Inleiding.

Aan de noordzijde van het complex gelegen, vrijstaand diep HERENHUIS, aan weerskanten en achterzijde omgeven door een siertuin met diverse bomen (waaronder kastanje en esdoorn) en heesters; verhoogde, hardstenen voorstoep, afgezet met stoeppalen waartussen kettingen.

In de voorgevel hebben stolpvensters de oorspronkelijke vensters (waarschijnlijk zesruiters of T-vensters) vervangen. Decoratieve, houten geschulpte zonnekappen zijn uit de kozijnen van de voorgevel verwijderd (in gave staat, nog in bezit van de bewoner).

Omschrijving.

Het gedeeltelijk onderkelderde herenhuis beslaat een rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen met een zolderverdieping onder een met blauwe bouletpannen gedekt schilddak met geknikte dakvoet; in het voorschild een houten dakkapel met gesneden stijlen en geprofileerd fronton. Symmetrische, vijf traveeën brede lijstgevel met gegroefd gepleisterde, wit geschilderde muur. Centraal de toegang met beglaasde paneeldeur met pseudonaald en gietijzeren raamroosters, geprofileerd kalf en eenruits bovenlicht. Aan weerszijden twee stolpvensters met eenruits bovenlicht en een doorgaande hardstenen waterlijst. Op de verdieping in elke travee een kleiner stolpvenster met hardstenen lekdorpel. Alle kozijnen hebben een licht getoogde bovendorpel en zijn gevat in een geprofileerde stucomlijsting met bekronend kuifstuk. In de licht projecterende plint, rechts van de voordeur een gietijzeren schoenkrabber. De gevel wordt afgesloten met een kroonlijst, bestaande uit een daklijst met profiel en een overstekende, geprofileerde en op voluutvormige consoles rustende goot. Achter- en zijgevels met opliggende geprofileerde goten. Linker gevel eveneens gepleisterd maar ongeschilderd met in beide bouwlagen één venster zoals aan de voorzijde, beide met persiennes. De gepleisterde rechter gevel, met bossage, is blind met uitzondering van kelderkoekoek. De gepleisterde, gebosseerde achtergevel heeft over de gehele breedte een luifel op ranke, gietijzeren zuilen. Centraal de achterdeur met tweeruits bovenlicht, rechts daarvan twee zesruits schuifvensters met persiennes. Op de verdieping een vijftal stolpvensters. Plattegrond met centrale toegangsdeur waarachter middengang naar achterdeur met aan de rechterkant hoofdwoonvertrekken en links een voorkamer, trappenhuis met bordestrap en keuken. Via de keuken is het koetshuis toegankelijk. Van het interieur zijn vermeldenswaard: stucplafonds, zwartmarmeren schouwen, paneeldeuren, wit-zwart marmeren vloer in de gang, hal met bordestrap voorzien van decoratieve beginbaluster met houtsnijwerk en sculptuur, witmarmeren fonteintje met palmet, gekleurd glas in traplicht, keukenschouw, spekkastjes, betegeld muurwerk en kelder met troggewelf en rode plavuizen.

Waardering.

Het object is van algemeen belang. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de detaillering, het bijzondere materiaalgebruik alsmede de samenhang tussen de gaaf gebleven hoofdvorm en rijke interieurelementen uit de bouwtijd. Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een harmonisch geheel, verder bestaand uit het koetshuis met hondenhokken en sierhekwerk, en als karakteristiek onderdeel van de historische bebouwing aan de Clarissenstraat. Het is van belang wegens de kwaliteit van de samenstellende onderdelen, bestaande uit herenhuis met voorstoep voorzien van stoeppalen met ketting en siertuin.