Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
517361
Complexnummer
517360 - KLEIN DUIMPJE
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82752/77
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Middelstum A 1679
Menthedalaan 5, 9991 BC te Middelstum

Omschrijving

Omschrijving

Deels één en deels twee bouwlagen hoge VILLA met aangebouwd achterhuis en koetshuis uit 1896 opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van donkere klinkers, afgezet met een gepleisterde bies. De gevels van de villa zijn gedecoreerd met sierankers, gevelbanden van siermetselwerk en gemetselde hoekpilasters met gepleisterde spiegels. Het samengestelde, afgeknotte schilddak dat gedekt is met leien (maasdekking), heeft bij het twee bouwlagen hoge gedeelte een kroonlijst met een gepleisterd rondboogfries en bij het gedeelte van één bouwlaag een kroonlijst met rechthoekige lichtstroken in het fries, voorzien van gietijzeren roeden. Op het dak een daklicht (1948?) en twee gemetselde schoorstenen. De gevels worden geleed door H-vensters met bovenlichten van glas-in-lood (1934?), onder een keperboogvormige wenkbrauwboog van donkere baksteen met gepleisterde sluitsteen en een gepleisterde boogtrommel; de wenkbrauwbogen gaan over in een gevelband van siermetselwerk in rode, donkere en gele steen. Onder de onderdorpels van de vensters op de begane grond bevinden zich rechthoekige panelen van gele en rode baksteen.

Aan de westgevel (tweehoog) een driezijdige erkerachtige uitbouw met vijf hoekpilasters met gepleisterde spiegel, in elke zijde een venster en in het midden een getoogd, tweeruits keldervenster; erop een balkon met houten hek met balusters, toegankelijk via openslaande glasdeuren met boven- en zijlichten met glas-in-lood. De noordgevel (tweehoog) heeft een ijzeren roosvenster. Onder de vijf vensters van de één bouwlaag hoge west- en noordgevel bevinden zich getoogde tweeruits keldervensters; ook in de noordgevel een vierdelig glas-in-lood venster met een getoogde strek van donkere steen met gepleisterde sluitsteen; eronder een houten luik met rollaag van donkere steen.

De voorgevel (zuid) heeft op de begane grond twee blinde keperboogvensters en in het midden een bakstenen serre (1934), opgetrokken in roodbruine baksteen op een trasraam van donkere klinkers, onder een plat dak met gemetselde borstwering; op de verdieping twee H-vensters en in het midden een risalerend deel met openslaande deuren onder een bovenlicht met kepervormige wenkbrauwboog, die toegang verlenen tot het platte dak; het risalerende deel wordt bekroond door een vierkante spits, bekleed met leien en zinken top met bol. De serre heeft aan beide zijkanten een dubbel venster met tweeruits glas-in-lood bovenlichten en aan de voorzijde openslaande deuren met gemetselde stoep (drie treden) tussen twee vensters, alle met tweeruits glas-in-lood bovenlichten; boven deuren en vensters een over de hele gevel doorlopende, uitspringende betonlatei. Midden op de borstwering staat in metalen letters: MENTHEDA. Voor de serre een ommuurd terras (1934) geplaveid met stoeptegels en een brede gemetselde stoep (vier treden) tussen twee muurtjes met aan weerszijden een gemetselde bloembak; het terras zet zich voort aan de overzijde van het pad rond de villa en vormt daar een halve ommuurde boog, met als aanzet een lage en een hoge gemetselde bloembak.

De oostgevel (tweehoog) heeft een gevelsteen waarop staat; "J. V. 18, G.R. 96". Aan de oostgevel is een achterhuis gebouwd met uitgebouwde TOREN op vierkante plattegrond, waarin zich de hoofdentree bevindt. De drie bouwlagen hoge toren heeft een afgeknot, naar binnen gebogen tentdak met kroonlijst en muizentandrand, waarop een torenhelm met windvaan in de vorm van een zwaan. De gevels zijn gedecoreerd met gevelbanden en een fries van siermetselwerk in gele, donkere, rode en/of kalkzandsteen en de bouwlagen worden gemarkeerd door een cordonlijst. De entree bevindt zich aan de zuidzijde en bestaat uit een gelakte houten art-déco deur (1934) met kijkgat onder een halfrond bovenlicht in een omlijst, gepleisterd portiek met velden met gebouchardeerd oppervlak; voor de deur een gemetselde stoep (vier treden, 1934). Boven de entree een gevelsteen met: "Anno MDCCCXCVI". Op de eerste verdieping een rondboogvenster met gekleurd glas-in-lood onder een gepleisterd fronton aan de zuidkant en een ijzeren roosvenster aan de oostkant; de tweede verdieping heeft aan alle zijden drie kleine rondboogvensters, waarvan twee blind, onder een segmentboog van gele baksteen.

Het ACHTERHUIS annex KOETSHUIS is opgetrokken in een rode baksteen met gevelbanden van gele baksteen op een trasraam van klinkers onder een afgeknot schilddak, dat is gedekt met een zwart geglazuurde Friese golfpan en een geprofileerde goot met een fries van kalkzandsteen heeft. Het achterhuis heeft aan de zuid- en oostzijde een blind keperboogvenster met gepleisterde sluitsteen, waarin een ruitvormig glas-in-lood venster met omlijsting van gele baksteen. De oostgevel bestaat verder uit een aankapping met aan de zuidzijde een getoogde deur (1934) met glas-in-lood deurlicht met smeedwerk, een gemetselde stoep (vier treden) en een staand glas-in-lood venster met getoogde strek; in de oostzijde een deur met zesruits deurlicht, gemetselde stoep en vier ijzeren halfvensters; in het dakvlak twee houten dakkapellen (niet origineel) met drie zesruitsvensters; in de noordzijde een ijzeren roosvenster. De noord- en westgevel van het achterhuis hebben beide een ijzeren venster met een half venster erboven, de westgevel heeft tevens dubbele garagedeuren onder een getoogd bovenlicht met erboven een driedelig vierruitsvenster (niet origineel). Alle oorspronkelijke vensters en deuren in het achterhuis hebben een decoratieve roedenverdeling, een strek van gele en rode baksteen en onderdorpels van donkere baksteen met muizentanddecoratie.

In het grotendeels in 1934 gewijzigde INTERIEUR zijn onder meer van belang: in het voorportaal het gepleisterd tongewelf; twee boognissen waarin een sokkel met vrouwenbeeld, met als sluitsteen een vrouwenkopje; twee gecanneluurde hoekzuilen en de parketvloer. In de gang de parketvloer; de dubbele gelakte houten tochtdeuren met deur-, boven- en zijlichten van gekleurd glas-in-lood, met in het bovenlicht een afbeelding van een (Mentheda?)borg en in het deurlicht de tekst: "Bartolt Entens van Mentheda, frolych mit eeren 1572", en zijn afbeelding; de houten lambrizering; de houten deuren met omlijsting; de houten wenteltrap met leuning met gedecoreerde ijzeren spijlen, en een rijk besneden ronde houten trappaal. In de voorkamer de marmeren schouw en de suitedeuren naar de serre. De kelder met de plavuizenvloer. In de toren de klok en het rondboogvenster met glas-in-lood waarop afgebeeld de borg en een wapen, gesigneerd met: NEG Gron. (Noordnederlandse Electrische Glasslijperij Groningen). In het koetshuis de ijzeren draaischijf voor de koets.

Waardering

Villa met aangebouwd achterhuis annex koetshuis van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een riante villa uit 1896

- vanwege de historische relatie met de voormalige Menthedaborg en de wierde

- vanwege de opvallende detaillering en de ornamentiek

- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de tuin

- vanwege de bijzonder beeldbepalende ligging in het dorp

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 517360. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1896
1896
exact
verbouwing
1934
1934
exact
verbouwing
1948
1948
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden