Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
509706
Complexnummer
509705 - De Wiersse
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82875/186
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Vorden E 895
Vorden E 896
Vorden E 897
Vorden E 898
Vorden E 899
Vorden E 289
Vorden E 615
Vorden E 900
Vorden E 901
Vorden E 902
Vorden E 903
Vorden E 904
Vorden E 905
Vorden E 270
Vorden E 24
Vorden E 316
Vorden E 266
Vorden E 589
Vorden E 735
Vorden E 44
Vorden E 801
Vorden E 906
Vorden E 796
Vorden E 749
Vorden E 798
Vorden E 692
Vorden E 616
Vorden E 293
Vorden E 868
Vorden E 802
Vorden E 250
Vorden E 970
Vorden E 43
Vorden E 793
Vorden E 944
Vorden E 90
Vorden E 88
Vorden E 953
Vorden E 748
Vorden E 736
Vorden E 241
Vorden E 269
Vorden E 870
Vorden E 754
Vorden E 238
Vorden E 753
Vorden E 799
Vorden E 268
Vorden E 781
Vorden E 791
Vorden E 254
Vorden E 295
Vorden E 942
Vorden E 750
Vorden E 294
Vorden E 89
Vorden E 943
Vorden E 794
Vorden E 618
Vorden E 797
Vorden E 249
Vorden E 690
Vorden E 253
Vorden E 617
Vorden E 242
Vorden E 487
Vorden E 803
Vorden E 800
Vorden E 792
Vorden E 265
Vorden E 867
Vorden E 816
Vorden E 45
Vorden E 815
Vorden E 292
Vorden E 252
Vorden E 235
Vorden E 878
Vorden E 751
Vorden E 240
Vorden E 871
Wiersserallee 9, 7251 LH te Vorden

