Inleiding.

Geheel van vier WOONHUIZEN, door middel van muren met poortjes twee aan twee met elkaar verbonden. Dit gedeelte kwam in 1938 tot stand.

Omschrijving.

Elke woning telt één bouwlaag onder zadeldak. De huizen zijn uitgevoerd in baksteen, de daken zijn gedekt met gotische pannen. De deur bevindt zich in het midden van de gevel en wordt geflankeerd door brede ramen. Dit zijn achtruits schuifvensters met een vierruits bovenlicht. De ramen zijn voor het onderste deel voorzien van luiken. In de kopse gevels van de nummers 5 en 15a (uiteinden van het carré) zijn in de topgevel vierruitsramen zichtbaar, bij nummer 5 zijn op de begane grond nog een halfvenster met luik en een breed raam aangebracht. Aan de achterzijde zijn in nummer 9 en 13 deuren zichtbaar en ramen waarbij de onderlichten van luiken zijn voorzien. De muurtjes die de huizen met elkaar verbinden liggen in het verlengde van de voorgevels van de haaks op de kapel geplaatste huizen. De bakstenen muren zijn afgedekt met een rand dakpannen. Naast nummer 15 bevindt zich een rondboogpoort in de muur, naast nummer 7 is diezelfde rondboog opgevuld door een getoogde deur met aan weerszijden een raam.

Waardering.

De woningen zijn van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociale en geestelijke ontwikkeling en als laat voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het hofje. Het is van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van de architectuur van de Delftse School. Het is gaaf bewaard gebleven. De woningen hebben ensemblewaarde als essentieel onderdeel van het geheel.