Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510454
Complexnummer
510453 - Kerkcomplex
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82683/183
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Tjalleberd A 11613
Crackstraat 11, 8441 ES te Heerenveen

Omschrijving

Inleiding

De KERK, gewijd aan de Heilige Geest, is in 1932-'33 in Heerenveen gebouwd. Het ontwerp (1932), onder Interbellum-architectuur met stijlinvloeden van de Delftse School, is van de hand van architect H.C.M. van Beers uit Huis ter Heide bij Zeist. De hoofdaannemer was Jos Nyenhuis uit Arnhem. De inrichting van de kerk is gewijzigd door verplaatsing van meubilair zoals het preekgestoelte, het orgel en het doopvont.

Omschrijving

De plattegrond van de kerk is in hoofdzaak rechthoekig, maar de lagere aanbouwen van transepten en sacristie aan de koorzijde refereren aan het latijns kruis met aan de noordoostzijde een kleine zeshoekige doopkapel. Het schip heeft aan de oostzijde een rechte koorsluiting. De westzijde van het schip wordt gedomineerd door een gedeeltelijk omsloten toren. Het schip heeft een zadeldak belegd met leien en in het zuidelijk dakschild zijn drie kleine kapellen met vierruitsvensters onder een wolfdak. Op de oostelijke gevelsluiting, ter hoogte van de aankapping van de korte en lagere transepten, rijst een vierkant torenlichaam uit het dak als betrof het een vieringtoren. Het torenlichaam wordt bekroond door een kleine ingesnoerde achtzijdige en met koper belegde spits, waarop een granaatappel. De façade aan de westzijde wordt gedomineerd door de vrijwel ongelede klokkentoren met ingesnoerde achtzijdige spits, belegd met leien en bekroond door een ijzeren torenkruis voorzien van een granaatappel. Aan weerszijden van de toren zijn ondiepe zijportalen, die enigermate verwijzen naar de historische narthex, onder een lessenaardak belegd met leien. De zeskantige doopkapel is door een korte corridor verbonden met de kerk en heeft een zeskantige ingesnoerde spits met een eenvoudige ijzeren bekroning. Het opgaand muurwerk van de kerk bestaat uit bruine bezande baksteen in Noors verband gemetseld op een klinker trasraam. Langs de dakrand is een streks gemetselde rand en een uitkragende rollaag. Het schip is vijf raamtraveeën diep; de noordgevel van het schip wordt geleed door vier steunberen met vijf spitsboogvormige vensters onder dubbele rollaag. In de transepten is een breder spitsboogvenster. De vensters hebben een natuurstenen (tufstenen) tracering met gekleurd glas-in-lood in de zijschepen en gebrandschilderd glas in de transepten (Maria en Jozef voorstellingen). De sacristie heeft drie spitsboogvensters. De zuidzijde van de kerk is vergelijkbaar met de noordgevel, maar minder consequent uitgevoerd. De toegangen bevinden zich aan de westzijde van de kerk in de voet van de toren. De hoofdingang is teruggelegd in een spitsbogig, trapsgewijs toelopend portiek. De dubbele houten deur met zwaar ijzeren sluitwerk heeft een spitsboogvormig bovenlicht met glas-in-lood. Natuursteen is gebruikt voor de detaillering: de vorktracering en onderdorpel van het venster, de aanzetstenen en plint van de portiek. Boven de hoofdingang is een diepliggend roosvenster met vijf rollagen rondom; ervoor een groot smeedijzeren kruis. De gevels van de klokkenzolder zijn aan de vier zijden gelijk: aan elke gevel is boven de dubbele spitsboogvormige galmgaten een wijzerplaat van het uurwerk aangebracht. De galmopeningen hebben gedeeltelijk een ijzeren hekwerk, maar zijn verder open. In de toren hangen drie luidklokken van de fa. Petit & Fritsen (Aarle-Rixtel) uit 1947 en 1949 (twee). In de zijportalen, met spitsboogvensters en betegelde vloer, zijn zij-ingangen. De 'vieringtoren' heeft aan drie zijden drie smalle spitsboogvormige vensters. De aangebouwde vm. doopkapel, thans Mariakapel, heeft smalle spitsboogvormige vensters met glas-in-lood en enkele brandschilderingen, o.a. een vis.