Omschrijving

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG dateert in oorsprong uit de 18de eeuw. In de huidige tuin- en parkaanleg is deze 18de-eeuwse structuur nog altijd herkenbaar. Oorspronkelijk was huis De Wiersse met vierkante binnen- en buitengrachten omringd en was het ten noorden van de Baakse Beek gelegen. Vermoedelijk werd omstreeks 1651 de beek ten noorden van het huis verlegd, ten behoeve van een -niet meer bestaande- watermolen. In de eerste helft van de 18de eeuw werd in de noord-zuid gelegen as van het huis een oprijlaan aangelegd. Enkele andere -nog bestaande- lanen (evenwijdig, loodrecht en diagonaal gelegen op deze laan) dateren ook uit deze tijd. Ten oosten van het huis lag een formele, regelmatig aangelegde tuin. Twee nog bestaande tuinbeelden ('Zomer' en 'Herfst') zijn onderdeel van deze tuin geweest. In de periode 1795-1833, ten tijde van Ludolph van Heeckeren, werd de formele aanleg in een meer landschappelijke aanleg omgevormd. De karpervijvers werden vergraven en voorzien van onregelmatige oevers en op de zgn. "gronden van vermaak" werden slingerende paden aangelegd, tevens werden heuveltjes opgeworpen en schiereilanden gecreëerd. Dit gebied is nog herkenbaar en wordt de "wilde tuin" genoemd. In 1841-44 veranderde de oprijlaan van vorm. De lange rechte bomenrijen werden vervangen door drie onregelmatige groepen van -nog bestaande- eiken, beuken en Amerikaanse eiken en de laan werd van een bocht voorzien. In de tweede helft van de 19de eeuw raakten huis en tuinen in verval. Vermoedelijk was al voor deze tijd de tuin ten oosten van het huis in een moes- en bloementuin gewijzigd. Omstreeks 1870 werden door L.P. Zocher en C.E.A. Petzold ingrijpende plannen voor wijziging van huis en tuin gemaakt, die echter niet zijn uitgevoerd. In 1907 werd de sinds 1844 wat slingerende oprijlaan weer recht getrokken en verlengd, volgens de vermoedelijke 18de-eeuwse lijn. In 1912 ontwerpt de dochter van Victor de Stuers, Alice, de thans nog bestaande parterre met buxus en rozen ("rozenparterre" of "rozentuin") ten oosten van het huis, die wat later op aandringen van De Stuers door Alice werd gespiegeld. De eveneens in deze tijd aangelegde verdiepte tuin ("lage tuin") wordt omgeven door plantenborders. Het ontwerp voor deze tuin is beïnvloed door de toen heersende Italiaans-Engelse stijl. Vanaf 1918 bezoekt W.E. Gatacre (later echtgenoot van Alice de Stuers) regelmatig De Wiersse en zal de buitenplaats binnen het bestaande karakter de nog bestaande structuur geven. Gatacre verrijkt de aanleg met romantische (ver)gezichten en geeft het geheel een onderliggende structuur: zo worden de binnen de aanleg gelegen boerderijen 'De Berenpas' en 'De Nijhof' binnen de aanleg opgenomen en door ingenieuze beplanting grotendeels buiten het zicht gehouden. Tevens worden veel rododendrons, om in de verschillende delen van de tuin verrassingseffecten te creëren, alsmede veel inlandse en enkele exotische boomsoorten geplant. In de zichtas naar het westen is gebruik gemaakt van suggestieve beplanting. Door de coulissewerking lijkt hier een breed en groots open park te zijn aangelegd, terwijl de beschikbare ruimte in werkelijkheid slechts beperkt is. De verdiepte tuin achter het huis, is van 1921 tot 1928 als parterre in gebruik geweest. De contouren zijn, evenals de natuurstenen trapjes uit 1921, nog aanwezig. De naar het noorden gerichte zichtas is eveneens met behulp van een serie van coulissen aangelegd. De zgn. "tennistuin" heeft een besloten karakter en ligt naast de voormalige tennisbaan, alwaar de charmille zich overheen slingert. In het zuid-oosten van de aanleg ligt de moestuin die omstreeks 1914 op deze plaats is aangelegd. De tuin- en parkaanleg kent diverse bestratingsvormen: klinkerpaden- en wegen, onverharde paden, granieten keiwegen, grintwegen en tegelpaden wisselen elkaar af en zijn op enkele plaatsen voorzien van eenvoudige karrenbruggen naar ontwerp van W.E. Gatacre uit 1920. De tuin- en parkaanleg is tevens voorzien van diverse voorzieningen die met de regeling van de waterhuishouding bestaande uit sloten, grachten en vijvers, te maken hebben: zo zijn ondermeer diverse in- en uitlaten, waarvan enkele zijn voorzien van schuiven, beschoeiingen en duikers aanwezig. Om de weiden staan eenvoudige afrasteringen en houten hekken die door W.E. Gatacre naar Engels model omstreeks 1920 zijn ontworpen. Binnen de aanleg is, naast alle als complexonderdelen opgenomen tuinsieraden, van belang: de uit vermoedelijk 18de-eeuwse natuurstenen fragmenten samengestelde 'fontein' die in 1998 in onderdelen in de tuin werd opgegraven. Het tableau van hout in de vorm van een 'ruiter te paard' is omstreeks 1985 gemaakt en gebaseerd op een tekening van Cornelis Troost en de schommel en de wip (naar voorbeeld van Gijsbert van Laar) die uit dezelfde tijd dateren, vallen wegens te geringe ouderdom buiten de bescherming van rijkswege.

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de historische buitenplaats De Wiersse van algemeen belang:

- als zeldzaam en representatief voorbeeld van een in oorsprong 18de-eeuwse aanleg in formele stijl die met name in het eerste kwart van de 20ste eeuw zijn huidige structuur en karakter verkreeg in een Italiaans-Engelse stijl;

- vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur;

- vanwege de, deels ook in detail, gaaf bewaarde 18de-eeuwse structuur;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 509705. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1750
1800
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing