Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511287
Complexnummer
511286 - Title
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82840/137
Kadastrale aanduiding
Ouder-Amstel G 960
Achterdijk 1, 1191 JG te Ouderkerk aan de Amstel

Omschrijving

Inleiding

KERK, hoofdonderdeel van het religieuze St. Urbanus complex te Ouderkerk aan de Amstel. De kerk, een kruisbasiliek, maakt onderdeel uit van het vroege werk van architect P.J.H. Cuypers. De kerk ligt ten westen van de pastorie en is daarmee verbonden door middel van een tussengang en sacristie. De tegeltableaus in de zijbeuken en dwarsarmen, met onder andere voorstellingen uit de kruiswegstatie, dateren uit 1901 en werden ontworpen door Jos Cuypers. Frans Nicolas maakte de zeven gebrandschilderde ramen voor het priesterkoor in de absis, waartoe hij in 1870 de opdracht ontving.

De wanden van het priesterkoor, de absis en het kruisribgewelf van de absis zijn naderhand van een pleisterlaag voorzien, waardoor het in oorsprong schoon metselwerk met beschilderingen aan het zicht worden onttrokken.

Omschrijving

Rooms-katholieke kruisbasiliek, gebouwd op kruisvormig grondplan met absis aan de oostzijde en een klokketoren aan de noordwestzijde. De kerk bestaat uit een middenschip van vier traveeën met zijbeuken, een transept met dwarsarmen van twee traveeën, en een priesterkoor met zevenzijdige absis ter diepte van twee traveeën. Transept en middenschip zijn even hoog en worden afgesloten door kruisende zadeldaken. De viering is gemarkeerd door een achthoekige dakruiter. De zijbeuken hebben lessenaarsdaken. Aan de achterzijde van de zijbeuken (oostelijk) zijn twee aanbouwen geplaatst: een armenkantoor (noordelijke zijbeuk) en de sacristie (zuidelijke zijbeuk), beide met een zadeldak. Alle zadeldaken liggen verzonken tussen de kopgevels en bevatten enkele houten dakkapellen ter ontluchting van de kap. De klokketoren is opgenomen in de noordelijke zijbeuk, naast de westelijke hoofdingang. Alle daken en torenspitsen zijn gedekt met leien. De kerk is opgetrokken in rode handvormbaksteen in kruisverband boven een uitgemetselde plint met hardstenen afzaat. Op verschillende plaatsen zijn slanke, zich verjongende steunberen aangebracht ter versteviging van het muurwerk. Verschillende detailleringen in het exterieur, zoals aanzet- en sluitstenen, (roos)venster- en deuromlijstingen, lateien en afdekplaten zijn uitgevoerd in zandsteen. Tussen de verdiepingen en onder de vensters zijn cordonbanden aangebracht in decoratief metselwerk met natuurstenen waterlijsten. De dakgoten bestaan uit (in oorsprong) bakstenen met lood beklede daklijsten in decoratief metselwerk.

De voorzijde (W) bestaat uit de kopgevel met hoofdingang en de klokketoren links van deze kopgevel. De westgevel bevat op de begane grond de hoofdingang, bestaande uit een geprofileerde spitsboog in baksteen en natuursteen met een dubbele opgeklampte eiken deur met smeedijzeren hang- en sluitwerk, een natuurstenen latei en een spitsboogvormig bovenlicht met glas-in-loodraam. De deur is bereikbaar via een trap met enkele hardstenen treden. Boven de ingang bevindt zich de waterlijst met daarboven een rondboogvormig spaarveld met (rustend op de waterlijst) vier gekoppelde keperboogvormige blinde muurvelden met daarboven een groot natuurstenen roosvenster met gebrandschilderd glas. De gevel wordt afgesloten door een tuitgevel met natuurstenen afdekplaten en stenen nokpiron. De klokketoren heeft hoeklisenen en vier bouwlagen waartussen waterlijsten zijn aangebracht. Van beneden naar boven bevat de toren: een spitsboogvenster (begane grond, W) en een spitsboogvormige zij-ingang (N), twee gekoppelde spitsboogvensters met klein roosvenster (tweede bouwlaag, W en N), drie gekoppelde spitsboogvensters (derde bouwlaag, W en N) en in de vierde bouwlaag zijn aan alle zijden van de toren in een rondboogvormig spaarveld twee gekoppelde spitsboogvormige galmgaten aangebracht met een ronde wijzerplaat erboven. De overige spaarvelden zijn rechthoekig en van een siermetsellijst voorzien. De toren wordt bekroond door een achtzijdige spits op vierkante grondslag en sierlijk gesmeed torenkruis.

De langsgevels (N en Z) hebben in de zijbeuken per travee twee gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-loodramen. De derde travee bevat aan beide langsgevels een kleine risalerende kopgevel, waarachter zich in het interieur de biechtstoelen bevinden. Deze kopgevels hebben twee kleine spitse vensters en een hooggeplaatst rond venster. In de lichtbeuk van het schip, boven de lessenaarsdaken van de zijbeuken, bevinden zich per travee twee rondboogvormige spaarvelden, elk met twee gekoppelde spitsboogvensters en een roosvenster.

De kopgevels van de dwarsarmen bevatten vier op de waterlijst rustende gekoppelde spitsboogvensters en een groot roosvenster met glas-in-loodramen met wit glas. De noordelijke dwarsarm heeft een extra ingang, bestaande uit een spitsboog met dubbele opgeklampte deur met smeedijzeren hang- en sluitwerk. Aan de noordelijke zijbeuk bevindt zich de aanbouw van het armenkantoor, een eenlagig bouwvolume op rechthoekige grondslag en zadeldak met noklijn evenwijdig aan het middenschip. Het kantoor bevat drie gekoppelde vensters in de noordgevel en een ingang, bestaande uit een opgeklampte deur met smeedijzeren hang- en sluitwerk en bovenlicht met vierpasmotief, in de oostgevel. Op de nok is een stenen lantaarn geplaatst. Aan de zuidelijke zijbeuk bevindt zich de aanbouw van de sacristie, een eenlagig bouwvolume op rechthoekige grondslag en een noklijn haaks op die van het middenschip. De zuidgevel van de sacristie heeft hoeklisenen en een uitgebouwde schoorsteen. In de hoge plint bevinden zich een houten deur en een klein venster, op de begane grond bevinden zich twee getoogde houten kruisvensters. In de kapverdieping zijn twee kleine getoogde houten vensters aangebracht. De gevel wordt afgesloten door een chalet-achtig dakoverstek en een vierkante bakstenen schoorsteen op de nok. De oostgevel bevat een keldervenster in de plint en bevat de bakstenen verbindingsgang met de pastorie.

De oostzijde van de kerk (de absis) heeft zeven door steunberen van elkaar gescheiden spitsboogvormige lancetvensters met gebrandschilderde ramen gemaakt door Frans Nicolas.

Het interieur is uitgevoerd in schoon metselwerk in diverse tinten baksteen. Tussen schip en zijbeuken wordt de traveemaat aangegeven door (twee maal vier) op hardstenen basement geplaatste zandstenen bundelpijlers met bewerkt kapiteel. De pijlers dragen de scheimuren van het schip en bevatten per travee (van beneden naar boven): een gedrukte spitsboogvormige scheiboog, in het triforium twee maal drie gekoppelde spitsbogen, van elkaar gescheiden door zandstenen zuiltjes, en in de lichtbeuk tenslotte twee maal twee gekoppelde rondboogvensters, elk met een bekronend roosvenster. Het gewelf, bestaande uit een houten spitsbooggewelf met sjabloon-achtige beschilderingen, begint boven een aanzet van muizetand en tandlijst. Op natuurstenen imposten rusten de gordelbogen, bestaande uit gebogen liggers met trekstangen. De zijbeuken en de absis hebben bakstenen kruisribgewelven. Aan de westzijde bevindt zich een voorportaal ter diepte van een travee. Het portaal wordt door een houten wand met paneeldeuren van de kerkuimte afgescheiden. Boven het portaal bevindt zich een galerij met houten balustrade (en orgel, zie mon. nr. 31950), bereikbaar via een spiltrap in de toren. Het orgel is gemaakt door J.J. Vollebregt in ''-Hertogenbosch en opgeleverd in 1878. Het orgel telt 25 stemmen met verschillende registers. De oreglkas is zeer waarschijnlijk vervaardigd naar ontwerp van P.J.H. Cuypers. De wanden van de zijbeuken en dwarsarmen zijn grotendeels betegeld met geglazuurde tegels met art-nouveaumotieven en tegeltableaus met voorstellingen van heiligen en de kruiswegstatie (1901, Jos Cuypers). In beide zijbeuken bevinden zich twee biechtstoelen, herkenbaar aan een natuurstenen wand met twee paneeldeuren met glas-in-loodpanelen. Boven de deuren is elk een tegeltableau met spreuk aangebracht.

Van de geheel uit natuursteen uitgehouwen preekstoel uit het vierde kwart van de 19de eeuw resteren slechts fragmenten, onder andere de symbolen van de evangelisten; de fragmenten zijn nu ingemetseld in de zuidelijke wand van het transept. Voorts bevinden zich in het interieur een hardstenen doopvont met achthoekig koperen deksel (door F.W. Mengelberg uit Utrecht) en een houten hoofdaltaar in neo-gotische stijl met tabernakel en heiligenbeelden.

Waardering

De kerk is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het complex St. Urbanus met orgel en pastorie in Ouderkerk aan de Amstel. Daarnaast is de kerk uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt van belang als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een neo-gotische kerk uit het derde kwart van de 19de eeuw. Tevens is de kerk van belang als karaktersitiek onderdeel in het vroege oeuvre van architect P.J.H. Cuypers.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 511286. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1865
1867
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruisbasiliek

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Cuypers, P. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur