Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510648
Complexnummer
510647 - Title
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82763/184
Kadastrale aanduiding
Bedum L 917
Boterdiep Oz 13, 9959 PM te Onderdendam

Omschrijving

Omschrijving

Oldambtster BOERDERIJ met aangebouwde BIJSCHUUR aan de noordzijde uit 1894. De boerderij is opgemetseld in rode baksteen en wordt gedekt door een wolfdak. Aan de noordzijde bevinden zich twee krimpen ter hoogte van de overgang naar het voorhuis, aan de zuidzijde één krimp. Het onderkelderde voorhuis wordt gedekt door een wolfdak van geglazuurde blauwe platte Friese pannen; op de nok twee gemetselde schoorstenen met een geornamenteerde kap. De gevels hebben een trasraam van gesinterde rode baksteen, gevelbanden van donkerpaarse baksteen en worden beëindigd door een kroonlijst. Vensters zijn T-vensters beëindigd door een segmentboog van donkerpaarse baksteen, die doorloopt in een smalle omlijsting tot aan de middendorpels en heeft een geornamenteerde sluitsteen.

De voorgevel, westgevel, heeft in het midden een breed balkon uit de jaren 1910-1915; vier gietijzeren zuilen met piedestal op een sokkel dragen de troggewelven, die aan de voor- en zijkanten worden afgedekt door een houten kroonlijst; de balustrade van het balkon is opgemetseld van gele en oranje verblendsteen en paarse baksteen; de hoekbalusters werden oorspronkelijk bekroond door een vaas. Midden onder het balkon bevindt zich de hoofdentree; in de portiek een in eclectische stijl rijk geornamenteerde paneeldeur met smeedijzeren roosters voor vensters; de deur heeft een segmentboogvormig bovenlicht en een twee treden hoge stoep van hardsteen; de portiek heeft een omlijsting van pleisterwerk en in beide zijwanden panelen; onder het balkon twee consoles. Aan weerszijden van de entree twee vensters, waarvan één onder het balkon; onder elk venster een keldervenster met horizontaal diefijzer, beëindigd door een segmentboog. Het balkon heeft drie dubbele deuren met vensters, beëindigd door dezelfde segmentboog als de gewone vensters.

De zuidgevel heeft vier vensters met daarboven vijf zoldervensters, beëindigd door dezelfde segmentboog als de gewone vensters; aan de oostzijde, naast de krimp, een dubbele paneeldeur met smeedijzeren geornamenteerde roosters voor vensters, een segmentboogvormig bovenlicht met dezelfde omlijsting als de vensters en een lage hardstenen stoep; naast de deur een waterput, oorspronkelijk bedoeld voor het personeel. In de krimp een rondboogvenster met gietijzeren roedenverdeling. In het zuidelijk dakschild een dakkapel vermoedelijk uit de jaren 1910-1915. De noordgevel is gelijk aan de zuidgevel, maar heeft bovendien vier identieke keldervensters als de voorgevel.

De HOOFDSCHUUR wordt gedekt door een wolfdak van blauwgrijze gegolfde Friese pannen; de hoeknok heeft een houten uilenbord met venster bekroond door een houten makelaar. Bakgoot op bakstenen klossen. Het schuurgedeelte wordt van het voorhuis gescheiden door een dikke bakstenen brandmuur. In de noordgevel na de brandmuur bevindt zich een tweede krimp. In het geveldeel tussen beide krimpen een paneeldeur met getoogd bovenlicht, beëindigd door strekken; in de krimp zelf een dichtgemetseld venster met daarboven een rond venster met gietijzeren roedenverdeling. In de noordgevel vanaf de krimp tot de aangebouwde bijschuur een dichtgemetseld venster en een deels gewijzigd, getoogd venster beëindigd door strekken. De zuidgevel van de hoofdschuur heeft in het westelijk gedeelte drie vierruits rondboogvensters met gietijzeren roeden en in het oostelijk gedeelte kleine segmentboogvormige stalvensters met gietijzeren roeden. De achtergevel van de hoofdschuur is samengetrokken met de achtergevel van de bijschuur; de gehele gevel wordt beëindigd door een kroonlijst en heeft geornamenteerde muurankers. Het geveldeel van de hoofdschuur heeft twee kleine en een grote dubbele opgeklampte schuurdeur, beëindigd door een korfboog; de twee kleine schuurdeuren hebben bovenlichten met gietijzeren roedenverdeling; boven de noordelijke kleine schuurdeur een hardstenen gevelsteen met het opschrift: `S.G. Wiersema, W.O. Mensema, 1894'. Tussen de schuurdeuren en op de zuidelijke hoek een rondboogvenster met gietijzeren roedenverdeling; boven de schuurdeuren vijf ronde vensters met gietijzeren roedenverdeling, omgeven door een rollaag. De achtergevel van de bijschuur is, behalve de gevelsteen, identiek aan die van de hoofdschuur. In het gedeelte tussen hoofd- en bijschuur twee dezelfde rondboogvensters als in de achtergevel van de hoofdschuur.

De BIJSCHUUR, aan de noordzijde van de hoofdschuur aangebouwd, is opgemetseld in rode baksteen en wordt gedekt door een wolfdak van blauwgrijze gegolfde Friese pannen; op het westelijk dakschild golfplaten; in beide hoeknokken een houten uilenbord met venster bekroond door een houten makelaar. Bakgoot op bakstenen klossen. De voorgevel, westgevel, heeft zes rondboogvensters met gietijzeren roedenverdeling en een opgeklampte deur met getoogd tweedelig bovenlicht. De noordgevel heeft negen rondboogvensters en een zelfde opgeklampte deur als de voorgevel.

Het INTERIEUR van de boerderij is, wat de indeling betreft, grotendeels oorspronkelijk. Het voorhuis heeft een centrale middengang met aan weerszijden vertrekken die uitkomen op een lager gelegen dwarsgang. De hoofdgang heeft wanden met een gemarmerde lambrizering en daarboven pleisterwerk in eclectische stijl met cartouches en sierlijsten; het plafond heeft hetzelfde pleisterwerk; originele paneeldeuren. De noordelijke voorkamer heeft een plafond van zeer fraai eclectisch stucwerk met bloemmotieven, originele vensterbanken, blinden en een schoorsteenmantel van gepolijst groen geaderd zwart marmer met daarboven gepleisterde korintische pilasters. De zuidelijke voorkamer heeft een plafond met schilderingen en stucwerk in de stijl van de Art Nouveau, waarin rozen en allerlei soorten fruit zijn afgebeeld; originele vensterbanken en blinden; schoorsteenmantel van gepolijst rood en grijs geaderd zwart marmer met daarboven gepleisterde korintische pilasters en een schildering met allerlei soorten fruit. De bijschuur heeft vijf vakken en originele gebinten gefundeerd op bakstenen palen en een originele sporenkap. De hoofdschuur heeft originele gebinten en sporenkap, maar is, qua indeling, gewijzigd ten behoeve van de bedrijfsvoering.

Waardering

Oldambtster boerderij met aangebouwde bijschuur van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang:

- als voorbeeld van een Oldambtster boerderij op het Hogeland

- vanwege de vormgeving en het materiaalgebruik

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging van de boerderij aan de rand van het beschermd dorpsgezicht Onderdendam

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 510647. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Boerderij(M1)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1894
1894
exact
verbouwing
1910
1915
globaal
balkon

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Oldambtster boerderij

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden