Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
512677
Complexnummer
512676 - Molenpôlle
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82775/152
Kadastrale aanduiding
Franeker A 2451
Franeker A 2452
Franeker A 2450
Zuiderkade 2, 8801 MJ te Franeker
Zuiderkade 3, 8801 MJ te Franeker
Zuiderkade 4, 8801 MJ te Franeker

Omschrijving

Inleiding

Het woonblok van drie WOONHUIZEN aan de Zuiderkade, in het zuidoosten van Franeker, ligt op het oude bolwerk -ook bekend als de Molenpôlle-, verhoogd ten opzichte van de overige bebouwing, het omliggende water en de kade. Het woonblok in Overgangs-architectuur met Art Nouveau elementen, ligt teruggerooid ten opzichte van de weg en wordt aan de zuidzijde en aan de oostzijde omsloten door een smeedijzeren hek, dat ook in Art Nouveau-stijl is ontworpen. Achter het hek bevinden zich de voortuinen. In de voortuin van Zuiderkade 4 staat een lantaarn. De west- en de noordgevels kijken uit op de binnenplaatsen. Het woonblok is in 1909 ontworpen door architect Nicolaas J. Adema, de Franeker architect die met zijn markante ontwerpen het gezicht van de stad Franeker aan het eind van de vorige eeuw in grote mate heeft bepaald. Adema was bij dit bouwproject zowel de architect als de uitvoerder. Voor de bouw van het woonblok is het oude bastion ca 1 m. afgegraven.

Omschrijving

De asymmetrische plattegrond bestaat uit een aaneenschakeling van rechthoekige en vierkante bouwvolumes, die op de hoeken stomp zijn afgewerkt in de vorm van hoekrisalieten en samen een spiegelbeeldige afgebogen 'L' vormen. De asymmetrische gevelindeling weerspiegelt de asymmetrische plattegrond. De variaties in de uitvoering van de gevels en de ornamentele details maken van de vrij grote massa een speels en licht woonblok. De plattegrond van Zuiderkade 3 is qua oppervlakte de grootste van de drie, Zuiderkade 2 en Zuiderkade 4 zijn ongeveer even groot. Het blok bestaat uit twee bouwlagen; de tweede bouwlaag boven de vestibule van Zuiderkade 2 was oorspronkelijk niet aanwezig en is in de jaren '30 in dezelfde stijl toegevoegd. Het woonblok is in bruine bakstenen opgetrokken, waarbij in de oost- en zuidgevels geglazuurde bruine bakstenen voor de scheiding tussen plint en eerste bouwlaag zijn gebruikt en creme/witte strengpersbakstenen voor de decoratieve elementen. Vanaf de bovendorpel van de vensters in de eerste bouwlaag is de tweede bouwlaag wit gepleisterd, met uitzondering van de gevelbanden, de vensteromlijstingen en de getoogde strekken, die uit geglazuurde bruine bakstenen zijn vervaardigd. Het blok wordt gedekt door een samengesteld dak met overstek en op de plaatsen waar de verschillende dakschilden bijeenkomen, wordt het versierd door vijf pirons met visblaas-motief. De dakbedekking bestaat uit bruin geglazuurde Lucas IJsbrandspannen. Op de dakschilden boven de achtergevel staan drie schoorstenen. De windveren en de daklijsten, ooit versierd door snijwerkmotieven in de stijl van de Art Nouveau, zijn vervangen en strakker uitgevoerd. Op de dakhelling boven de ingang van Zuiderkade 4 bevindt zich een dakkapel, waarvan het dak rechtstreeks vanaf de nok steil en schuin naar beneden is doorgetrokken tot ongeveer boven de dakgoot. De zuidgevel is licht asymmetrisch opgebouwd: de topgevel bevindt zich links van de voordeur onder portiek, licht a-centrisch ten opzichte van de hoekrisalieten. In de eerste bouwlaag bevinden zich van links naar rechts: een rechthoekig venster, een rechthoekig venster met rondboog-bovenlicht, een driedelig venster met getoogd bovenlicht, waarvan het middendeel opgehoogd is, een rechthoekig venster en de voordeur in een geheel betegelde portiek. De voordeur en het rechthoekige bovenlicht erboven zijn vernieuwd. Rechts van de ingang bevinden zich nog twee vensters -waarvan dat in het hoekrisaliet nieuw is- (het was in oorsprong een openslaande deur) met halfrond bovenlicht. Alle vensters met getoogd bovenlicht zijn voorzien van hanenkammen van bruin geglazuurde bakstenen, opgehoogd in het midden. In alle bovenlichten zit glas-in-lood. De houten kozijnen zijn van snijwerk voorzien. In de tweede bouwlaag bevinden zich van links naar rechts een overdekt balkon met vernieuwde houten leuning en originele balkondeur, een rechthoekig venster, een driedelig venster in de topgevel in de vorm van een sleutelgat en nog vier rechthoekige vensters, waarvan het laatste zich in het hoekrisaliet bevindt. De bovenlichten van de vensters op de hoek zijn vervangen, de overige zijn drie- en vijfruits en van oranje matglas voorzien. De oostgevel is asymmetrisch opgebouwd. Twee topgevels in het midden vormen in de gevel een soort middenrisaliet. In de eerste bouwlaag bevinden zich van links naar rechts: een vijfdelige serre met vijfdelig dak bedekt tot 2/3 door Lucas IJsbrandspannen, een driedelig getoogd venster, een portiek waarin zich de voordeur van Zuiderkade 3 bevindt, een driedelig getoogd venster, een rechthoekig venster, een tweedelig venster, een rechthoekig venster en een driedelig venster. Dit is trapsgewijs opgebouwd en bestaat uit drie vensters van verschillende grootte. Alle vensters en de voordeur hebben bovenlichten die van glas-in-lood zijn voorzien, ook die van de (deels vernieuwde) serre. De vensters zijn van hanenkammen voorzien met opgehoogd middendeel. De portiek van Zuiderkade 3 is betegeld. De voordeur van Zuiderkade 2, met snijwerk in Art Nouveau-stijl, is onder een houten afdak geplaatst met lessenaarsdak en bitumen leien. Boven de ingang is in de jaren dertig een tweede bouwlaag onder een plat dak toegevoegd, die heel goed aansluit bij het originele tweede bouwlaag-gedeelte.

De tweede bouwlaag is van links naar rechts voorzien van een balkon, waarvan de leuning niet origineel is, dat boven de serre is geplaatst, een driedelig venster met getoogde bovenlichten, een tweedelig openslaand venster, een driedelig venster onder het wolfseind van de naar voren springende topgevel met rechthoekige bovenlichten, een smal rechthoekig venster met rechthoekig bovenlicht, een tweedelig venster met rechthoekige bovenlichten, een smal rechthoekig venster met bovenlicht en een breed enkelruitsvenster met rechthoekige bovenlichten, in het deel dat later aan de tweede bouwlaag is toegevoegd. Van de rechthoekige vensters zijn de bovenlichten meerruits en van oranje matglas. In de topgevel onder zadeldak zit, onder het overstek, een driekwart-rond venster dat door een bakstenen omlijsting wordt versierd. Twee balkondeuren geven toegang tot het balkon, dat direct onder het dak door twee houten delen met Art Nouveau-motieven wordt afgesloten. Naast het balkon, op de hoek van de topgevel, is een vergaarbak geplaatst. In de top van de topgevel met wolfseind zit direct onder het dak, een klein zoldervenster met bakstenen omlijsting.

De achtergevels van het woonblok zijn in bruine bakstenen opgetrokken. Het blok is meerdere malen aan de achterzijde aangepast, er zijn nieuwe vensters bijgekomen en nieuwe aanbouwen zijn er tegenaan geplaatst. Het geheel resulteert in een vrij onoverzichtelijk achtergedeelte, dat voor de bescherming van ondergeschikt belang is. De meest originele achtergevel is die van Zuiderkade 4. Hier is de roedeverdeling van de vensters, in Art Nouveau-stijl, voor het grootste deel bewaard gebleven: in de eerste bouwlaag bevindt zich de houten tuindeur met bovenlicht. Dit bovenlicht is gelijk aan het naastgeplaatste venster: het is een driedelig venster met vijfruitsbovenlicht. In de tweede bouwlaag bevindt zich een venster gelijk aan het laatstgenoemde en een vernieuwd venster.

Het interieur van Zuiderkade 2 is grotendeels vernieuwd: noemenswaardig zijn echter in de hal en de woonkamer de originele eternitplafonds met originele ornamenten. Het interieur van Zuiderkade 3 is qua indeling in geringe mate oorspronkelijk. Het pand is tegenwoordig een praktijk. Oorspronkelijke elementen zijn o.m.: de betegeling in de gang, de trap en de trapleuning en de betegeling in de keuken. De witte betegeling van de keuken wordt verlevendigd door een hoog geplaatste tegelband van tegels met pluimvee-afbeeldingen. Het interieur van Zuiderkade 4 is qua indeling in redelijke mate oorspronkelijk. De vroegere kamers en suite zijn samengetrokken. Origineel zijn onder meer de ingang met vestibule, waar zich de originele deuren bevinden en de trap naar de bovenverdieping. De originele betegelde keukenvloer ligt tegenwoordig verscholen onder zeil. In de woonkamer bevindt zich de originele schoorsteenmantel van zwart marmer met gele betegeling op de achterwand.

Waardering

Het woonblok bestaande uit drie woonhuizen aan de Zuiderkade 2, 3 en 4 te Franeker is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een cultuurhistorische ontwikkeling;

- als bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling (woonblok);

- voor de geschiedenis van de architectuur;

- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp, ondanks de aanpassingen van latere datum;

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek;

- vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling en de uitbreiding van de stad, met name in relatie tot het gebruik van het oude bolwerk als woonplek met status;

- voor het aanzien van de stad;

- vanwege de in redelijke mate aanwezige architectonische gaafheid van het exterieur;

- vanwege de architectonische gaafheid van een aantal interieuronderdelen;

- in relatie tot de structurele en de visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 512676. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1909
1910
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonblok

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
invloeden
Overgangsarchitectuur
invloeden