afgesloten door een klimmend boogfries, eveneens een stel ramen. De pastorie sluit met een zeer sobere gang aan op de eerste travee van de zijbeuk. In het verlengde van de noordelijke zijbeuk bevindt zich naast de absis een sacristie onder een zadeldak met een lagere goothoogte dan de zijbeuk.

De noordelijke zijgevel hiervan bevat een deurpartij en een reeks van vier nissen, de oostelijke topgevel bezit een reeks van vier gekoppelde rondboogvensters op de begane grond en een reeks van drie gekoppelde rechthoekige vensters op de zolderlaag, het geheel in een verdiept gevelveld. Op de geveltop bevindt zich een slanke schoorsteen.

Tegen de zuidelijke zijgevel van de sacristie, achter de absis, bevindt zich een recentere aanbouw die niet voor bescherming in aanmerking komt. De absis bezit in elk van de vijf vlakken een slank glas-in-lood venster.

Het dak van de absis loopt aan tegen de hoger opgaande topgevelsluiting van het schip welke door een klimmend boogfries wordt afgesloten en wordt bekroond door een natuurstenen kruis.

De zuidelijke zijgevel is uitgevoerd als de noordelijke zijgevel met uitzondering van de, aan de noordzijde aanwezige, sacristie aanbouw. Het middenschip is voorzien van een zadeldak, de zijbeuken van lessenaarsdaken, beëindigd door de dwarse zadeldaken van de kapellen; de absis heeft een vijfvlaks schilddak en de transeptuitbouwen zijn voorzien van schilddaken, alle gedekt met leien. Op de transeptdaken staan zinken pironnen.

Het interieur heeft een sobere driebeukige basilikale opzet. Het middenschip wordt aan de oostzijde afgesloten door de absis, de zijbeuken worden beëindigd door de Mariakapel aan de noordzijde en de doopkapel aan de zuidzijde. De plafonds bestaan uit sobere, stucwerk kruisgewelven. Het triforium bezit drie rondboognissen per travee waarboven een rond venster is geplaatst. De pilaren zijn vierkant uitgevoerd met aan de zijde van het middenschip halfronde zuiltjes, beëindigd door een kapiteel ter hoogte van de aanzet van de scheibogen. Boven het kapiteel gaat het halfronde zuiltje verder omhoog, beëindigd door een kapiteel bij de aanzet van de plafondgewelven van het schip. Met uitzondering van de kapitelen en sluitstukken in de gewelven zijn wanden en plafonds grotendeels gewit. De vloer van het schip is belegd met zwarte tegels met grijze banen, het middenpad met meerkleurige plavuizen met meander- en leliemotieven. De verhoogde vloer in het koor heeft meerkleurige plavuizen met een omlopend fries. In de absis een beschilderd stenen hoofdaltaar met onder meer boogfries- en zuildecoraties op een marmeren sokkel. De altaren in de kapellen vormen een stilistische eenheid met het hoofdaltaar. In de transeptachtige uitbouwen bevinden zich in de oostelijke gevels naar buiten uitgebouwde eiken biechtstoelen met pilasterdecoraties en torenachtige bekroningen. De figuratieve glas-in-lood ramen in de absis zijn relatief jong. De overige gebrandschilderde glas-in-lood rondboogvensters met heiligen voorstellingen zijn alle oorspronkelijke donaties ter verfraaiing van de kerk. De gehele entreepartij met deuren en ramen en de hoge ronde ramen in de lichtbeuk zijn vernieuwd. Boven de entree een zeer sobere zangtribune. Via een deur in de absis isde sacristie bereikbaar. Vrijstaand orgel met positief met één klavier, gemaakt door Deetlef Onderhorst in 1763 voor onbekende opdrachtgever. Gerestaureerd in 1970 door de fa. Gebr. Vermeulen te Weert.

Waardering

Kerk van algemeen belang vanwege cultuurhistorische waarden en architectuurhistorische waarden als één der weinige voorbeelden van neo-romaanse trant in in de regio.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 509695. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1876
1876
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Basiliek

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Romaanse stijl
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Soffers, P. ; Zeeland
architect / bouwkundige / constructeur