Het schip van de kerk is driebeukig: een breed middenschip en twee smalle zijbeuken met een kooromgang; de kerkvloer is betegeld met okergele plavuizen met lineaire versieringen in blauw en roodbruin. De midden- en zijbeuken worden van elkaar gescheiden door betonnen zuilen. De zijbeuken worden overspannen door een kruisgewelf; de middenbeuk wordt overkluisd door een spitsbogig netgewelf gemetseld in bruine bakstenen met rode en gele bakstenen voor de tectonische accentuering. In de zuidelijke zijmuur zijn biechtstoelen. De scheiding tussen koor en schip is gemarkeerd door een hoge gemetselde spitsboog, met siermetselwerk in kruispatroon, op rechthoekige pijlers. Zeven spitsbogen, rustend op zuilen en kolommen, vormen de openingen in de koorafsluiting naar de kooromgang en de kruisarmen. Vier beeldhouwwerken bevinden zich aan de zwikken van de bogen; van noord naar zuid zijn dit resp. Johannes, Lucas, Mattheus en Marcus; erboven zijn zeven dubbele spitsboognissen met een deelpilaster en een smeedijzeren hekwerk. Aan de oostzijde is een glasmozaïek met het symbool van de Heilige Geest: een witte duif. In de 'vieringtoren', een achtdelig kruisgewelf op pendentiefs, zijn negen gekleurde glas-in-lood vensters.

In het interieur bevindt zich historisch meubilair, ondermeer de gebeeldhouwde kuip van de preekstoel, nog afkomstig uit de oude kerk en vervaardigd door het atelier Mengelberg (Utrecht, 1908), beelden van o.a. de H.H. Petrus, Theresia van Lisieux en Antonius, hoofdaltaar met tabernakel en zijaltaren en het orgel. Het orgel, vh. op de galerij en thans in het noordoostelijke deel van de zijbeuk, is vervaardigd door fa. Gebr. Adema uit Leeuwarden. Het instrument is, op een paar stomme pijpen na, integraal bewaard gebleven, inclusief de originele windvoorziening (waarvan echter de handbediening verloren is gegaan). Het orgel is afkomstig uit het van 1842 daterende en omstreeks 1980 afgebroken waterstaatskerkje aan Het Meer, waarvoor het orgel in 1867 werd vervaardigd. Het is één van de zeldzame, vroege en nagenoeg gaaf bewaard gebleven Adema-orgels. De originele kas werd bij de overplaatsing van het orgel vrijwel volledig verwijderd. In 1986 is het orgel voorzien van een nieuwe kas en gerestaureerd. Het schip wordt gevuld door vier rijen kerkbanken: twee brede rijen worden geflankeerd door twee smalle rijen. De fraai gesneden houten banken uit 1901 zijn per rij bevestigd op houten vloerdelen, over de eigenlijke betegelde vloer gelegd.

Waardering

De R.K. kerk, gewijd aan de H. Geest en in 1932-33 in Heerenveen gebouwd naar ontwerp van H.C.M. van Beers, is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als uitdrukking van de geschiedenis van het Rooms-Katholicisme in de overwegend protestantse provincie Friesland,

- vanwege de toegepaste bouwstijl, met aan de Delftse School ontleende stijlelementen,

- vanwege de hoge mate van belang van het bouwwerk binnen het oeuvre van architect H.C.M. van Beers,

- vanwege de zeer hoge mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- vanwege de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur,

- vanwege de zeer hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het kerkinterieur,

- het orgelinstrument is van algemeen belang als zeldzaam, vroeg en nagenoeg gaaf bewaard gebleven voorbeeld van de Adema-orgels in Friesland,

- vanwege de hoge mate van belang voor het aanzien van de plaats Heerenveen,

- als markant herkenningspunt in Heerenveen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 510453. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1934
1935
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruiskerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
invloeden