Omschrijving

DWARSHUISBOERDERIJ opgetrokken in een bruine baksteen op een trasraam van donkere klinkers. Het schilddak, dat is gedekt met een zwarte verbeterde Hollandse pan, heeft twee gemetselde schoorstenen, een dakkapel (niet origineel) en is deels voorzien van een kroonlijst (voorzijde) en deels van een goot op klossen. De hoofdentree bevindt zich in een iets teruggeplaatst middendeel van de voorgevel (noord) en bestaat uit een dubbele paneeldeur tussen twee decoratieve houten pilasters, met een bovenlicht met decoratieve roedenverdeling en ronde schouders onder een wenkbrauwboog van gele baksteen; voor de deur een twee treden hoge gemetselde stoep. Aan weerszijden van de entree twee zesruits vensters met ronde schouders en een wenkbrauwboog van gele steen. Boven de entree twee houten consoles in plaats van het fries. In de westgevel een zesruits venster en een blind venster en in de oostgevel één zesruits venster, alle met een wenkbrauwboog van gele steen. Tevens in de oostgevel een keldervenster met luik onder een rollaag.

De HOOFDSCHUUR, die a-symmetrisch achter het voorhuis is geplaatst, heeft een wolfdak met twee uilenborden, gedekt met golfplaat. De oostgevel is later opnieuw opgetrokken. In de topgevels vlechtwerk.

In de achtergevel (zuid) dubbele houten deeldeuren, een dubbel venster (was oorspronkelijk een deur), een opgeklampte deur met bovenlicht en een half, getoogd ijzeren schuurvenster met roedenverdeling. Aan de voorzijde (noord) hoge dubbele deeldeuren onder een rollaag van rode baksteen, een piepklein vierkant venster en een vernieuwd zesruitsvenster onder rollaag. In de westgevel een vernieuwde deur met bovenlicht, twee T-vensters en een dichtgezet w.c venster, alle onder een rollaag van gele baksteen; een vernieuwd opgetrokken gedeelte (1965).

De BIJSCHUUR is aan de westgevel van de hoofdschuur gebouwd en is deels opgetrokken in een bruinrode (achtergevel) en deels in een jongere rode baksteen onder een zadeldak gedekt met golfplaat. Langs de dakrand van de topgevels een rollaag. In de voorgevel dubbele houten schuurdeuren onder een vierruits bovenlicht met rollaag, twee kleine ijzeren rondboogvensters met roedenverdeling. In de westgevel vier voederluiken. In de achtergevel dubbele houten schuurdeuren met rollaag en een ijzeren roosvenster in de topgevel.

In het grotendeels verbouwde INTERIEUR zijn onder meer van belang de houten schouw in de kamer; het balkenplafond in de gang; de plavuizen in de kleine kelder.

Waardering

Dwarshuisboerderij met aangebouwde bijschuur van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit de het einde van de 19de eeuw

- vanwege de sobere, doch verzorgde vormgeving met eclectische elementen

- vanwege de functionele relatie met de bijbehorende stookhut

- vanwege de ruimtelijk-visuele relatie met de Coendersborg

- vanwege de bijzondere ligging aan het zandpad naar de borg