Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520455
Complexnummer
528059 - Johannahuis
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82925/87
Kadastrale aanduiding
Wassenaar F 7007
Schouwweg 72, 2243 BJ te Wassenaar

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1: VERZORGINGSTEHUIS.

Inleiding

VERZORGINGSTEHUIS van het type flatgebouw genaamd het 'Johannahuis', is in 1929-1933 gebouwd op de historische buitenplaats Rust en Vreugd ten behoeve van de regenten der Wilhelmina-Alida-Stichting. Het ontwerp in Engelse Landhuisstijl is van S. de Clerq, de huisarchitect van dhr. en mw. Van Ommeren-de Voogt. Het aanvankelijke ontwerp uit 1929 voorzag in 43 verblijven en 2 dienstwoningen. Reeds in 1932 werd besloten het U-vormige gedeelte achter de vleugel aan de voorzijde met een bouwlaag te verhogen. In 1958 vond een interne verbouwing plaats, waarbij de recreatieruimte een podium kreeg bij de trap en de rouwkamer aan het binnenplein werd toegevoegd. Hier is thans een verblijfsruimte over de gehele breedte van het binnenhof. In 1983 heeft een renovatie van de kamer plaatsgevonden en werd de T-vormige vleugel aan de zuidwestzijde toegevoegd in de stijl van het hoofdgebouw; de oorspronkelijke uitbouw onder een schilddak aan deze zijde verdween toen. In het hoofdgebouw is de goederenlift verbouwd tot bergruimten; er is een nieuwe lift naast geplaatst. De aanbouwen in het binnenhof en aan de zuidwestzijde hebben geen beschermenswaardige elementen.

Omschrijving

Tegen een dijktalud gebouwde, onderkelderde, vrijstaande bouwmassa, bestaande uit twee en deels ook uit vier langgerekte bouwlagen op een carrévormige plattegrond rond een binnenhof met enkele uitspringende delen aan de voor- en zijkant, gedekt door haaks op elkaar geplaatste zadeldaken met rode verbeterde Hollandse pannen. Aan de achterzijde (zuidoostzijde) sluiten de dakschilden op elkaar aan met een afgeschuind dakschild. De dakkapellen onder een steekkapje hebben een driehoekige vorm bij de buitenste dakschilden en een rechthoekige aan de zijde van het binnenplein. Ondermeer op de nok aan de voorzijde staan een tweetal gemetselde schoorstenen. Boven de nok steekt een als torentje met een tentdak vormgegeven (voormalige) liftkoker uit. De overwegend recht gesloten gevels worden deels doorbroken door puntgevels onder dwarskappen, waarbij de bovenste verdieping beschoten is met gepotdekselde delen. Boven het trasraam van vlakke waalklinkers zijn de gevels opgetrokken uit grauwe waalklinkers met rollagen tussen deuren en vensters, ter hoogte van de dorpels. De gevels worden afgesloten door houten overstekende goten. Een deel van het balkon heeft een gemetselde borstwering met opengewerkt ajourwerk in terracotta. De enkele en samengestelde raampartijen zijn recht gesloten, hebben deels houten kozijnen en stalen ramen met roedeverdeling, die deels zijn vernieuwd, deels vereenvoudigd.

