Inleiding

VILLA Nuova werd in 1868 gebouwd, op de plaats van het in 1865 afgebroken buitenhuis Buitenzorg, in opdracht van Johannes Piek, directeur van de houtzagerijen aan de Heymanswetering. De villa is ontworpen in de bouwstijl van het Eclecticisme met in het interieur elementen in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance. In 1885 werden in het interieur lambriseringen aangebracht, die door Belgische beeldhouwers waren vervaardigd. Ook werden bij de villa een koetsiers- en tuinmanswoning, oranjerie gebouwd en een vijver aangelegd. De bijgebouwen zijn verdwenen, met uitzondering van het koetshuis. Villa Nuova staat tegenover een andere negentiende eeuwse monumentale villa en is beeldbepalend gesitueerd ten opzichte van de Rijn.

In de voorgevel zijn een aantal persiennes verdwenen.

Omschrijving

De op langgerekte plattegrond opgetrokken witgepleisterde villa bestaat uit een souterrain, bel étage en verdieping onder een flauw hellend ver overstekend zadeldak (zinken roefdak) met windveren. Centraal is een hogere middenpartij onder een overstekend zadeldak (zinken roefdak) op gesneden klampen, dat een haakse nokrichting heeft; verder wordt het bouwvolume gekenmerkt door risalieten in de langsgevels en aanbouwen tegen de eindgevels. Op het dak van de middenpartij staat nog één van de palmetten die oorspronkelijk op alle hoeken stonden.

De gepleisterde gevels zijn voorzien van een hoge plint, pilasters met cassettes, doorgetrokken gepleisterde waterdorpels, cordonlijsten, cassettes onder de vensters en geprofileerde lijsten rond de gevelopeningen. In het hoofdvolume zijn vrijwel alle gevelopeningen getoogd en voorzien van bovenlichten.

De symmetrische voorgevel (zuid) van het hoofdvolume bestaat uit het verhoogde middenrisaliet van twee vensterassen, met aan weerszijden eveneens twee vensterassen. De vensters zijn van oorsprong geflankeerd door persiennes. In de middenrisaliet op de begane grond en verdieping terrasdeuren.

De rechter zijgevel (oost) is voorzien van schijnvoegen. Op de begane grond een vijfzijdige serre onder een afgeknot klokdak. In de serre T-vensters onder cassettes met centrale ronde elementen; tussen de vensters slanke zuiltjes. Op de eerste verdieping drie gladgepleisterde getoogde nissen en drie ronde openingen in de top.

De achtergevel (noord) is gelijk aan de voorgevel met uitzondering van de risaliet: tegen de risaliet bevindt zich op de begane grond een platgedekt uitgebouwd portaal met hoekpilasters en afgesloten door een kroonlijst. De voorzijde van het portaal heeft links een rechtgesloten venster met bovenlicht en rechts een blinde vensternis met cassettes, in de rechter zijgevel een dubbele glasdeur onder een tweedelig bovenlicht. Boven het portaal op de verdieping een brede vensteras met een rechtgesloten T-venster gevat in een pilasterstelling en in de top een getoogd venster geplaatst in een spaarveld tussen lisenen.

De linker zijgevel (west) wordt grotendeels in beslag genomen door een platte tweelaagse aanbouw met grote afgesnoten hoeken; afgesloten door een kroonlijst. Getoogde vensters op de begane grond, rechtgesloten vensters op de verdieping; de vensters zijn voorzien van bovenlichten. In de westelijke gevel van de aanbouw op de verdieping een blinde ondiepe nis.

INTERIEUR Van het interieur zijn onder meer op de begane grond drie aaneengeschakelde kamers bewaard gebleven, waarin o.a. hoge eikenhouten lambrizeringen met hoge kwaliteit snijwerk; paneeldeuren met snijwerk; zwart Belgisch marmeren schouwen; een bewerkt eikenhouten balkenplafond; geprofileerde deur- en vensteromlijstingen; suitedeuren met panelen; stucwerk lijsten op plafond en wanden.

In de hal zijn de vloer, plinten en lambrisering uitgevoerd in wit marmer. Verder in de hal en het portaal o.a. stucplafonds, sleutelstukken en lijsten op de wanden.

Waardering

De villa is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als restant van de industriële ontwikkeling, waar het pand in de oorspronkelijke functie als directeurswoning toe behoorde.

De villa met bijbehorend interieur van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde en wel het ontwerp in de bouwstijl van het Eclecticisme, met in het interieur elementen in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance.

In stedenbouwkundig opzicht is de villa van algemeen belang vanwege de beeldbepalende ligging aan de Rijn en de Oudshoornseweg.

Het exterieur van de villa is vrijwel gaaf, van het interieur zijn bijzondere elementen bewaard gebleven.