Omschrijving complexonderdeel 1

Het centraal in de tuin gesitueerde blokvormig neoclassicistisch HERENHUIS, gebouwd in 1857-1858, bestaat uit twee bouwlagen en een mezzanino onder een gedrukt pannen gedekt schilddak. De in baksteen opgetrokken gevels worden omlijst door een grijsgepleisterde plint en zandkleurig gepleisterde hoeklisenen en kroonlijst voorzien van decoratieve consoles op de gevelhoeken. Een gepleisterde cordonlijst ter hoogte van de verdiepingsvloer zorgt voor een horizontale geleding. De voorgevel (zuidzijde) is drie traveeën breed en heeft over de volle breedte een veranda met gietijzeren zuiltjes en decoratief smeedwerk. Drie stel tuindeuren met bovenlichten geven toegang tot de veranda. Op de verdieping is in het midden een balkon met een smeedijzeren hekwerk aangebracht. De balkondeuren worden omlijst door gepleisterde dubbele pilasters die een architraaf, doorbroken door een gebogen fronton dragen. Aan weerszijden is een hoog zesruitsschuifvenster aangebracht.

In de rechterzijgevel bevindt zich de ingang met een uitgebouwd portiek, bestaande uit twee vierkante zuilen met een architraaf waarop de naam 'Kop en Hagen' staat vermeld. Rechts en links hiervan is een zesruits venster aangebracht en op de verdieping drie draaivensters.

De linkerzijgevel bevat op de begane grond drie zesruitschuifvensters en op verdieping twee draaivensters en een blind venster in het midden. De achtergevel is met uitzondering van één venster (van de keuken) en de vensters van het trappenhuis blind. De tweede travee van rechts is lichtrisalerend en is voorzien van een kleine uitbouw onder een plat dak, bereikbaar via een gemetselde stoep. Hierboven is een rondboogvenster en een gekoppeld venster geplaatst (van het trappenhuis).

Alle vensters zijn voorzien van een natuurstenen onderdorpel en gepleisterde omlijsting van pilasters met architraaf. De vensters op de begane grond hebben luiken.

De gepleisterde kroonlijst bevat rondom vierkante mezzaninovensters met een terra-cotta ventilatierooster.

Vestibule en gang beschikken over een marmeren vloer. De houten trappen zijn voorzien van een houten leuning en gietijzeren traphekspijlen. De salon linksvoor (zuidwestzijde) op de begane grond heeft een in vakken verdeeld stucplafond met medaillons voorzien van florale motieven in pasteltinten, een houten kooflijst groen / goud geschilderd en een marmeren neo-Lodewijk XVI schouw en spiegel met vergulde lijst.

De grote kamer rechtsvoor (zuidoostzijde) heeft een zwart marmeren schouw onder het raam in de zijgevel (vanwege de symmetrie), waarvan de opening naar het rookkanaal zich in de linkerzijwand van de schouw bevindt en niet in de achterwand.

Het huis is aan de achterzijde onderkelderd met gewelven.

De zolder bevat een afgetimmerde dienstbodenkamer.

Waardering complexonderdeel 1

Het object is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een neoclassicistische herenhuis, alsmede vanwege de gaafheid van hoofdvorm, gevelindeling en detaillering van zowel het exterieur als het interieur met waardevolle interieurelementen als stucplafonds, schouwen en trappenhuis. Voorts van belangrijke ensemblewaarde in samenhang met het koetshuis binnen de omringende tuin.