Inleiding

WOONHUIS uit 1904 gebouwd in Overgangsarchitectuur met invloeden uit Jugendstil en chaletstijl als onderdeel van een complex. In 1929 werd een privaat aan de achterzijde toegevoegd, in 1930 werd aan de linker zijde een garage aangebouwd, die inmiddels vernieuwd is.

In 1949 werden de schuifdeuren in de woonkamer verwijderd en in 1954 werd het balkon aan de achtergevel verwijderd.

De ondiepe voortuin wordt aan de straatzijde omgeven door een smeedijzeren hek met pieken.

Het pand maakt deel uit van de gesloten gevelwand aan de Geestbrugweg en werd in opdracht van Cornelis de Jong, gelijktijdig met het ernaast gelegen pand (nr. 64) op het terrein van de voormalige buitenplaats Leeuwendaal gebouwd.

Omschrijving

Linker deel van een dubbel pand met een grofweg rechthoekige grondslag. De gevels zijn vanaf een natuurstenen plint over twee lagen opgetrokken in rode baksteen (kruisverband) en gele ijsselsteen (zijgevel). Het pand heeft een plat dak met boven de voorgevel een dakschild met leien in Maasdekking. De getoogde schuifvesters bevinden zich onder segmentbogen met natuurstenen aanzetstenen en hebben natuurstenen onderdorpels. De vensters in de achtergevel hebben houten kasten voor de zonwering. De voorgevel (west) bevat links een op een stenen voetmuur rustende driezijdige houten erker met bovenliggend balkon. Dit wordt door een met leien in Rijndekking belegd helmdak, bekroond met een zinken piron beëindigd. Op drie zijden van het dak zijn dakramen geplaatst.

De erker bezit op de begane grond samengestelde vensters met rijk uitgevoerd glas-in-lood in de geschakelde, hoefijzervormige bovenlichten, afgesloten door een als kroonlijst uitgevoerde gootlijst. Hierop is de gesneden houten balustrade geplaatst waarin eveneens hoefijzervormige motieven terugkomen. Het dak boven het balkon rust op gesneden staanders met smeedijzeren ornamenten. Het balkon is bereikbaar via een dubbele balkondeur met zijlichten onder een getoogd bovenlicht. Het geveldeel rechts van de erker bevat begane gronds een paneeldeur met venster onder een natuurstenen kalf, waarboven per twee geschakelde hoefijzervormige raampjes zijn geplaatst onder een doorlopende natuurstenen latei met Jugendstil-motieven. Rechts naast de deur bevinbden zich twee getoogde vensters onder een drielicht dat met glas-in-lood is ingevuld. Op de verdieping drie getoogde vensters. De dakrand is over twee traveeën rechts van de erker voorzien van een groen geglazuurde sierband met medaillons gedecoreerd. De schuine daklijn van de tuitgevel met sierankers is afgezet met kunststenen blokken eindigend in een pironvormig ornament.

De rechter zijgevel (zuid) sluit aan op het belendende pand.

De linker zijgevel gaat begane gronds schuil achter een moderne garage. Op de verder blind uitgevoerde verdieping komen enkele muurankers voor.

De achtergevel (oost) is ter plaatse van de begane grond deels (in stijl) vernieuwd. Links voor de achtergevel een serre voorzien van eenvoudig glas-in-lood met op de verdieping een balkon. Daarnaast een driezijdige uitbouw waarvan de vensters eveneens met glas-in-lood gevuld zijn. Op de verdieping een dubbele balkondeur met zij- en bovenlichten en twee vensters onder een drieruits bovenlicht.

Interieur De oorspronkelijke plattegrond-indeling van het pand is grotendeels gehandhaafd en het interieur met Jugendstil-ornamenten gedecoreerd. Opmerkelijk in het interieur zijn onder meer het tochtportaal en de gang met marmeren vloerplaten (à livre ouvert), tochtpui met glas-in-lood en de bordestrap met gesneden balustrade. In de voor- en achterkamer bevinden zich rijk uitgevoerde stucplafonds, voorzien van een kooflijst en gedecoreerd met kastanjebladeren en -bloemen. De oorspronkelijke schouwen zijn deels achter de betimmering nog aanwezig. De paneeldeuren op de begane grond zijn voorzien van Jugendstil-klinken en sloten. Bijzonder zijn de beide toiletpotten van porselein met (aan de buiten- en binnenzijde) blauwe motieven, afkomstig uit Engeland. Beide potten hebben de originele houten zitting en deksel. Op de verdieping een fonteintje met blauwe florale motieven.

Waardering

Het woonhuis uit 1904 is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als typologisch voorbeeld van een woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw.

Van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een pand gebouwd in overgangsarchitectuur met een voor deze bouwstijl kenmerkende, rijke (Jugendstil)detaillering in zowel het ex- als het interieur.

Het pand is gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering wat betreft het in- en exterieur.

Als onderdeel van een gesloten gevelwand aan de Geestbrugweg met overwegend woonhuizen in soortgelijke stijl heeft dit pand stedenbouwkundige en beeldbepalende waarde.