Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
515166
Complexnummer
515165 - St.Vitus
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82740/51
Kadastrale aanduiding
Nieuwland Friesland E 484
Vitusdyk 27, 8615 LN te Blauwhuis

Omschrijving

Inleiding

De ROOMS-KATHOLIEKE ST. VITUSKERK te Blauwhuis is het hoofdonderdeel van het kerkelijk complex dat in 1867 door architect P.J.H. Cuypers is ontworpen. De kerk verving een ouder gebouw uit 1785, dat later als bewaarschool in gebruik is genomen. De noodzaak van een nieuwe kerk was door de sterke groei van gelovigen al een aantal jaren aanwezig en in 1867 gaf het kerkbestuur aan architect P.J.H. Cuypers, werkzaam in Amsterdam, de opdracht om een ontwerp te maken voor een nieuwe kerk. Cuypers ontwierp een kerkelijk gebouw in Rijnlandse Romano-gotiek. Als opzichter werd architect C.H. Peters aangetrokken. De bouwwerkzaamheden werden aan aannemer O.H. Schuurmans te IJlst gegund. Het interieur is zeer waarschijnlijk door Cuypers zelf ontworpen. De inventaris van de kerk, inclusief beschildering en beglazing is door het atelier Cuypers en Stoltzenberg te Roermond vervaardigd; met de uitvoering ter plekke was de atelierwerker Klumpkens belast. De gebrandschilderde ramen zijn door de firma Nicolas te Roermond uitgevoerd. De klokken in de dakruiter en in de toren (deze zijn in 1948 door nieuwe vervangen) zijn door A.H. van Bergen te Heiligerlee geleverd; het uurwerk door S. Rodenberg te Sneek. Het schilderwerk is indertijd aan E.A. de Vries te Blauwhuis uitbesteed. Het hele complex werd tussen 1868 en 1871 uitgevoerd; de inwijzing vond plaats op 15 oktober 1872. In 1969-70 is de kerktoren gerestaureerd; tussen 1991 en 1993 is het exterieur van de kerk gerestaureerd en in 1996 volgde een tweede restauratiefase van het interieur (o.a. van de doopkapel, portaal, staties, St. Vitus-schilderij). Zowel het exterieur als het interieur zijn opvallend compleet; de uitmonstering van het interieur is in al zijn onderdelen beschermd.

Omschrijving

De St. Vitus, van het type "kruiskerk", is in bruin/rode baksteen opgetrokken; voor de decoratieve motieven, van bijvoorbeeld bogen en keperfriezen, die in alle geveldelen zijn verwerkt, zijn gele IJsselstenen gebruikt. EXTERIEUR. De kerk is een driebeukige transeptbasiliek, waarvan het naar het noordoosten gerichte koor afgesloten wordt door een absis met 5/10 afsluiting. Het gebouw wordt gedekt door samengestelde zadeldaken met leien, twee schoorstenen en twee kleine dakkapellen op de dakschilden van de zijgevels. Op de kruising van de zadeldaken van het grote transept met het dak van het middenschip staat een dakruiter met spits, waarin het "Mariaklokje" hangt. De dakgoten rusten op grote klossen. De kerk omvat vijf traveeën: aan weerszijden van de vierde travee (vanaf de westzijde) liggen de transeptarmen en aan weerszijden van de vijfde twee vierkante kapellen. De zadeldaken van de kapellen reiken tot aan de daklijst van het middenschip. De eerste travee vanaf de toren is uitgebouwd, waardoor als het ware een tweede transept is ontstaan. De vierkante torenromp bestaat uit drie geledingen en eindigt in een achthoekige met leien belegde naaldspits. Op de hoeken staan steunberen die in de volgende geleding overgaan. In de onderste geleding bevindt zich de houten toegangsdeur met spits archivolt en roosvenster. In de middelste geleding zitten lancetvormige galmgaten. In de bovenste geleding zit elke zijde een wijzerplaat. Iedere zijde eindigt in een wimberg. In de kleine transeptarmen van noord- en zuidgevel zitten drie lancetvensters met oculus. In de gevels van de zijbeuken zitten enkelvoudige lancetvensters, in elke zijbeuktravee en in de lichtbeuk zijn deze lancetvensters per (middenschip)travee samengesteld; in de grote transeptarmen zitten combinaties van vier lancetvensters met roosvenster; de absis heeft enkelvoudige lancetvensters. Het INTERIEUR is ook in Neogotischestijl uitgevoerd. De verhouding tussen middenschip en zijbeuken wordt bepaald door een stelsel van om en om geplaatste kolommen en pijlers. Dit stelsel komt voort uit de Romaanse "Rijnlandse school", waarbij tegenover één travee in het middenschip twee traveeën in de zijbeuken zijn geplaatst. De lengte van het middenschip wordt doorbroken door de scheibogen naar het transept en de kapellen. Het inwendige van de kerk is afgewerkt in schoonmetselwerk, geaccentueerd in het koor en in het transept door met verf aangebrachte kleuren. De gehele kerk wordt door stenen kruisribgewelven overkluisd, de dwarskapellen door houten tongewelven. De uitmonstering van het interieur is opvallend compleet; van belang zijn onder meer: de met rood/bruine tegels belegde vloer, het gebrandschilderde glas, het meubilair (o.a. twee Neogotische biechtstoelen in iedere zijbeuk, de banken in het middenschip met teksten in het Latijn en in het Nederlands, de banken in de zijbeuken en de preekstoel), het tweeklaviers pneumatisch orgel met vrij pedaal, gemaakt door de Duitse firma Gebr. Rohlfing, met als bouwjaar 1924, de beelden (o.a. van St. Bonifatius, St. Antonius van Padua, het Vitus-monument met keizer Diocletianus en in de kapellen Maria, Jozef en het H. Hart), de 16 kruiswegstaties (1875) in de zijbeuken, het triomf-kruis. Onder het hoofdaltaar met ciborium ligt een stenen tombe met daarop een tabernakel; het geheel wordt afgesloten door een Calvarie-groep. De zes originele vergulde kandelaars zijn in 1871 geleverd door het Utrechts atelier Brom. De polychromering en de muurschilderingen zijn rijk uitgevoerd: achter het hoofdaltaar zijn bijvoorbeeld gordijnschilderingen aangebracht en op de transeptmuren de 12 apostelen. Het interieur van de SACRISTIE, die aan het priesterkoor grenst, is grotendeels origineel. Tegen de wanden staan originele houten kasten; de ruimte wordt verlevendigd door muurschilderingen in de stijl van de Art Nouveau. Boven de schouw is de Goede Herder afgebeeld.

Waardering

De rooms-katholieke St. Vituskerk te Blauwhuis (gewijd 1872) is van bijzonder algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een culturele en maatschappelijke ontwikkeling;

- voor de geschiedenis van de architectuur;

- binnen het oeuvre van architect Cuypers, die de neo-gotiek in het noorden van het land voor de tweede keer (na architect Weber in 1863 voor de niet meer bestaande St. Franciscuskerk te Franeker) in Blauwhuis toepaste, aan het begin van zijn zeer voortvarende carrière;

- binnen het oeuvre van architect Peters, die toen net aan het einde van zijn bouwkundige opleiding was en met dit project een begin maakte met zijn voortvarende carrière;

- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp;

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek van de onderdelen, zowel voor wat betreft het exterieur als het interieur;

- vanwege de architectonische gaafheid van zowel het exterieur als het interieur, in al zijn onderdelen en inrichtingselementen;

- vanwege de situering en de historische relatie met de omgeving, in het licht van de groei van de katholieke gemeenschap in de 19de eeuw;

- voor het aanzien van het dorp;

- in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de dorpse en landschappelijke omgeving.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 515165. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Rooms-katholieke kerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1867
1871
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruiskerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden
Neo-Romaanse stijl
invloeden