Complexgegevens

Complexnummer
515165

Omschrijving

Inleiding

ROOMS-KATHOLIEK KERKELIJK COMPLEX, bestaande uit de ST. VITUSKERK, de bijbehorende PASTORIE, het KOETSHUIS, het gietijzeren HEK en de BEGRAAFPLAATS met houten BAARHUIS en drie GRAFMONUMENTEN (kerk en pastorie gebouwd tussen 1868 en 1871 naar ontwerp van P.J.H. Cuypers). Stilistisch is sprake van verschillende stijlen, daaronder Neogotiek en een Ambachtelijk-traditionele bouwtrant met Art Nouveau decoraties. Het complex ligt aan de noordzijde van de Hemdyk, op een globaal rechthoekig terrein, dat zuidwest is gelegen. De begraafplaats neemt het westelijk en noordelijk deel van het perceel in beslag; de kerk met pastorie ligt ten zuidwesten daarvan; aan de zuidoostzijde ligt de pastorietuin. Het terrein wordt aan de straatzijde begrensd door een gietijzeren hek; er omheen loopt een brede sloot. langs de kanten staan verschillende rijen bomen.

Na de Reformatie in 1580 waren in deze streken -de driehoek tussen Bolsward, Sneek en Workum- de kleine rooms-katholieke parochies opgeheven. De gelovigen konden hier uitsluitend worden bezocht door rondreizende priesters. In 1632 werd het Sensmeer drooggelegd: het polderbestuur kwam in het "blauwhuis" bijeen, een gebouw dat zo genoemd werd naar de kleur van het materiaal dat op het dak lag. Na 1651 stelde de eigenaresse van het "blauwhuis" het gebouw beschikbaar voor de Room-katholieke eredienst. In 1780 werd het pand eigendom van de R.K. statie en vanaf 1785 kreeg het de functie van pastorie van de intussen ernaast gebouwde nieuwe kerk, die aan St. Vitus toegewijd was. In 1855 kreeg de statie de status van parochie. Om de kerk heen ontwikkelde zich geleidelijk aan een kleine nederzetting, een rooms-katholieke buurtschap, die pas in 1950 de status van dorp kreeg en "Blauwhuis" bleef heten. De parochie was vanaf de 18de eeuw sterk gegroeid: de gelovigen kwamen uit verschillende dorpen in de omgeving; in de loop van de negentiende eeuw was de noodzaak van de bouw van een grotere kerk overduidelijk geworden. In 1867 gaf het kerkbestuur van de RK parochie te Blauwhuis aan architect P.J.H. Cuypers, werkzaam in Amsterdam, de opdracht om een ontwerp te maken voor een nieuwe kerk. Dit werd het begin van de bouwwerkzaamheden van Cuypers in de noordelijke streken, die een hoogtepunt bereikten met het ontwerp voor de monumentale St. Bonifatiuskerk in Leeuwarden (1882-84). Cuypers ontwierp een kerkelijk complex in Neogotische stijl, waarbij elementen van het Laat-Romaans uit het Rijnland werden gebruikt. Deze combinatie van stijl-elementen is typerend voor de bouwwerkzaamheden van de architect in die vroege periode. Bij de bouw was de latere rijksbouwmeester C.H. Peters betrokken. Deze gebruikte het opzichterschap bij de bouw van dit kerkelijke complex als afsluitend onderdeel van zijn bouwkundige opleiding. De bouwwerkzaamheden werden aan aannemer O.H. Schuurmans te IJlst gegund. Het complex werd tussen 1868 en 1871 uitgevoerd; de inwijding vond plaats op 15 oktober 1872.