De symmetrisch opgezette voorgevel (noordwest) bestaat uit twee bouwlagen en heeft uitspringende hoekvleugels met puntgevels. Centraal in het middendeel op de begane grond bevindt zich een grote driedelige raampartij met gemetselde smalle penanten en betonnen latei als tussendorpel onder de bovenlichten. Op de verdieping erboven bevindt zich een doorlopende balkonloggia met gemetselde pijlers, waarachter een reeks ramen en vensters bevindt. Het middendeel wordt op begane grond en verdieping afgesloten door één venster met daartussen in de borstwering decoratief opengewerkt ajourwerk (in terracotta). Het dakschild heeft in het midden een grote langgerekte, samengestelde dakkapel met houten delen, die in het midden een driehoekige bekroning heeft. De beide puntgevels hebben een symmetrische indeling met op de begane grond een dubbele raampartij met vierruits bovenlichten boven een uitkragende latei. Op de verdieping bevinden zich twee driedelige raampartijen en in het midden van de zolderverdieping is een driedelig zoldervenster onder een keperboog aangebracht. Tegen de buiten- en binnengevels van de hoekvleugels bevinden zich iets terugspringende éénlaagse uitbouwen met een balkon. Aan de binnenzijde bevinden zich op de verdieping loggia's. De noordoostelijke zijvleugel van het gebouw heeft aan de buitengevel een uitspringende uitbouw onder een schilddak (aan de zuidwestzijde sluit op de overeenkomstige plaats de nieuwbouwvleugel aan). In de oksels van de noordoostelijke zijvleugel en de uitbouw bevinden zich schuingeplaatste entreepartijen: een dienstingang aan de achterzijde en de hoofdingang aan de voorzijde. Voor deze entree met vernieuwde deuren bevinden zich de balustrades van een voormalige bordestrap. De lijstgevels aan de noordoost- en de zuidoostzijde van de uitbouw zijn drie venstereenheden breed, voorzien van verschillende typen vensters en deels ook blinde gevelvlakken. In de zuidoostelijke hoek met de zijvleugel bevindt zich een schuin geplaatste dienstingang. Door de accidentatie van het terrein en door de verhoging in 1932 bestaat de bouwmassa vanaf de uitbouw tegen de zijgevels uit twee extra bouwlagen. De buitengevels van de noordoostelijke en zuidwestelijke vleugel hebben een ritmische geleding met uitspringende, tweedelige balkonpartijen op de tweede en derde verdieping, waarbij de gemetselde borstwering is voorzien van terracotta ajourwerk. Op de vierde verdieping zijn ondiepe balkons van siersmeedwerk aangebracht. Op de begane grond bevindt zich hieronder een loggia. Tussen de balkons zijn de gevels drie venstereenheden breed met een smal risalerend gedeelte. Aan het zuidoostelijke einde van de gevel twee vensters van kleiner formaat; aan het noordwestelijke einde smalle vensters van een trappenhuis bij de dienstingang. De vensters bevatten zowel grote samengestelde raampartijen als smalle (gekoppelde) ramen. Op het dak zijn vijf dakkapellen geplaatst. De symmetrisch ingedeelde achtergevel (zuidoost) heeft in het midden een puntgevel onder een dwarskap. Daarvoor is ter plaatse van het trappenhuis een iets smallere lagere uitbouw met puntgevel onder een zadeldakje geplaatst. Aan weerszijden ervan bevinden zich uitgebouwde balkons, vergelijkbaar met de zijgevels. De recht gesloten gevels aan weerszijden van de puntgevel bestaan uit dubbele balkons met aan de binnenzijde ervan een venster en aan de buitenzijde een gevelvlak met een venster aan het uiteinde. De gevels worden afgesloten door een afgeschuinde hoek met op elke bouwlaag een venster. Het dakschild aan weerszijden van de dwarskap bevat twee dakkapellen.

De gevels rond de rechthoekige binnentuin zijn recht gesloten en hebben een ritmische geleding van overwegend driedelige vensters. De vijf venstereenheden brede zuidoostzijde heeft een eenlaagse uitbouw (voormalige rouwkamer). In het midden bevinden zich driedelige raampartijen, geflankeerd door een venster, waarna de gevel wordt afgesloten door driedelige raampartijen. De beide zijgevels (noordoost; zuidwest) zijn vijf venstereenheden breed en hebben in de hoeken een balkonloggia, dan wel een kleine uitbouw. De noordwestgevel onderscheidt zich van de overige door de grote met gekleurd glas-in-lood uitgevoerde vensterpartij van het centrale trappenhuis binnen een segmentboogvormige uitbouw. Op de tweede verdieping bevindt zich een balkon. Aan weerszijden van het trappenhuis bevinden zich smalle torenachtige uitbouwen van de liftschachten.

Inwendig is de oorspronkelijke plattegrondindeling in hoofdlijnen gehandhaafd, zowel in het hoofdgebouw als in de vleugels rond de binnentuin. Ook bevinden er zich diverse authentieke interieuronderdelen. Op de begane grond heeft de noordwestelijke vleugel ondermeer diverse authentieke eiken paneeldeuren en betimmeringen (regentenkamer). De recreatieruimte/hal heeft een ondiepe galerij met ronde zuiltjes en een cirkelvormig trappenhuis met bordessen en glas-in-loodvensters. De secundaire trappenhuizen hebben terrazzo-vloeren en trappen; in de gangen en appartementen zijn overwegend authentieke deuren en vensters. In de vestibule bevindt zich een bloembak van geglazuurde bakstenen met het opschrift "van het WAVO-park 1933".

Waardering

Het Johannahuis is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde:

- als karakteristiek en vroeg voorbeeld van de typologische ontwikkeling van een verzorgingstehuis in een niet stedelijk gebied uit het eind van de jaren '20 van de 20ste eeuw;

- als voorbeeld van een verzorgingstehuis in Engelse Landhuisstijl uit het eind van de jaren '20 van de 20ste eeuw;

- als bijzondere uitdrukking van een sociaal-culturele ontwikkeling, waarbij particulieren woningen stichtten voor bepaalde groepen uit de samenleving;

- doordat het gebouw van belang is binnen het oeuvre van de Haagse architect S. de Clerq;

Het Johannahuis heeft ensemblewaarde:

- als essentieel onderdeel van een groter geheel met bijzondere sociaal-culturele waarden;

- vanwege de bijzondere situering in een landschappelijk gebied, waarbij het gebouw qua bouwstijl en hoofdvorm aansluit bij het landelijke karakter.

Het gebouw is vrij gaaf in hoofdvorm en wat betreft materiaalgebruik en detaillering. Het interieur heeft verscheidene authentieke interieuronderdelen. Het gebouw is van belang vanwege de architectonische kwaliteit en vanwege de stilistische samenhang met de andere onderdelen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 528059. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Sociale zorg, liefdadigheid Verzorgingstehuis (I04)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1929
1931
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Cultuur, gezondheid en wetenschap Sociale zorg, liefdadigheid

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing